Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 19q6. Omtrent de salarissen der lantaarnopstekers was de conclusie bij verschillende leden in de sectiën, dat die onder de nieuwe regeling niet in overeenstemming waren met de door die personen verrichtte werk zaamheden. Ook rapporteurs zijn eenstemmig van oordeel, vooral met het oog op de nacht- en Zondag-diensturen dezer beambten, dat eene betere regeling daarvan gewenscht is en zouden tot Burgemeester en Wethouders de vraag willen richten of dat college den tijd nog niet gekomen acht, waarop aan den boekhouder het maximum van zjjn salaris moet worden toegekend. In de 3e sectie werd gevraagd of de Directeur van losse werklieden, bij ziekte, direct het loon inhield. Men meende tevens dat een vaste stoker sedert lan gen tijd was vervangen door een hulpstoker. Dien toestand zag men niet gaarne bestendigd. Tevens merkte een der leden van de 3e sectie op, dat de aan de gemeente toekomende uitkeering van 70 cent per strekkenden meter buizenleiding door de gasfabriek alleen wordt betaald van de hoofdleidingen. Naar zijne meening behoorde dat eveneens te ge schieden van de nevenleidingen. Algemeen werden inlichtingen verzocht omtrent de post H „Kosten van de vaste raadscommissie" en de vraag gesteld: is deze post noodzakelijk? Bij onderdeel I werd opgemerkt dat de laatste 3 jaar telkens 750.meer voor dezen post wordt uit getrokken en gevraagd wat daarvan de reden was. Eenige toelichting van Burgemeester en Wethouders op de laatst gestelde vragen komt rapporteurs gewenscht voor. Nu. 143. Het aschland geeft eenige leden in de 3 sectien aanleiding tot opmerkingen. Een lid der le sectie meent reden tot klagen te hebben. Met genoegen heeft hij gezien dat sommige loonen verhoogd zijn, maar waarom voor de aschop- halers minder dan voor de tonnenbezorgers Leden der le en 3e sectie meenen dat een vaste werkdag voor touuenlieden een eisch is en dat de voorgestelde uitbreiding onvoldoende is. Het verlof wordt niet gegeven of slechts met groote moeite ver kregen. Een lid der le sectie was van meening dat een reservepaard hoogst noodig is, doch ontbreekt; de wasehgelegenheid is onvoldoende en onpractisch, ter wijl de verlichting in een toestand verkeert die gevaar oplevert. De vraag werd verder gedaan of het niet gewenscht is de aseh te laten uitzoeken op de belt en de aschlieden zulks te vergoeden door verhooging van loon. (Jok moest het fooien vragen op kermis en Nieuw jaar worden verboden. Door het uitzoeken der ascli op de belt zou een meer hygiënische toestand worden verkregen. In de 3 sectiën werd een verandering in de in deeling van de wijken aanbevolen. In de 3e sectie werd eene vermeerdering van 4 in plaats van 2 tonnenbezorgers voorgesteld. In de 2e en 3e sectie werd voorgesteld het mini mum-loon der werklieden te bepalen op ƒ9.uit gezonderd dat van den tonnenverver. Hiertegen werd aangevoerd dat de evenredigheid der bepaalde tractementen daardoor verloren zou gaan, wat door den voorsteller niet werd geaccepteerd, als houdende een gesteld minimum-loon nimmer ver band met die beweerde evenredigheid. De meeste der gemaakte opmerkingen en gedane vragen zijn het vorig jaar bij de behandeling der be grooting uitvoerig besproken. De voorgestelde uit breiding komt rapporteurs ook onvoldoende voor, doch zij spreken hun vertrouwen uit, dat Burgemeester en Wethouders bij in de praktijk gebleken te geringe uit breiding met voorstellen tot verbetering bij den Raad zullen aankloppen. Rapporteurs kunnen zich met het voorstel van ƒ9.minimum-loon vereenigen. No. 148. In de 2e sectie wees een lid op het verschil tusschen de begrootiugen van dit en het vorig jaar. In 1906 was uitgetrokken ƒ595.voor ad- sistenten, voor 1907 ƒ495, Rapporteurs oordeelen ook eenige toelichting van dit verschil gewenscht. Nu. 149. Van verschillende zijden werd in de sectiën de onvoldoende toestand en het tekort aan urinoirs op de veemarkt besproken. Ook rapporteurs bevelen dezen toestand voor veran dering en verbetering bij Burgemeester en Wethou ders aan. No. 153. In de le en 2e sectie werd naar aan" leiding van de toelichting bij dit volgno. de vraag gedaanwanneer het contract niet wordt vernieuwd wat dan? Vooral met het oog op de talrijk genomen sproeibaden zou de opheffing der inrichting te be treuren zijn. No. 154. Een lid der le en der 3e sectie meenen er de aandacht op te moeten vestigendat het afsteken van vuurwerk in den Prinsentuin niet bevorderlijk is voor den bloei en groei van het plantsoen, en vragen of de uitgetrokken sommen voor vuurwerk en muziek niet kunnen worden verlaagd. Daarop wordt geantwoord, dat des om niet te hoog is, daar niet uit het oog moet worden verloren dat vuur werk en muziekuitvoeringen èn voor den pachter ën voor de entrée's niet onvoordeelig zijn en den abonné's toch ook iets moet worden aangeboden. Rapporteurs kunnen zich met dat antwoord veree nigen. BsaaKa;." 4 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den No. 155. In de 2e en 3e sectie werd het denk beeld geopperd dezen post te laten vervallenten minste de noodzakelijkheid van den post werd niet be grepen. V oor de werken aan de noordzijde is toch in 1907 niet veel noodig en voor die aan den zuidkant zeker niets. Rapporteurs komt de somvoor dit dienstjaar uit te trekken wel wat hoog voorofschoon het saldo der begrooting er niet door zoude gewijzigd worden. No. 157. Door enkele leden in de le en 2e sectie werd gevraagd of de gemeente een gedeeltelijke over dekking van den speeltuin niet voor hare rekening kon nemennu bij de commissie de middelen daartoe ontbreken. (Jok eenige boom beplanting en verschaffing van drinkwater van gemeentewege werd aanbevolen. Hierop werd geantwoord dat het bezoek van den speel tuin weinig iseen der leden was er op een mooien Woensdagmiddag geweest en trof toen 7 a 10 kin deren aan. Een ander lid wees op de kinderen aan 't strand, die steeds spelen in de vrije lucht zonder beschutting. Een bepaald voorstel werd niet gedaan. Rapporteurs volkomen erkennende de goede bedoe lingen der commissie met de oprichting van den kinder speeltuin, kunnen toch niet adviseeren tot nog meer deren steun van gemeentewege als reeds is geschon ken getuige ook weder deze begrooting. No. Uil. De post aankoop van naambordjes geeft een lid in de le sectie aanleiding Burgemeester en Wethouders te verzoeken geen wit geëmailleerde bordjes met zwarte letter aan te koopen. Dat lid heeft in eene andere gemeente zulke bordjes gezien, doch kan ze niet reeommandeeren. De wenschelijkheid werd verder uitgesproken, dat 's avonds een uur na zonsondergang de Prinsentuin gesloten werd. Rapporteurs kunnen zich met deze laatst uitge sproken wenschelijkheid niet vereenigen. No. 170. Een lid van de le sectie meent dat deze post wel voor verlaging vatbaar is. Hierop werd geantwoord dat de post reeds 200. lager is uitgetrokken daii in 1906. Lager kan echter nog niet worden gegaan, schoon zuinigheid wordt betracht. De kwaal van besmettelijk hoofdzeer is nog niet geheel geweken. Een ander lid vindt het jammer dat deze post is verlaagd, hij had hoop gehad dat deze post do brug zou worden tot het instellen van schoolartsen, die hij hoog noodig acht. Bij de verdere bespreking bleek, dat het instellen van schoolartsen reeds bij de gezondheidscommissie in ernstige overweging is. Rapporteurs zullen zich bij dezen stand van zaken van advies onthouden. eenteraad van Leeuwarden, 1906. Bijl.no, 26. No. 174. Een lid der 2e sectie dringt aan op op heffing van de verordening op de keuring. Rapporteurs zouden met die opheffing kunnen ine- degaan, wanneer gunstige gevolgen van de opheffing van het bordeel konden worden aangetoond. Daar bij het college van Burgemeester en Wethouders meer omtrent de gevolgen kan bekend zijn dan bij hen, zullen zij medegaan met een besluit tot opheffing van de verordening, wanneer van dat college een daartoe strekkend voorstel mocht inkomen. No. 179. Door de Voorzitters der 1ste en der 3e sectie werd voorgesteld, in verband met het raads besluit van 11 Sept. j.l. waarbij 18 politie-agenten meer worden in dienst genomen, het onder dit volg no. uitgetrokken bedrag van ƒ42136,te verboogen met het bedrag, vormende hot verschil tusschen het voor die 18 politie-agenten geraamd benoodigd bedrag en hetgeen door Burgemeester en Wethouders reeds was geraamd en in de begrooting opgenomen bij eene vermeerdering van het politie-corps met 6 man. Het uitgetrokken bedrag isƒ42136, Voor vermeerdering met 18 man is volgens het voorstel van den Burgemeester noo dig 10656, was gerekend op vermeerdering van 6 inau met 3552,— zoodat dit hoofdstuk verhoogd moet worden met7104, Wordt alzoo ƒ49240, volgens het nader bericht, gezonden door den Commissaris van politie aan den Bur gemeester, kan dit bedrag worden vermin derd u. wegens vermindering van het getal politiedienaren der 4e klasse met 2 800, Ij. wegens idem van 2 voor aflossing aangestelde surveillan ten 80, c. wegens idem van boven staande, de voor hen in de be grooting opgenomen kleeding 120, ƒ1000,- zoodat Afdceling III art. 179 wordt uit getrokken metƒ48240, Met deze wijziging kunnen Rapporteurs zich ver- eenigen. Een lid der 3e sectie spreekt zijne verbazing uit over de voorgestelde verlagingen, waar zoo kort ge leden de vermeerdering met 18 man als minimaal werd voorgesteld. Door een lid der le sectie wordt het salaris van de surveillanten te laag geacht en wil hij den Bur gemeester vragen of dat loon niet op ƒ9,— of 9,50 kan worden gebracht. Het geeft slechts een verschil van ƒ42.of 84,voor de drie personen per jaar. Hierop wordt geantwoord dat de surveillanten met i

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1906 | | pagina 119