Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908.
4. Alvorens eenige uitbetaling kan plaats hebben,
moeten, voor zoover niet door Burgemeester en
Wethouders aan den erfpachter kennis is gegeven,
dat dit niet wordt verlangd
a. de grond en gebouwen ontruimd en ter vrije
beschikking van de gemeente zijn gesteld
b. van het te niet gegaan zijn van het erfpachts-
recht de vereischte aanteekening zijn gedaan in
de openbare registers onder verwijzing naar het
betrekkelijke raadsbesluit.
5. Zoolang niet de toewijzing, bedoeld in het
2e lid, of de uitgifte, bedoeld in het le lid bis tot
stand gekomen, kunnen Burgemeester en Wethouders
verklaren af te zien van hun verlangen tot toe-
passing van dit .artikel. Zij zullen daarvan onver*
wij ld kennis geven aan den erfpachter en de inge*
schreven hypothecaire schuldeischers.
Na die kennisgeving wordt het bepaalde bij art.
28 weder van toepassing.
Art. 30.
Bevoegdheid tot herstel door ingeschreven hypothecaire
schuldeischers van verzuimen van den erfpachter.
1. De ingeschreven hypothecaire schuldeischers
zijn, mits met goedvinden van Burgemeester en
Wethouders, bevoegd te doen, wat de erfpachter,
hoewel daartoe volgens de akte verplicht, verzuimt
te doen.
2. Van elke aanschrijving gericht tot den erf
pachter, waarvan de niet-naleving aanleiding tot het
uitspreken der vervallen-verklaring van het recht
kan geven, wordt den ingeschreven hypothecaire
schuldeischers bij aangeteekenden brief onverwijld
afschrift gezonden.
Art. 31.
Recht van de ingeschreven hypothecaire schuldeischers
op de vergoeding enz.
1. Den ten tijde van het te niet gaan van het
recht ingevolge raadsbesluit, waarbij de beëindiging
van het recht op gronden van algemeen nut is uit
gesproken, na vervallen-verklaring, of door verloop
van den termijn ingeval van niet-vernieuwing inge
schreven hypothecaire schuldeischers, wordt door
Burgemeester en Wethouders zoo spoedig mogelijk
kennis gegeven van het bedrag waarop de vergoe
dingen, bedoeld in het le lid van art. 22 en het le
lid van art. 28 zijn bepaald, of van het feit dat zij
gebruik maken van de hun bij art. 29 gegeven be
voegdheid en in dat geval van de opbrengst bedoeld
in het 3e lid van dat artikel.
2. Zij zijn in de gevallen waarin dit recht aan den
erfpachter is toegekend, zelfstandig bevoegd ter
zake de beslissing van deskundigen in te roepen,
behalve wanneer het bedrag der vergoeding, zooals
het door Burgemeester en Wethouders is bepaald,
hunne vordering overtreft.
198
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Hifi. HO. 10.
Art. 32.
Bevoegdheid van de ingeschreven hypothecaire schuld
eischers, ingeval van te niet gaan van het recht
bij beëindiging op gronden van algemeen nut
of na vervallenverklaring of door
verloop van den termijn ingeval
van niet-vernieuwing.
1. Aan de hypothecaire schuldeischers, ingeschre
ven bij het te niet gaan van het recht ingevolge
raadsbesluit, waarbij de beëindiging van het recht op
gronden van algemeen nut of waarbij vervallenver
klaring is uitgesproken, of door verloop van den
termijn, zonder dat vernieuwing plaats vindt, komen
in afwijking van het bepaalde bij artt. 23, 4e lid, 28,
4e lid en 29, 3e lid. de vergoeding, bedoeld in liet
le lid van art. 22, die bedoeld in het le lid van
art. 28 en do netto opbrengst bedoeld in het 3e lid
van art. 29 toe en, na voldoening van dezen, het
overschot aan den erfpachter, zonder dat de dooi
den erfpachter beloopen boete van hetgeen den
hypothecairen schuldeischers volgens liet in dit lid
bepaalde toekomt, zal worden afgetrokken.
2. Het resteerende wordt aan den erfpachter onder
aftrek der beloopen boeten uitbetaald. Zoover die
boeten het overschot overtreffen, blijft de erfpachter
voor de betaling dier boeten aansprakelijk.
3. Zijn partijen overeenkomstig liet 4e lid van
art. 33 naar den rechter verwezen of wordt volgens
die bepaling een rechterlijke beslissing door de
gemeente afgewacht of uitgelokt, dan blijft het
bedrag, waarover strijd loopt, in afwachting van
de beslissing in rechte, bij de gemeente berusten,
en heeft na die beslissing de uitbetaling volgens
de vorige leden van hetgeen alsdan aan de inge
schreven hypothecaire schuldeischers of den erfpach
ter blijkt toe te komen, plaats.
4. De bedragen, die ingevolge het 4e lid van
art. 23, het 4e lid van art. 28 en liet 3e lid van
art. 29 aan den erfpachter moeten worden uitbe-
betaald, worden verminderd met de kosten, die de
gemeente ter zake, bedoeld in het vorig lid heeft
gemaakt, volgens vaststelling door Burgemeester en
Wethouders, en de proceskosten, die te haren laste
mochten zijn gebracht.
De vorderingen der ingeschreven hypothecaire
schuldeischers, bedoeld in het le lid, zullen zich
ook uitstrekken over de kosten van hun proces met
den erfpachter die te hunnen laste zijn gekomen.
Art. 33.
Bepaling van het bedrag, dat de ingeschreven hypo
thecaire schuldeischers ten tijde van het te
niet gaan van het erfpachtsrecht
te vorderen hebben.
1Om te komen tot de bepaling van de bedragen,
die ieder der ingeschreven hypothecaire scliuld-
199