Bijl. no. 14.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 1905.
Litt. B.
Voor de toepassing dezer verordening wordt verstaan
onder de uitdrukking
1°. eigenaar: mede de opstalhouder, de erfpachter,
de vruchtgebruiker, de zakelijk-rechthebbende op ge
bruik of bewoning, de wettelijke vertegenwoordiger
en de bestuurders eener vereeniging
2°. openbare straatalle voor het publiek toeganke
lijke wegen, paden, straten, bruggen, stoepen, trottoirs,
stegen, pleinen, wallen, wegen, wandelplaatsen, plant
soenen, open plaatsen of sloppen, een en ander met
de daarbij behoorende goten, grachten en slooten,
onverschillig wie daarvan de eigenaar zij
3°. aan te leggen openbare stratenstrooken gronds,
deel uitmakende van een plan van bebouwing, door
particulieren of van gemeentewege aan te leggen,
onder de eischen, door den Raad bij de vergunning
gesteld, en overeenkomstig de bepalingen dezer ver
ordening
4°. rooilijnde lijn, die bij het bouwen of verande
ren naar de zijde van de straat zonder vergunning
van Burgemeester en "Wethouders niet mag worden
overschreden
5°. rooüngde aanwijzing van het voor ieder ge
bouw op zich zelf in aanmerking komend gedeelte van
de rooilijn.
HOOFDSTUK I.
Voorschriften bij het aanleggen van straten en
het oprichten van gebouwen.
AFDEELING I.
Van den aanleg van straten en van de plaatsing van
de gebomven ten opzichte van den openbaren
weg en van elkander.
Art. 2.
Het is verboden te bouwen anders dan, hetzij aan
bij het inwerkingtreden dezer verordening bestaande
openbare straten, hetzij aan openbare stratenaange
legd overeenkomstig de bepalingen dezer verordening,
hetzij aan aan te leggen openbare stratenwaarvan
de inrichting tot straat, overeenkomstig de gegeven
voorschriftennaar het oordeel van Burgemeester en
Wethouders voldoende is verzekerd.
Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere
gevallen hiervan vrijstelling verleenen. In die gevallen
gelden de door hen te stellen nadere eischen.
Art. 3.
Het is verboden eene openbare straat aan te leggen.
Dit verbod is niet van toepassing, voor zoover de
aanleg geschiedt met vergunning van den Raad en
overeenkomstig de voorwaai'den, door dezen gesteld
103