ONTVANGSTEN. Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1906. dat tijdelijk baantje en het daarvoor ontvangen loon zeer tevreden zijn. Een der leden in de Be sectie geeft als zijne meening te kennen dat voor de kleeding der politiedienaren te hooge prijzen worden betaald. Ook acht hij het niet goed dat de leverantie telkens aan dezelfde firma's wordt opgedragen. Een lid in de 2e sectie vraagt waarom de levering- niet wordt aanbesteed. De vraag omtrent verhooging salaris-surveillanten brengen rapporteurs gaarne over bij Burgemeester en Wethouders. De toelichting, gedaan in de le sectie, wordt door hen minimaal geacht. Ook de laatste opmerkingen worden, door rappor teurs ondersteund, onder de welwillende aandacht van Burgemeester en Wethouders gebracht. No. 191. Een lid der 3e sectie vraagt of de ge meente ook zorgt voor de verpleging van onvermo gende idioten, evenals zij dat doet voor onvermogende krankzinnigen. Rapporteurs brengen de vraag aan Burgemeester en Wethouders over. No. 201. In ieder der drie sectiën werd door een lid aangedrongen op onderzoek Óf de opheffing van de Middelbare school voor meisjes ook gewenscht is. liet aantal leerlingen is zeer gering. In 1906 deden slechts 3 eindexamen. De finaucieële bezwaren zijn groot, terwijl de Rijks lloogere burgerschool (met 40 meisjes-leerlingen), de normaalschool en school 12 met de Industrieschool volgens die leden in de be hoeften voor dat gezochte onderwijs ruimschoots voor zien. Opheffing gaf voor de gemeentekas belangrijke besparing. In de sectiën werd daartegen aangevoerd dat het verschil in methode der leerwijze met de hierboven genoemde scholen groot is en dat enkele gezinnen zich hier juist vestigen om hunne dochters op de Middelbare school voor meisjes te zenden. Wat de finantieele gevolgen betreft stelle men zich niet te veel voor, daar aan de leeraressen toch wel wachtgeld zal moeten worden uitgekeerd. Ofschoon rapporteurs niet willen ontkennen, dat bezwaren tegen de opheffing kunnen worden aange voerd, voelen zij, met het oog op de finantieele voor deden, veel voor eene eventueele opheffing. No. 204. In de le sectie werd de hoop uitge sproken daar het dagelijksch bestuur verandering heeft ondergaandat de reglementeering van de schoolvergaderingen door dat college zal worden voorgesteld. De meerderheid van rapporteurs is voor verplichte schoolvergaderingen en meent dat het vaststellen van enkele bepalingen daarvoor geene bezwaren behoeft op te leveren. Een lid der 2e sectie geeft in overweging tegen over school 2, aan de St. Anthonystraat, eene speel plaats voor de kinderen van die school in te richten. Rapporteurs brengen deze overweging bij Burge meester en Wethouders over. No. 219. De post kosten van rechtstreeks van gemeentewege verstrekte voeding en kleeding aan behoeftige schoolkinderen is volgens een lid der le sectie het vorig jaar met ƒ71.37 overschreden. De vraag wordt gedaan waarom nu niet 100. meer wordt geraamd. Een desbetreffend voorstel van een der leden vond weinig steun, omdat het advies van de hoofden van scholen, waaronder één die in 't geheel geen subsidie noodig oordeelt, niet inet de beschouwing van den voorsteller overeenstemt. Rapporteurs zijn van meening dat dit onderwerp bij de behandeling der begrooting voor 1906 voldoende is besproken. No. 230. In de le sectie werd de vraag gedaan, of Burgemeester en Wethouders maatregelen dachten voor te stellen om, na opheffing der schutterij, aan de gesalarieerden onder hen, finantieele tegemoetko ming te doen toekomen. Rapporteurs zijn van meening dat deze kwestie eerst moet worden uitgemaakt tusschen Rijk en ge meente voor en aleer de gemeente verplichtingen ten dien aanzien op zich moet nemen. No. 1Een paar leden der 2c sectie vroegen waar om de post van 4UÜÜ.voor den dam in de Pot- nnirge telkens wordt overgebracht. Zij waren van oordeel dat deze post kon worden geroyeerd. Rapporteurs kunnen ook geene reden vinden waarom deze post zou moeten worden gehandhaafd. No. 5. Naar aanleiding van het raadsbesluit van 11 September, waardoor de uitgaven voor de politie zijn verhoogd met ƒ6104.zal met het oog op het evenwicht tusschen ontvangsten en uitgaven de hoof delijke omslag niet 1I10 ten honderd moeten worden verhoogd. Een nader voorstel van Burgemeester en Wethouders, waarbij de omslag over het geraamd cijfer van aanslag moet worden berekend naar 3.7 ten honderd, vond in de le sectie algemeen bjval. Overeenkomstig dat nader voorstel wordt het bedrag van den hoofdelijken omslag thans geraamd op 269000. hetwelk zich stelt als volgt bij eene heffing van 3.7 ten honderd over het voor 1907 geraamde cijfer van aan slag ad 7,350,000kan de onzuivere opbrengst worden geschat op ƒ271950. Hierbij het vermoedelijk be drag der suppletoire kohieren 9000. Maakt samen. ƒ280950. •*<v Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1906. Bijl.no26 Transport ƒ280950. Verminderd wegens onthef- fing enz11950. ƒ269000.— Het bovenstaande was door de voorzitters der le en 3e sectie medegedeeld aan hare leden. De meerderheid van rapporteurs kunnen het gevoe len der leden hunner sectiën over deze aangelegen heid niet mededeelen, omdat de onderwerpelijke zaak niet in hunne sectie is ter sprake gekomen. No. 16. In de 2e sectie werd gewezen op de hooger geraamde schoolgelden, naar de ongewijzigde heffingen. Het kwam dat lid voor dat de koord wel een beetje stijf gespannen werd, met het oog op de kwes tie buitengemeenten en de bouw der school voor Christelijk nationaal onderwijs. No. 20. Een lid der le sectie vraagt of het cijfer niet te hoog is geraamdhet aantal vergunningen vermindert toch ieder jaar en daardoor verlaagt toch zeker het bedrag der rechten. Het antwoord in die sectie luidde, dat in de laatste drie jaren zeer weinig vergunningen opgeheven zijn. Rapporteurs kunnen mededeelen, dat in 1904: 178 vergunningen bestonden. 1905: 177 1906: 170 No. 27. Een lid der le sectie en een der 2e sectie vroeg, of door Burgemeester en Wethouders geen ge bruik is gemaakt van de verleende machtiging tot verpachting van staanplaatsen voor langer dan één jaar. Hierop werd geantwoord dat geen liefhebbers zich voor een tijdperk van drie jaren hebben opgedaan dan alleen de exploitant eener bioscoop waarmede zooda nige overeenkomst is aangegaan. No. 47. In de 2e sectie verwachtten meer dan één lid van het terugkeeren tot het oude systeem abon- nementen Prinsentuin, verhooging der inkomsten en j meerder bezoek van den tuin. Verschillende oorzaken werken mede om het bezoek aan den Prinsentuin te doen verminderen. Of terug keer tot den ouden gang van zakeu den toestand zou verbeteren, durven rapporteurs niet beoordeelen. No. 66. De wensch werd uitgesproken en mede gedeeld in de le en 2e sectie om te breken met het i tot nog toe gevolgde stelsel om de bijdragen voor pensioenen onder de gewone ontvangsten op te nemen. Over deze zaak is in de raadsvergadering van 18 j Sept. 1906 reeds gedebuteerd tusschen Burgemeester en Wethouders en de commissie voor het nazien dei- rekening over 1905. i Rapporteurs zijn ook van oordeel dat een afzonder lijke post onder de uitgaven van Hoofdstuk VII, Af- j deeling IX, gewenscht was. Met het oog op de ingrijpende gevolgen welke eene definitieve beslissing op den gang der begrooting zoude uitoefenen, komt liet Rapporteurs het beste voor bij de behandeling dezer begrooting de zaak principiëel te beslissen en de uitvoering dier beslissing evcutuëel niet eerder te laten volgen dan bij de vol gende begrooting. Leeuwarden, 12 October 1906. A. D. BEEKEND8, Rapporteur der le sectie. G. W. KOOPMANS, Rapporteur der 2e beetle uhjemeen ltpporteur .1. OOST E11 HO F P W.Jz., Rapporteur der 'de sectie. 239 3d

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1906 | | pagina 120