Bijlage no. 24. Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1906. Litt. b. Missive van den Burgemeester. Leeuwarden, den 18 Juli 1906. In de Raadsvergadering van 24 Januari 1905 werd bij de behandeling van Uw voorstel tot verhooging van de jaarwedden der politiedienaren, door den heer Schoondermark tot mij het verzoek gericht om „in afzienbaren tijd vermeerdering van het getal politie agenten te bewerkstelligen". Ik was destijds nog te kort aan het hoofd der politie dezer gemeente geplaatst, om zelfstandig te hebben kunnen beoordeelen of inderdaad noodzakelijk was, wat mij daar met zooveel aandrang werd gevraagd; intusschen moest ik reeds toen den spreker antwoor den dat de Commissaris van Politie mij als zijne meening had doen kennen, „dat met het bestaande „korps niet naar behooren in den dienst kon worden „voorzien, zoo aan dat korps geen uitbreiding werd „gegeven", (zie Handelingen van den Raad dezer ge meente van 1905 blz. 23). Sedert, nu ik ruim voldoende gelegenheid had mij op de hoogte te stellen, ben ook ik tot de overtuiging gekomen dat uitbreiding, en zelfs eenc vrij aanzien lijke, van het politiekorps noodzakelijk is, en zulks zoowel met het oog op de belangen van den dienst, als met het oog op die van het personeel. Het politiekorps bestaat thans uit een kader van 12 man (3 politiedienaren der le klasse en 9 der 2de klasse) die of dienstdoen als nachteommandant, of controle- en speciale diensten verrichten en wijders uit 30 politiedienaren der 3de klasse, die met het toezicht in de bewakingskriugeu, waarin het grondge bied der gemeente is verdeeld, zijn belast. Van deze 30 dienaren der 3de klasse zijn er 2 doorloopend in functie als schrijvers, zoodat er voor de eigenlijke straatpolitie slechts 28 overblijven. Bij de tegenwoordige regeling hebben de politiedienaren der 3de klasse om de 15 dagen een vrijen dag (van 36 uren), zoodat hierdoor het aantal beschikbare manschappen vermindert met 2 en daalt tot 26. Dit aantal verdeeld over de twee wachten, zijn dus in het gunstigste geval, d.i. ongerekend verlof, ziekte of redenen van bijzonderen aard, over dag en bij nacht telkens 13 politiedienaren beschikbaar voor de bewa king der stad. Daar de dienst zoodanig is geregeld dat iedere politiedienaar na 2 uur dienst, 1 uur rust aan het bureau heeft, zijn er alzoo op zijn hoogst 8 man te gelijkertijd beschikbaar voor surveillance over het geheele grondgebied der gemeente. Sinds het bebouwde stadsgedeelte zich in de laatste jaren, vooral in oostelijke richting, zoo belangrijk uitbreidde en daar wijken zijn verrezen, gelegen op grooten afstand van het politiebureau, die zoowel bij dag als bij nacht dienen te worden besurveillcerd, kan met dit aantal ten eenenmale niet meer worden volstaan, nog ongeacht de omstandigheid dat juist in die wijken onlangs de Ambachtsschool, de gemeente school no. 12 en eene school voor Christelijk nationaal onderwijs verrezen. De gemeente is thans verdeeld in 8 bewakiugs- kringen, waarvan de Commissaris van Politie mij schrijft, dat zij herhaaldelijk niet alle kunnen worden besurveillcerd, „omdat diensten van bijzonderen aard en buitengewone omstandigheden dit verhinderen". Immers, behalve voor de straatpolitie, valt ook te zorgen voor de handhaving van tal van wetten en verordeningen, zijn opsporingen te verrichten en tal van onderzoeken in te stellen op administratief gebied, waarvoor wel als regel het kader, maar bij noodzake lijkheid ook het andere pei'soneel wordt gebruikt. Die bewakingskringen zjjn voorts te uitgestrekt om door één man naar behooren te kunnen worden besurveil- leerd en omvatten o.a. niet de nieuwe wijken, in welker dienst ter nauwernood thans wordt voorzien. liet komt mij wenschelijk voor, het aantal bewa kingskringen uit te breiden tot 12 en iedere kring dan tevens minder uitgestrekt te maken. Voorts ben ik van oordeel dat aan alle politiedie naren om de 10 dagen één vrijen dag moet worden gegeven, in stede van gelijk thans om de 15 dagen. Hiermede zou ik gepaard willen laten gaan, ook het hebben van een geheel vrijen dag op den Vrijdag, hetgeen thans niet wordt bereikt. In het belang van een en ander zal het politiekorps moeten worden vermeerderd mot 18 man en alzoo worden gebracht op eene sterkte van 60 man. Onder verwijzing voor zooveel noodig naar het hierbij overgelegd, aan mjj gericht schrijven van den Commissaris van Politie dd. 11 Juni j.l. no. 640, heb ik de eer Uw college te verzoeken op de gemeente- begrootiug voor het volgend dienstjaar met mijne wenschen rekening te willen houden. De Burgemeester van Leeuwarden ZIMMERMAN. Aan heeretl Burgemeester en Wethouders. 228 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1906. Bijl. no. 24. i AANBIEDING van de Gemeente- begrooting voor 1907. Aan den. Gemeenteraad. Mijne Heeren Wij hebben de eer U hiernevens aan te bieden de gemcentcbegrooting voor het komende dienstjaar, slui tende in ontvang en uitgaaf met een bedrag van f 1.241.622.44, tegenover 1.233.408.71^ bij de loo- pende begrooting volgens raadsbesluit van 27 Decem ber 1905 en 1.419.045.39 gelijk zij tot heden nader is gewijzigd. Het naar de nieuwe begrooting over te brengen saldo van het dienstjaar 1905, 36.272.17, is aan merkelijk lager dan dat, waarmede de begrooting voor 1906 kon worden aangevangen 68.757.70). De oorzaak ligt wel in de eerste plaats in de om standigheid, dat onder laatstgenoemd bedrag begrepen was eene som van 18551.30p, voortvloeiende uit het batig saldo der Gasfabriek, waarvan f 16.000.is besteed voor buitengewone schuldaflossing, terwijl het resteerendo in de gewone middelen vloeide, waartegen over thans het gansche saldo der Gasfabriek naar den loopenden dienst, ten behoeve van aflossing van tijde lijke leeningen voor buitengewone werken, wordt over gebracht en derhalve reeds dadelijk het saldo dat uit de uitkomsten van 1905 als eerste post op de be grooting voor 1907 paraisseert, zooveel kleiner wordt. Voor deze handelwijze is vrijheid gevonden, omdat de rente voor tijdelijke geldleeningen, djie de gemeente voor buitengewone werken aangaat, belangrijk hooger is dan de rente der vaste leening. Hot is dus van gewicht het genoemde bedrag voor die aflossing nog volgens de begrooting van 1906 aan te wenden. Mede zijn van invloed op de uitkomst van het jaar 1905 de uitgaven tengevolge van het koninklijk be. zoek in September van dat jaar, die bezwaarlijk anders dan uit de gewone inkomsten konden worden bestre den. W as dientengevolge de begrooting voor 1907 niet dan met moeite zonder belastingverhooging sluitende te krijgen en slechts na van verschillende posten te hebben geschrapt uitgaven, die hoe noodzakelijk ook, zoo het moet, wellicht nog eenigen tijd konden worden uitgesteld, ondanks de omstandigheid dat het saldo van 1906 niet in die mate den invloed van andere dan gewone uitgaven zal ondervinden als dat van het vorige jaar, noopt de toestand niettemin tot voorzich tigheid. Bij het aanvangssaldo uit de rekening van 1906, waarmede de begrooting voor 1908 zal aanvangen, evenals bij de heden aangeboden en volgende begroo tingen toch zal rekening zijn te houden met de krach tens Uwe besluiten van 8 Mei 1906 en 26 Juni 1906 respectievelijk, met circa 2900.en ƒ1300.ver hoogde posten van jaarwedden c.a. der onderwijzers en kosten der bewaarscholen. De uitgaaf voor de politie is met het oog op het bij U aanhangige voorstel met ruim 3500.verhoogd moeten worden. Voor de loonen der werklieden aan de gemeente reiniging is op ongeveer 5200.meer gerekend. Bovendien zijn de exploitatiekosten verhoogd door uitbreiding van den dienst (aankoop van een tonnen- wagen met paard, uitbreiding van den stal, aanstelling van drie werklieden meer, wier loon reeds onder het bovengenoemde bedrag ad 5200.is begrepen). De meerdöre inkomsten veroorzaakt door verkoop van turfstrooiselmest wegen evenwel tegen deze verhoogde kosten op. De inkomsten uit den Prinsentuin dienden voor ƒ2400.minder, dan waarop zij verleden jaar waren geraamd, op de begrooting te worden gebracht. Vergeleken met de cijfers der rekening over 1905 zijn de thans uitgetrokken bedragen voor jaarwedden der onderwijzers lager onderwijs ongeveer ƒ5000. voor de bewaarscholen circa ƒ2100.voor liet sub sidie aan de Ambachtsschool 1000.hooger. liet subsidie ten behoeve der Leeuwarder Industrie- en Huishoudschool ad 1500.komt in de rekening 1905 nog niet voor. Tegenover een en ander staan op de begrooting voor 1907 verhoogingen der opcenten op de grond belasting met 1400.van die op het personeel met ƒ2500.van den Hoofdelijken Omslag met ƒ14000.waarmede de bij de verordening gestelde grens reeds dicht wordt genaderd, van de bruggelden met ƒ1000.— en van de schoolgelden met 1200. Wij mogen ons niet ontveinzen dat, al kan het slechts voldoening wekken, dat de normale inkomsten der gemeente nog voor zooveel uitzetting vatbaar blijken, naar alle waarschijnlijkheid hetgeen op deze verschil- j lende middelen zal zijn ontvangen, later bij de reke ning niet veel meer zal kunnen meevallen. Opmerking verdient nog het volgende De inkomsten uit de Gasfabriek zijn belangrijk hooger geraamd dan dit jaar, doch daartegenover staat de stijging der uitgaven voor dit bedrijf met gelijk bedrag. Invloed op de begrooting wordt daar door niet uitgeoefend. Hoewel voor de posten batig saldo der Gasfabriek, aan te wenden tot buitengewone aflossing (ƒ18.092.934) en aflossing der schuld, die de watergasfabriek aan de gemeente heeft (ƒ1857.83|) wellicht eene meer ratio- neele plaats ware aan te wijzen dan onder het hoofd stuk Onvoorziene Uitgaven waar over deze sommen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1906 | | pagina 115