- Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1906. Art. 2. Indien meer dan écn leerling uit hetzelfde gezin tegelijkertijd de burgeravondschool bezoekt, bedraagt het in art. 1 bepaalde schoolgeld voor iederen leer ling sl4 van het in art. 1 bepaalde bedrag. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepas sing, wanneer kan worden aangenomen, dat de kosten van het onderwijs niet komen ten laste van het hoofd van het gezin. Art. 3. Kinderen van onvermogenden en onvermogende ouderlooze kinderen kunnen zonder betaling van schoolgeld op de burgeravondschool worden toegelaten. Voor de kinderen van minvermogenden en voor minvermogende ouderlooze kinderen bedraagt het schoolgeld de helft van de bedragen in artt1 en 2 bepaald Burgemeester en Wethouders beslissen, of de aan vragers om kosteloos onderwijs of verminderd school geld en de ouderlooze kinderen, waarvoor het gevraagd wordt, tot de on- of minvermogenden behooren. Art. 4. Het schoolgeld, tot de bedragen in de vorige arti kelen vermeld, is verschuldigd voor de leerlingen, die op 1 October tot de school behooren. Voor hen, die in den loop van het jaar worden toegelaten, is, met inachtneming van de voorgaande bepalingen, het volle bedrag verschuldigd, indien zij róór 1 Januari, het halve bedrag, indien zij na dien datum worden toegelaten. Art. 5. Het schoolgeld is verschuldigd door hen, die de leerlingen ter school hebben gezonden. ArtG Üntheihng of teruggave van schoolgeld wordt door Burgemeester en Wethouders verleend lo. op aanvraag of ambtshalve: bij overlijden van den leerling wanneer deze de school verlaat wegens vertrek naar elders 2°. op aanvraag van den schoolgeldplichtige wanneer uit een bewijs van een geneeskundige blijkt, dat de leerling in den loop van het jaar meer dan 30 dagen wegens ziekte de school niet heeft kunnen bezoeken. Art. 7. In de gevallen sub 10 van het vorig artikel ver 180 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1906. Bijl. no19. meld wordt het verschuldigde over volle maanden, met inbegrip der maand van het overlijden of verla ten der school, volgens de bepalingen van de artt. 1 tot en met 3 berekend. Het verschil tusschen den aanslag volgens de school- geldlijst en de uitkomst dezer berekening is het be drag der ontheffing of teruggave. In het geval sub 20 wordt de ontheffing of terug gave op gelijke wijze berekend, doch over elke zeven dagen die de leerling de school niet heeft kunnen bezoeken Van het bedrag der verleende ontheffing of terug gave wordt den belanghebbende door Burgemeester en Wethouders schriftelijk kennis gegeven. Art. 8. Deze verordening treedt in werking den lsten September 1906. Leeuwarden, 1906. De Raad voornoemd. I). VERORDENING op de invordering van school geld voor het onderwijs aan de burger avondschool te Leeuwarden. Art1 De Directeur der school legt in de eerste dagen der maand October van ieder jaar een lijst aan van de op 1 October tot zijne school behoorende leerlingen, ingericht overeenkomstig het door Burgemeester en Wethouders vast te stellen model. In die lijst worden de in den loop van den cursus plaats hebbende veranderingen in de schoolbevolking dadelijk en nauwkeurig aan ge teekend Art. 2. Voor den lüden October wordt door den Directeur een door hem voor deugdelijk verklaard afschrift van de in de eerste alinea van het vorig artikel bedoelde lijst aan Burgemeester en Wethouders gezonden, onder overlegging van de in den vorigen cursus aangehou den lijst. Een uittreksel uit de lijst van den loopenden cursus, wat de veranderingen in de schoolbevolking betreft, wordt vervolgens door hem vóór den 5den Januari en den 5den April daaraanvolgende aan Burgemeester en Wethouders ingediend. Hebben in den loop dier kwartalen geen verande ringen plaats gehad, dan wordt het uittreksel ver vangen door een negatief bericht. 181

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1906 | | pagina 91