Bijlage no. 17.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Bijl. HO. 1 i
HERNIEUWDE VASTSTELLING van de ver
ordening tot wijziging der Bouw
verordening (bijlagen nos. 4, 7,
8, 9, 10 en 12 van 1907).
Aan den Gemeenteraad.
Aan Uwe Vergadering hebben Gedeputeerde
Staten een schrijven doen toekomen naar aanleiding
van de aan dat college voor zooveel noodig ter
goedkeuring ingezonden, den 9 April 1.1. vastgestelde,
verordening tot wijziging der Bouwverordening,
welk schrijven door den burgemeester bij onze
Commissie aanhangig is gemaakt, ten einde de
voorstellen, waartoe het mocht leiden, bij U in te
dienen.
In de eerste plaats maken Gedeputeerde Staten
een opmerking van den Inspecteur der Volksge
zondheid, betreffende de wijziging, die art. 46 bij
de laatste herziening heeft ondergaan, tot de hunne.
Gelijk in de memorie van toelichting was aange-
teekend, is het eerste lid van dat artikel toen met
de wettelijke terminologie in overeenstemming ge
bracht en het tweede op grond van strijd met de
wet geschrapt.
Torecht wordt dienaangaande thans opgemerkt,
dat de zinsnede die nu de tweede alinea geworden
is daarmede hare beteekenis verloren heeft niet
alleen, maar mede dat evenzeer is nagelaten, inge
volge het eerste lid van art. 8 der Woningwet, voor
schriften vast te stellen, waaraan als woning in
gebruik te nemen gebouwen moeten voldoen.
In het hieronder volgend ontwerp-besluit is in
die leemte voorzien.
Be missive brengt verder onder Uwe aandacht
het ontbreken in art. 12 der Bouwverordening van
eene regeling met betrekking tot den onderlingen af
stand van achtergevels van gebouwen. Gelijk bekend,
wordt hierin door den Inspecteur der Volksgezond
heid en door do Gezondheidscommissie een grief
tegen de verordening gezocht en herhaaldelijk is
door hen getracht artikel 12 in den gewenschten
zin aangevuld te krijgen. Tot eene verwezenlijking
van dit denkbeeld is het tot dusver evenwel niet
kunnen komen, daar er, noch bij Burgemeester en
Wethouders, noch in de Commissie voor de Openbare
Werken, noch in de onze, eene meerderheid voor
is te vinden geweest, terwijl een betreffend voorstel-
Baart do la Faille in Uwe Vergadering van den
9den April 1.1. is verworpen.
Ingevolge de uitnoodiging in hot meergemelde
schrijven vervat, heeft op grond van het vooraf
gaande de Commissie voor de Strafverordeningen
de eer IT voor te stellen te besluiten:
1. aan te vullen artikel 46 der Bouwverordening,
gelijk dat is gewijzigd bij raadsbesluit van 9 April
1907 no. 81r/47 en vervolgens laatstgenoemd besluit
van eene nieuwen datum van vaststelling te voorzien;
en daartoe te nemen het in ontwerp overgelegde
besluit;
2. het schrijven van Gedeputeerde Staten van
28 Mei 1907 3e afdeeling Statistiek no. 55, voor
zooveel de opmerking naar aanleiding van artikel
12 der Bouwverordening aangaat, aan te nemen
voor kennisgeving.
Leeuwarden, 3 Juni 1907.
De Commissie voor het ontwerpen
van Strafverordeningen
de Voorzitter,
ZIMMERMAN.