Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908.
a. indien drankmisbruik of andere buitensporig
heden oorzaak van de ziekte of van het lichamelijk
letsel zijn
b. indien blijkt, dat de voorschriften van den
geneeskundige niet in acht zijn genomen
c. indien de werkman, nadat de geneeskundige
hem voor gezond verklaard heeft, of uit andere
omstandigheden blijkt, dat hij zijne werkzaam
heden weder zou kunnen verrichten, zich niet
dadelijk bij het betrokken hoofd van den tak van
dienst aanmeldt
cl. indien de werkman, ofschoon nog niet ge
schikt voor zijn gewonen arbeid, weigert om met
behoud van zijn gewone loon, werkzaamheden te
verrichten, welke hem door het betrokken hoofd
van den tak van dienst in overleg met den genees
kundige die hem heeft behandeld, worden opge
dragen.
Het laatste lid van het vorig artikel is toepas
selijk ten aanzien van de in het tweede lid van dit
artikel bedoelde geneeskundige verklaring.
Art. 42.
Yoor vaste werklieden, wier vast weekloon niet
meer dan 10.50 bedraagt en die met hunne ge
zinnen in het algemeen ziekenfonds „Eendracht
maakt macht" zijn opgenomen, wordt de door hen
verschuldigde contributie bij wijze van loonsver-
hooging van wege de gemeente betaald.
Inwonende kinderen boven de 18 jaar komen
hiervoor niet in aanmerking.
Art. 43.
Indien een vaste werkman eene tijdelijke uitkee-
ring ontvangt of hem eene rente wordt toegekend,
ingevolge de Ongevallenwet 1901, is artikel 39 niet
op hem van toepassing, behoudens zijne aanspraak
op bijpassing, tot een bedrag, waarmede volgens
dat artikel het ziekengeld de hem toegekende uit-
keering of rente overtreft.
Indien de werkman zich verbindt, om bij ont
vangst der uitkeering of rente, deze tot het ver-
eischte bedrag aan het betrokken hoofd van den
tak van dienst af te dragen, kan hem, tot den dag,
waarop de schadeloosstelling betaalbaar is gesteld,
op den gewonen betaaldag bij wijze van voorschot
een ziekengeld worden uitgekeerd, als bij artikel
39 is bepaald.
Art. 44.
Tenzij d9 nagelaten betrekkingen vallen onder
de toepassing van art. 23 lo lid 2°. der Ongeval
lenwet 1901 en behoudens het geval dat van rijks-
of gemeentewege in hunne pensionneering is voor
zien, zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd
om, naar omstandigheden, aan de weduwe van een
overleden werkman of aan zijn minderjarige ouder-
looze kinderen of aan zijn ouders indien hij hun
272
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. 110. 21.
Art. 47.
De werkman, die zich schuldig maakt aan een
der feiten, genoemd in het volgende artikel, kan
worden gestraft met
1°. schorsing met gemis van loon gedurende
die schorsing
2°. loonsverlaging gedurende een bepaalden tijd,
in de loonklasse waarin hij gerangschikt is
3°. verlaging in loonklasse, hetzij voor bepaalden,
hetzij voor onbepaalden tijd
4°. wegzending uit den dienst.
In afwachting van de in artikel 49 bedoelde-
uitspraak van Burgemeester en Wethouders of van
het scheidsgerecht, kan de werkman door het be
trokken hoofd van den tak van dienst onmiddellijk
worden geschorst en zulks, tenzij bij die uitspraak
hieromtrent anders wordt besloten, met behoud
van loon.
Artt. 4850 onveranderd.
eenige kostwinner was, gedurende zes weken na
het overlijden te doen uitkeeren het loon of het
ziekengeld van de week van overlijden.
HOOFDSTUK VIII.
Straffen.
Art. 45.
De werkman, die zich aan een klem vergrijp,
ter beoordeeling van het betrokken hoofd van den
tak van dienst, schuldig maakt, kan door dezen
worden berispt, waarvan hij op door Burgemeester
en Wethouders te bepalen wijze aanteekening houdt.
Art. 46.
De werkman die in den loop van een kalender
jaar voor de derde maal eene berisping ontvangt,
wordt gestraft met verlies van aanspraak op ten
hoogste drie dagen van het eerstkomend jaarlijksch
verlof.
Art. 47.
De werkman, die zich schuldig maakt aan een der
feiten, genoemd in het volgende artikel, kan worden
gestraft met
1°. inhouding van verlofdagen
2°. schorsing met gemis van loon gedurende die
schorsing
3°. loonsverlaging gedurende een bepaalden tijd,
in de loonklasse waarin hij gerangschikt is
4°. verlaging in loonklasse, hetzij voor bepaalden,
hetzij voor onbepaalden tijd
5°. wegzending uit den dienst.
In afwachting van de in artikel 49 bedoelde uit
spraak van Burgemeester en Wethouders of van
het scheidsgerecht, kan de werkman door het be
trokken hoofd van den tak van dienst onmiddellijk
worden geschorst en zulks, tenzij bij die uitspraak
hieromtrent anders wordt besloten, met behoud van
loon.
Art. 48.
De in het vorig artikel bedoelde straffen kunnen
worden opgelegd ter zake van
1°. overtreding van de bepalingen van dit regle
ment of van de bijzondere voorschriften van den
tak van dienst, waarbij de werkman werkzaam is
gesteld
2°. misdrijf waartoe 'de werkman bij in kracht
van gewijsde gegaan rechterlijk vonnis is veroor
deeld
3°. oneerlijkheid en het verstrekken van onjuiste
opgaven
4°. het doen ontstaan van gevaar voor het
publiek, het toebrengen van letsel of het veroor
zaken van schade
5°. dienstweigering, onordelijkheid, of onbe
hoorlijk gedrag tegenover superieuren
273