Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad, van Leeuwarden, 1907.
kwam. Het netto provenu kan dan nu geschat
worden op 89.63s, zoodat ook bij dezen opzet de
bijdrage in de annuiteit naar denzelfden maatstaf
als bij het eerste besluit moet worden berekend, in
't geheel alzoo 1710.35', of indien Rijk en Gemeente
elk de helft dragen, ieder 855.18.
Met het oog op mogelijke bezwaren van wotte-
lijken aard is de bijdrage ad 1200. omgezet in
eene annuiteit, waarvan het kapitaal naar 3'/4
ƒ29.455.bedraagt, dat dan ook thans zal moeten
worden voorgeschoten. Het is, gelet op het onder
scheid van dit met het hiervóór behandelde voor
schot, wenschelijk voorgekomen elk van beide in een
afzonderlijk geformuleerd raadsbesluit op te nemen.
Het verschil met de bijdrage van 1200.zooals aan
vankelijk was besloten komt nog hierin uit, dat zij
toen los van een voorschot voor onbepaalden tijd was
verleend, terwijl zij thans in een 50-jarige annuiteits-
bijdrage is veranderd.
Onder overlegging van al de stukken, waaronder
mede het opnieuw ingewonnen advies der Gezond
heidscommissie, gegeven bij schrijven van 28 Decem
ber 1906 hebben wij de eer U voor te stellen te
besluiten
I. In te trekken Uw besluit van 28 Augustus
1906 no. 306R/127.
II. Ten behoeve van den aan de Woningveree-
niging Leeuwarden te verstrekken geldelijken steun
van gemeentewege aan te vragen uit 's Rijks kas
a. een voorschot, ten hoogste groot 293,776.
en eene jaarlijksche bijdrage, ten hoogste groot
855.18;
Dit stuk is niet gedrukt, doch zal op de gewone wijze
voor de leden van den Raad ter visie liggen.
b. een voorschot groot 29.455.— en eene jaar
lijksche bijdrage groot 600.
IIT. Onder voorbehoud dat het respectievelijk sub
II a en II b gevraagde wordt verstrekt, aan de
Woningvereeniging voornoemd van gemeentewege
te verleenen
a. een voorschot, ten hoogste tot een bedrag
van 293,776.
b. een voorschot tot een bedrag van 29,455.
c. een jaarlijksche bijdrage in de betaling der
50-jarige annuiteit van het voorschot, sub III a,
ten hoogste tot een bedrag van 1710.35';
d. een jaarlijksche bijdrage in de betaling der
50-jarige annuiteit van het voorschot, sub III b, tot
een bedrag van 1200.
IV. Tot het geven aan voornoemde Vereeniging
van vergunning tot:
a. straataanleg op het kadastrale perceel ge
meente Leeuwarden, sectie G no. 4832 c. a.
b. straataanleg op de kadastrale perceelen, ge
meente en sectie als boven, nos. 5691 en 3476 c. a.
en daartoe vast te stellen de sub litt. B in ontwerp
aangeboden besluiten I en II.
V. Tot het verzenden aan Ged. Staten van den
brief, die onder litt. C hieronder is afgedrukt.
Leeuwarden, 16 Januari 1907.
ZIMMERMAN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
70
Litt. B. Ontwerf-Besluiten. Ontwekp I.
De Raad der gemeente Leeuwarden,
Overwegende, dat bij het d.d. December 1905 in
gediend adres van het bestuur der Woningvereeni
ging Leeuwarden, toegelaten bij Kon. besluit van
31 Maart 1905 als Vereeniging uitsluitend werk
zaam in het belang van verbetering der volkshuis
vesting en bij het schrijven dierzelfde Vereeniging,
ingekomen 23 Juli 1906, mededeeling is gedaan van
haar voornemen om in de eerstvolgende jaren een
300-tal woningen te stichten, waarvan in de eerste
drie jaren 73 op het kadastrale perceel gemeente
Leeuwarden, sectie G. no. 4832 aan het Noordvliet bij
de oude Poppebrug, 107 op de perceelen nos. 5691
en 3476 aan het Zuid vliet nabij de Emmakade N.Z.,
en 19 op een terrein aan den Wissesdwinger, ten
einde in de woningtoestanden in deze gemeente
verbetering aan te brengen
terwijl voorts werd te kennen gegeven
dat het kostenbedrag dezer plannon, waaronder
mede de verkrijging van een gedeelte bouwterrein
der gemeente op bouwblok VII der terreinen ton
Noorden van het Nieuwe Kanaal en van de Schip-
persschool en andere, w.o. aan particulieren be-
hoorende, perceelen aan den Wissesdwinger, op
ƒ362,718.was geraamd, waartegenover de Ver
eeniging een eigen volgestort kapitaal ad 12,500.
kon stellen, zoodat nog ten hoogste over rond
351,200.de beschikking moest worden ver
kregen
dat zij daartoe een beroep op de gemeente deed
en verzocht haar dit bedrag, met gebruikmaking
van de in do Woningwet daartoe aangewezen mid
delen, a 3'/4 voor te schieten, waarbij de Ver-
niging gehouden zou zijn dit kapitaal in 50 gelijke
annuïteiten af te lossen;
dat zij daartoe jaarlijks f\4,304.38zou moeten be
talen, doch uit de huuropbrengst niet meer dan de
rente van dit kapitaal en eene matige afschrijving,
in totaal op 12,589.24 becijferd, zou mogen ver
halen, zoodat haar in verband met de 50-jarige
annuiteit eene jaarlijksche tegemoetkoming in de
annuiteit van 1,715.14 hoogstens (of zooveel minder
als de bouwkosten minder zouden bedragen dan ge
raamd is) moest worden verleend;
dat op een en ander bij besluit van 28 Augustus
1906, no. 306R/127 gunstig is beschikt;
Overwegende ten aanzien van het in verband met
bovenstaand besluit van Ged. Staten ontvangen
schrijven d.d. 22 November 1906, no. 60, 3e afd. St.,
dat het nader wenschelijk gebleken is
de medewerking der gemeente te onthouden aan
dat gedeelte der plannen van de Woningvereeniging
dat betrekking heeft op de Wissesdwinger;
van vorenstaand besluit, voorwaarde B I c te
wijzigen en voorwaarde B I g te doen vervallen
van de vereeniging te eischen de bij art. 6 der
71