Bijlage no. 41.
VERPLAATSING VAN HET ASCHLANO (bijlage
no. 25 van 1907).
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907.
nadat rekening is gehouden met het navolgende:
a. de betrekkelijke terreinen worden in erfpacht
uitgegeven, waarvan de duur afloopt in het jaar
1990;
b. de canon wordt bepaald op 4' /2 °/o van
waarde van den grond
c. de waarde van den grond wordt bij raads
besluit vastgesteld
d. de waardebepaling wordt in het jaar 1965 aan
eene herziening onderworpen.
Leeuwarden, 7 December 1907.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
ZIMMERMAN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
356
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Bijl. 7)0. 41.
Litt. a. Advies der
Commissie ad hoe.
LEEUWARDEN, 14 December 1907.
Bij Uw schrijven van 9 dezer werd in onze handen
gestold het advies van de Gezondheidscommissie
omtrent het door ons ingezonden voorstel tot ver
plaatsing van het aschland (bijlage no. 25 tot het
raadsverslag van 1907), met verzoek U mede te
deelen of de in dat advies aangevoerde punten ons
aanleiding geven in bedoeld voorstel wijziging te
brengen, terwijl door U tevens eene bepaalde con
clusie, welke aan het voorstel zal belmoren te
worden toegevoegd, wordt tegemoet gezien.
Naar aanleiding van de eerste ons gegevene
opdracht kunnen wij mededeelen dat wij, na van
het rapport te hebben kennis genomen, geen reden
zien wijziging in ons voorstel te brengen en wel
op de volgende gronden.
Ons is opgedragen te onderzoeken óf, en op
welke wijze eene verplaatsing van het aschland
tot uitvoering zoude kunnen komen, waaraan wij
hebben voldaan.
Een onderzoek echter naar de noodzakelijkheid
of wenschelijkheid daarvan, hetwelk de eerste sub
commissie in ons voorstel miste, was ons niet op
gedragen uit het feit, dat de motie waarin werd voor
gesteld ons de opdracht te geven, zooals die door ons
is uitgevoerd, in de vergadering van den Raad van
13 October 1903 met algomeene stemmen is aan
genomen, mag trouwens worden afgeleid, dat de
Raad althans van de wenschelijkheid der verplaatsing
overtuigd was, terwijl het aantoonen der nood
zakelijkheid daarvan, zooal niet onmogelijk, zeker
hoogst bezwaarlijk zoude zijn.
Het was ons intusschen aangenaam te vernemen,
dat de eerste sub-commissie verplaatsing als eene
verbetering van den bestaanden toestand zoude
toejuichen.
Dat die commissie, om het plan goed te kunnen
beoordeelen, gaarne eene vergelijking met andere
steden had gezien, die in min of meer gelijke om
standigheden verkeerden, achten wij begrijpelijk,
doch even duidelijk zal het zijn dat wij bij de reeds
talrijke bemoeiingen, die het onderzoek, ons opge-
Aan Heeren
Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden.
dragen, ons veroorzaakte, deze niet tot de gewenschte
vergelijking hebben uitgestrekt, welke trouweus
daarop zoude zijn neergekomen, dat wij ons in ver
binding hadden moeten stollen met de besturen van
alle plaatsen waar de reinigingsdienst in verband
mot do beteekenis der plaats van eenig belang zou
kunnen zijn, waarna, om volledig te zijn, allicht
een uitgebreid onderzoek in loco had moeten volgen.
Trouwens, wij meenen, dat op hot nut van dit
onderzoek wel valt af te dingen, daar de inrichting
van den reinigingsdienst en van de aschbelt op elke
plaats met het oog op do wijze van vervoer der
bereide meststoffen en het gebruik dat daarvan
wordt gemaakt, en dus ook in onze gemeente, aan
bepaalde eischen, die elders weer geheel anders
kunnen zijn, moet voldoen.
Een overzicht van de verschillende systemen
van behandeling van huis- en straatafval, en de
verbranding daarvan, welke de commissie wensche-
lijk had geacht, is door ons niet gegeven, omdat
deze alle gemeen hebben dat èn de faecaliën
èn alle daarvoor vatbare afval of wel alleen de
laatste worden vernietigd, zonder dat de opbrengst
daarvan ten goede komt aan de gemeente, wat wij
zeker nu juist niet zouden hebben voorgesteld, nu
sedert eenigen tijd de behandeling der faecaliën
met turfmolm blijkt een middel te zijn om zonder
verspreiden van stank van eenige beteekenis, een
zeer gewilde meststof te verkrijgen.
Zeer begrijpelijk vinden wij dan ook den wensch
der sub-commissie om te weten of aan de tegen
woordige behandeling der faecaliën met turfmolm
geene uitbreiding ware te geven, en naar dit punt
was dan ook reeds een onderzoek ingesteld
met het gevolg dat wij, na door den Directeur
der gemeentereiniging te zijn ingelicht, geene vrij
heid vinden verwerking der faecaliën uitsluitend
met turfmolm voor te stellen, welke trouwens vol
gens zijne zienswijze, op het tegenwoordig aschland
zonder uitbreiding niet wenschelijk ware.
Voldoende aan de tweede, ons in Uw schrijven
van 9 dezer gegevene opdracht, komen wij tot de
boven reeds vermelde slotsom, dat na kennisneming-
van het in onze handen gesteld advies der Gezond
heidscommissie, wij den Raad moeten blijven voor
stellen de verplaatsing van het aschland op de door
ons in bijlage 25 van 1907 aangegevene wijze om
aan den hinder, die ook die commissie acht te
bestaan, op afdoende wijze een einde te maken.
De Commissie ad hoe,
J. BAART DE LA FAILLE.
SCHOONDERMARK.
A. MENALDA Hz.
357