Bijlage tot het verslag- van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907.
Lilt. C. Advies en begrooting van den Directeur
der Gemeentewerken.
Leeuwarden, 28 Juni 1907.
Naar aanleiding van een, door don heer Mr.
Menalda, aan mij gedaan verzoek tot hot opmaken
van schetsplannen en begrootingen voor de ver
plaatsing van het aschland naar een daarvoor aan
gewezen terrein onder Boxum, heb ik de eer hierbij
een en ander aan U in to zenden.
Ik heb daarbij de mij verstrekte aanwijzingen
van den hoer Soutendam in hoofdzaak gevolgd en
waar ik van deze afweek, die afwijkingen met zijn
goedvinden op het plan gebracht.
De begrootingen zijn onafhankelijk van de zijne
opgemaakt on het grooto verschil daarmee is allicht
te wijten aan de verschillende wijze, waarop wij
onze berekeningen maakten.
Voor do berekening van do kosten voor ont
eigening der benoodigde landerijen, welke bij den
heer Soutendam ontbreekt, kreeg ik de noodige
inlichtingen van den heer van der Molen uit
Buitenpost, die van Uwentwege met de onderhan
delingen daarvoor belast is geweest.
Zooals uit de begrooting (bijlage O) blijkt, be-
loopen deze onteigeningskosten nog een totaal van
bijna 51000.waarvoor de gemeente ook in
het bezit komt van de voorloopig niet noodige
grooto driehoeken, op bijlage N aangeduid met de
roode letters D. E. F. en F. G. H., in oppervlakte
groot ongeveer 2,56,00 en 0,78,00 Hectarete
zamen 8,34,00 H.A.
Wel is waar zou do gemeente deze stukken land
weer kunnen overdragen aan de eigenaren, maar
Aankoop van terrein50,702.71
Verbreeding der Boxumer Zool32,708.
Het maken van een haven19,574.80
Het maken van een spoorverbinding 19,982.95
Spoorlijn langs de oude loodsen7,500.
Het overbrengen der oude loodsen en deze
geheel in orde maken met kelders enz11,423.36
Het bouwen van 5 nieuwe loodsen onder één dak 16,932.13
In orde brengen van het terrein met bestrating,
toegangsweg en nieuwe slooten voor afwatering. 6,532.20
Het van den polder afscheiden van de door de
gemeente te koopen terreinen om daardoor de
maalgelden enz. te ontgaan en te voorkomen, dat
het polderwater door het aschland bevuild wordt 719.40
Het bouwen van 8 werkmanswoningen, op
zichterswoning met kantoor, schaft- en waschlokaal
en retirade22,727.
Verlichting van het terrein500.
Verbrandingsoven3,000.
Van de uit te voeren werken aan winst en
risico voor den aannemer 10 0 '014,132.30
Van de uit te voeren werken aan verzekering
van werklieden, toezicht enz. 5 7,065.15
voor diversen, dadelijk niet te noemen 7,500 -
Totaal 221,000.—
Wordt in plaats van een basaltkade langs de
haven een eikenhouten beschoeiing gemaakt, dan
verminderen de kosten met5,796.
ze moet beginnen met ze te koopen tegen 56.—
per are en zou er slechts voor terugkrijgen 20.
per are of totaal 6680.
Daar dit een enorm verschil maakt, meende ik
niet op zulk een teruggave te moeten rekenen,
vooral omdat allicht bij eventueele uitbreiding, de
gemeente weer enorme sommen zou moeten betalen
en ook omdat het hierop groeiende grasgewas aan
den stads reinigingsdienst uitnemend te stade komt.
Het voor aschland te bestemmen terrein bestaat
uit twee gedeelten, op het eerste zijn de woningen
ontwor pen en op het tweede de eigenlijke inrichting.
Do woning voor den opzichter bevat, behalve
kamer, slaapkamer en keuken, een kantoor voor
den dienst met afzonderlijken toegang. Bijlage F
geeft hiervan een voorstelling.
De werkmanswoningen zijn vier aan vier gedacht
om de bewoners gelegenheid te geven zoo dicht
mogelijk bij den, hun voor 't verbouwen van tuin
vruchten aan te wijzen, grond te kunnen wonen.
Op de ontworpen wijze kan elk van uit zijn huis
dadelijk in zijn tuin komen; wat veel voordeelen
geeft aan de gebruikers, terwijl de kosten er niet
noemenswaard hooger door worden.
Op het eigenlijke werkterrein zijn behalve de
loodsen, nieuw en oud, ook nog ontworpon
a. een kantoortje om den opzichter, bij het werk
zijnde, een tijdelijk onderdak te bezorgen
b. een schaft- en kleedlokaal volgens bijlage G
c. een retirade volgens bijlage H.
Misschien staat deze laatste wel een weinig dicht
bij do schaftkamer, maar daaraan kan gemakkelijk
worden tegemoet gekomen.
De spoorbaan heb ik niet alleen dubbel, om te
kunnen wisselen, maar driedubbel gemaakt, waardoor
ongeveer f 7500.— meer noodig is, dan eorst ge
dacht werd.
Toch acht ik deze lijn van belang en ook de
heer Soutendam doet dat omdat deze
lo. uitnemend geschikt is om in den winter bij
dicht water de wagons met karren zoo dicht moge
lijk bij de compostloodsen te krijgen en
2e. om nog gelegenheid te hebben ook uit die
loodsen, zonder veel verhooging van kosten per
spoor te kunnen verzendon.
De spoorweg langs do nieuwe loodsen is gedacht
een weinig lager te liggen dan het niveau dei-
loodsen om daardoor het beladen der waggons ge
makkelijker te maken, terwijl langs de oude loodsen
hot spoor juist met de bestrating om de loodsen
gelijk gemaakt is, om het vuil direct van de karren
in de loodsen te kunnen schuiven en tevens gelegen
heid te hebben over de spoorbaan met gewoon
karmateriaul te kunnen rijden.
Ik kom met de begrooting van het spoor belang
Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Bijl. ïl(). 2ö.
rijk lager dan de heer Kalt, maar weet niet waar
aan dit te wijten is. Misschien stelt deze meerdere,
mij onbekende eischen. Is dat zoo, dan moet allicht
hiervoor nog iets gerekend worden.
De haven is gedacht uit te voeren met basalt
kaden, op de wijze als in Dronrijp door ons, en
aan de Westerkade door de Tramweg Maatschappij
zijn gemaakt.
Wil men walbeschoeiïng van eikenhout, dan zullen
de kosten van de haven, die totaal op 20.000.-
komen, met niet meer dan een kleine 6000.—
kunnen worden verlaagd. Ik heb gerekend op
bazalt en daarmee is men er af, terwijl hout niet
meer dan 30 jaar mee kan.
De verbreeding van de Boxumer Zool is gedacht
in tweeën uit te voeren.
Eerst zal worden begonnen met den verkoop van
den bovengrond, die per schip wel tot een 70 cM.
onder peil kan worden weggehaald. (Zie bijlage
M. profil 1) en misschien nog wat opbrengt, maar
waarop niet gerekend is.
Daarna zal de geheele zool tusschen Sneekervaart
en aschland met inbegrip van de haven worden
drooggemaakt en zoowel het uitgraven als het ver
sterken der kanten in den droge worden uitgevoerd.
De uitkomende specie moet dan per Décauville
spoor naar het aschland gebracht worden, om daar
op verschillende plaatsen voor ophooging te dienen.
Het bevaren van dit vaarwater met een motor
boot en daarachter gesleept wordende pramen, stelt
daaraan nog eenige eischen met het oog op de
verplaatsing van het water.
De heer Landeweer meende voor de hem bekende
vaartuigen en de gewenschte snelheid, voor het
vaarwater een breedte te moeten vragen van haast
20 Meter.
Aan
de Commissie voor de verplaatsing
van het Aschland.
De kapiteins der booten van Grouw en Warga,
hiernaar ook gevraagd, gaven op 12 a 14 Meter.
Nu heb ik op grond van de reeds met de aan
liggende eigenaren gevoerde onderhandelingen,
waarmee over eene verbreeding van ten hoogste 5
Meter is gecontracteerd, ook maar niet méér be
rekend en dan kan de zool ook nog ongeveer 13
Meter breedte krijgen, maar toch is het goed U
daarop te wijzen om latere teleurstelling- te ver
mijden en wordt het hierdoor duidelijk, dat het
van belang is de wallen, die bij een smal vaarwater
veel meer te lijden hebben, dan bij een breed,
zoo goed mogelijk te versterken.
Daarop is dan ook gerekend, wat niet alleen de
gemeente ten goede komt, die de zool op diepte
moet houden, maar ook de eigenaren der gronden
ter weerszijden, die dan ook in dat opzicht reeds
eischen gesteld hebben.
De te gebruiken dcelen voor de steekschoeiïng
moeten dan ook zoo dicht mogelijk tegen elkaar
sluiten, wil men het uitspoelen van den grond
zooveel mogelijk tegengaan.
Het toepassen hiervoor van oude spoorwegdwars
liggers is dan ook, gesteld dat men ze krijgen kan,
hier bepaald af te raden.
Voor de losplaatsen van aschkarren in de stad,
zijn, zooals op bijlage L is aangegeven, drie plaatsen
gedacht, die daarvoor geschikt zouden zijn, op bij
lage K voorgesteld en op bijlage I begroot.
De inrichting is op zulk een wijze gedacht, dat
een praam er gedeeltelijk onder liggen kan en twee
karren te gelijk kunnen lossen. De genomen hoogte
is voor de karren wel niet noodig, maar wel voor
de werklieden, die anders te veel last van stof
zouden hebben, gewenscht.
De Directeur der Gemeentewerken,
W. C. A. HOFKAMP.
287