Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908.
6°. het door voordeelen of beloften zich laten
verleiden tot ongeoorloofde handelingen of tot be
gunstiging
7°. het volgen van ergerlijk levensgedrag of
het uiten van ergerlijke taal, mondeling of in ge
schrifte
8°. dronkenschap in den dienst of herhaalde
dronkenschap buiten dienst en het doen brengen
of medenemen van sterken drank op het werk
9°. verzuim van dienst zonder verlof, tenzij
wegens gegronde redenen, ter beoordeeling van
het betrokken hoofd van den tak van dienst
10°. aansporing en uitlokking van een gemeente
werkman tot het plegen van bovengenoemde feiten.
Van alle krachtens de artt. 46 en 47 opgelegde
straffen en de redenen waarom die straffen worden
opgelegd, wordt door het betrokken hoofd van den
tak van dienst aanteekening gehouden in de registers,
bij eiken tak van dienst aangelegd en ingericht op
door Burgemeester en Wethouders aan te geven
wijze.
Art. 49.
Het betrokken hoofd van den tak van dienst
doet van zijn oordeel of tot het opleggen van straf
moet worden overgegaan, of van het uitspreken
der derde berisping als bedoeld in art. 46 binnen
twee dagen nadat het strafbare feit te zijner kennis
is gekomen of de berisping is uitgesproken, mede-
deeling aan Burgemeester en Wethouders.
Burgemeester en Wethouders doen in hunne ge
wone vergadering, eerstvolgende op den tweeden
dag na ontvangst dier mededeeling, uitspraak of
de werkman strafbaar is en welke straf hem kan
worden opgelegd of, ingeval de mededeeling het
uitspreken der berisping betreft, in welke mate de
straf, bedoeld in art. 46, kan worden opgelegd, en
geven hiervan kennis aan het betrokken hoofd van
den tak van dienst en, behalve in het geval dat
de uitspraak behelst, dat geen straf wordt opgelegd,
mede aan den werkman, die bevoegd is binnen
drie dagen na ontvangst van deze kennisgeving
aan Burgemeester en Wethouders mede te deelen,
dat hij de beslissing van het scheidsgerecht inroept.
Maakt de werkman van de in het vorig lid be
doelde bevoegdheid tot het inroepen dier beslissing
binnen den daar gestelden termijn gebruik, dan
doen Burgemeester en Wethouders daarvan binnen
vier dagen, nadat het bericht te hunner kennis is
gekomen, mededeeling aan het scheidsgerecht, dat
in hoogste ressort de uitspraak doet invoege als
volgens hot vorige lid anders van Burgemeester
en Wethouders ware uitgegaan. Van de uitspraak
van het scheidsgerecht wordt onmiddellijk aan
Burgemeester en Wethouders en aan den werkman
kennis gegeven.
Binnen de grenzen dier uitspraak leggen Burge
meester en Wethouders de straf op en doen daar-
274
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. HijHO. 21.
Art. 51.
De dienstbetrekking eindigt
1°. door overlijden van den werkman
2°. door ontslag
3°. door opzegging van de zijde van de gemeente
of van den werkman
4°. door wegzending uit den dienst bij wijze
van straf
5°. voor zoover betreft tijdelijke werklieden,
door het verstrijken van den tijd waarvoor zij zijn
aangesteld, of na 104 weken onafgebroken dienst
als zoodanig
6°. voor zoover betreft aankomende werklieden,
door het bereiken van den leeftijd van 20 jaar.
Artt. 5254 onveranderd.
van mededeeling aan het betrokken hoofd van den
tak van dienst en aan den werkman.
De termijnen, in het tweede lid genoemd, moeten
in acht worden genomen op straffe van de handeling
met nietigheid te treffen, die binnen die termijnen
moest worden verricht.
Art. 50.
De instelling, samenstelling en wijze van werken
van het scheidsgerecht wordt bij afzonderlijke ver
ordening geregeld.
Deze verordening bepaalt tevens in hoeverre de
beslissing van Burgemeester en Wethouders of van
het scheidsgerecht kan worden ingeroepen, indien
de werkman zich met de schadebepaling van het
betrokken hoofd van den tak van dienst, zooals
geregeld is in artt. 19, laatste lid en 20, laatste lid,
niet vereenigt.
HOOFDSTUK IX.
Einde van de dienstbetrekking.
Art. 51.
De dienstbetrekking eindigt
1°. door overlijden van den werkman
2°. door ontslag
3°. door opzegging van de zijde van de gemeente
of van den werkman
4°. door wegzending uit den dienst bij wijze
van straf;
5°. voor zoover betreft tijdelijke werklieden,
door het verstrijken van den tijd waarvoor ze zijn
aangesteld, of behoudens de bepaling van het tweede
lid van art. 9, na 52 weken onafgebroken dienst
als zoodanig
6°. voor zoover betreft aankomende werklieden,
door het bereiken van den leeftijd van 20 jaar.
Art. 52.
Het ontslag wordt verleend aan vaste werklieden
door Burgemeester en Wethouders op voordracht
van het betrokken hoofd van den tak van dienst
en aan tijdelijke werklieden door dat hoofd, een
en ander op eene deswege gedane aanvraag, schrif
telijk bij vaste en mondeling of schriftelijk bij
tijdelijke werklieden.
Opzegging van de zijde der gemeente heeft plaats
op dezelfde wijze als het ontslag bij gebleken
onvoldoende geschiktheid van den werkman of
wanneer de aard en de omvang der werkzaamheden
de opzegging wenschelijk maken, een en ander
volgens het oordeel van het betrokken hoofd van
den tak van dienst.
Art. 53.
De opzeggingstermijn door de gemeente en den
werkman in acht te nemen is voor een vasten werk
man vier weken en voor een tijdelijken werkman
één week.
275