110
Bijl aye No.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden, 1907.
Ontwerp II.
De Raad der Gemeente Leeuwarden,
Overwegende dat wijziging der verordening op de
inrichting en het gebruik van de Algemeene Begraaf
plaats en de Begrafenissen in de gemeente Leeuwarden
(Gemeenteblad 1888 no. 19) gelijk zij nader is ge-
Art. 4. wijzigd, wenschelijk is
Gelet op de voorschriften der Wet tot vaststelling
van bepalingen betrekkelijk het begraven van lijken,
de begraafplaatsen en de begrafenisregten (vast-
gesteld den lOen April 1869 Stbld. no. 65), gelijk
met het uitsluitend recht om daarin liiken te doen
J zij nader is gewijzigd;
begraven.
BESTAARDE ARTIKELEN.
De grafruimten in de vier eerste afdeelingen
worden uitgegeven
a. in eigendom, dat is voor onbepaalden tijd
b. in gebruik, met het uitsluitend recht om
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
minstens gedurende tien jaren een of meer lijken Besluit
in die ruimte te doen begraven. T
I. het woord „tien m het eerste lid van artikel
c. in gebruik voor eene begraving.
4 en in het derde hd van artikel 16 van voornoemde
een en ander onder de voorwaarden, bil deze ver-
verordening te vervangen door het woord „vijftien.''
ordening vastgesteld, en tegen betaling der rechten
bij het tarief van begrafenisrechten bepaald. II. aan artikel 18 een nieuw tweede lid toe
De graven in do 5e afdeeling worden, zoo noodig, te voegen van dezen inhoud
kosteloos ten gebruike gegeven. Wat het aanleggen van graftuinen en het planten
Art 13. van boomen of andere gewassen aangaat, wordt de
m vergunning slechts geacht gegeven te zijn onder
Tot het oprichten van gedenkteekenen, kruisen 3 1
j. i i i i voorwaarde, dat de beplanting gehouden wordt binnen
ot andere verhevenheden, tot het aanleggen van
den omvang van de uitgegeven ruimte.
grattuinen, gelijk mede tot het planten van boomen 33
of andere gewassen, op in eigendom uitgegeven
graven, wordt de vergunning van Burgemeester en
Wethouders vereischt, onverminderd de betaling
van de daarvoor verschuldigde rechten.
Art. 16.
De uitgifte van grafruimten voor een bepaalden
tijd geschiedt tegen betaling van het daarvoor ge
stelde recht, door inschrijving in het register.
Eene acte van ingebruikgeving wordt in dit geval
ten koste van den gebruiker opgemaakt.
Deze uitgifte geeft aan den rechthebbende de
bevoegdheid om gedurende den bepaalden, bij de
acte aangewezen tijd van minstens tien en hoog
stens dertig jaren, uitsluitend over de grafruimte
te beschikken. Ten aanzien van dit recht van gebruik
zijn toepasselijk de bepalingen van de artikelen 5,
6, 7, 8, 9, 12, 13, 14 en 15, met dien verstande dat
de in artikelen 12 en 13 genoemde voorwerpen,
na verloop van den tijd, waarvoor het recht is
verleend, ter beschikking zijn van den rechthebbende,
zonder dat deze in geval van verlies of beschadi
ging daarvoor eenige aanspraak tegen de gemeente
kan doen gelden.
De uitgifte van grafruimten van ééne begraving
geschiedt insgelijks tegen betaling van het daarvoor
gestelde recht, door enkele inschrijving in het
register.
III. te bepalen dat deze wijziging in werking
treedt den len Juli 1907.
De Raad voornoemd.
Bijlage tot hot verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. ItO.
WIJZIGING der Concessie voor de Drinkwaterleiding.
Aan den Gemeenteraad.
Door den Directeur der Leeuwarder Waterleiding-
Maatschappij is tot ons college, ingevolgo art. 25
der concessievoorwaarden, het verzoek gericht hem
vergunning te verleenen tot het leveren van water
ten behoeve van stations, halten, wachterswoningen
enz. langs do lijnen der Exploitatie- en Hollandsche
Maat schappij en
Op ons schrijven om nadere inlichtingen bleek
dat bij langdurige droogte ten hoogste 75 M3 per
iveek zou noodig zijn, terwijl het maximum-water-
verbruik per day in Leeuwarden op 1 September 1906
1995 M3 heeft bedragen. Benadeeling van Leeuwar
der belangen zou van de inwilliging van het verzoek
dus niet te duchten zijn, doch waar ook vroeger
reeds soortgelijke aanvragen van de Waterleiding-
Maatschappij inkwamen, kwam het gewenscht voor
aan een gunstige beschikking, ingevolge artikel 25,
voortaan de voorwaarde te verbinden dat 20 van
de bruto opbrengst van het aldus verstrekte water
aan de gemeente zal worden uitgekeerd. Die voor
waarde, waarmede de Maatschappij zich kan vor
eenigen, moet dan evenwel in de concessie worden
opgenomen, op de zelfde wijze als zij krachtens
raadsbesluit van 24 December 1901 reeds geldt
voor de bij de concessie toegestane doorloopende
vergunning om leidingwater te leveren en daartoe
aan de persbuis aansluitingen te maken ten behoeve
van perceelen in de gemeenten Leeuwarderadeel,
Rauwerdorhem en ldaardoradeel.
Voor een juiste controle, zoowel op de opbrengst
van het in deze laatste gemeenten geleverde water, als
van hetgeen voortaan met vergunning van Burge
meester en Wethouders door de Maatschappij naar
buiten wordt verstrekt, is er bovendien door de concos-
sionarisse geen bezwaar in gevonden het gemeente
bestuur te allen tijde in haro boeken inzage te ver
leenen, evenals dit in art. 18 ook reeds is bepaald
voor de beoordeeling of en zoo ja, welk aandeel
der gemeente in de winst der Maatschappij toekomt.
Wij hebben alzoo de eer U voor te stellen te
besluiten
Artikel 25 der concessievoorwaarden voor den
aanleg en de exploitatie der drinkwaterleiding nader
te doen luiden als volgt:
De concessionaris verbindt zich geen water uit
deze waterleiding buiten de grenzen der gemeente
Leeuwarden te leveren zonder goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders.
Met afwijking van het in het vorige lid bepaalde
wordt hem, met inachtneming van do artikelen 2
en 3 der concessievoorwaarden, gedurende den duur
dor concessie vergunning verleend, water uit de
waterleiding te leveren ten behoeve van perceelen
in do gemeenten Leeuwarderadeel, Rauwerderhem
en Idaarderadeel en tot dit doel aansluitingen aan
de persbuis te maken.
Van de bruto-ontvangsten voor het krachtens de
beide vorige leden geleverde water wordt door den
concessionaris 20 °/0 aan de gemeente Leeuwaiden
betaald. Het bepaalde bij het 6e lid van art. 18
dezer concessievoorwaarden is ten deze toepasselijk.
Leeuwarden, 13 Februari i 907.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
Burgemeester.
Secretaris.
111