Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Art. 55. Indien de tijdelijke werkman na 104 weken onaf gebroken dienst nog niet in vasten dienst is over gegaan, kan het betrokken hoofd van den tak van dienst hem, onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, telkens weer voor den tijd van ten hoogste één jaar aanstellen. Art. 56. Dit reglement treedt in werking op een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen tijdstip. Het kan worden aangehaald onder den titel „Werk liedenreglement voor de gemeente Leeuwarden". Art. 57 gelijk aan art. 56. Art. 58. Binnen 2 maanden na het in werking treden van dit reglement beslissen Burgemeester en Wet houders in hoeverre tijdelijke werkliieden, die 104 achtereenvolgende weken of langer in onafgebroken gemeentedienst zijn geweest, nog wederom voor ten hoogste een jaar in dienst zullen blijven of den dienst zullen verlaten. In het laatste geval zullen evenwel zij, die zich Burgemeester en Wethouders kunnen bij een vasten- en het betrokken hoofd van den tak van dienst bij een tijdelijken werkman de opzegging ook eerder doen ingaan, evenwel onder uitkeering van het volle loon. Art. 54. Bij dienstopzegging van een vasten werkman, wanneer de aard en de omvang der werkzaam heden dit wenschelijk maken, zal hem na verloop van den opzeggingstermijn nog gedurende zooveel weken het één vierde gedeelte van zijn weekloon worden uitbetaald als hij volle jaren in vasten dienst bij de gemeente werkzaam is geweest, tenzij hij binnen dien tijd een andere gelijk of ongeveer gelijk beloonde vaste betrekking heeft aanvaard. Slotbepaling. Art. 55. Dit reglement treedt in werking op een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen tijd stip. Het kan worden aangehaald onder den titel „Werk liedenreglement voor de gemeente Leeuwarden". Wijzigingen worden daarin niet aangebracht dan nadat vooraf de Kamer van Arbeid te Leeuwarden is gehoord. Overgangsbepalingen. Art. 56. Aan de werklieden wordt bij het in werking treden vaii dit reglement en van de naar aanleiding daarvan uitgevaardigde bijzondere voorschriften voor eiken tak van dienst gedurende drie weken gelegenheid gegeven om een en ander te onder teekenen, ten blijke, dat zij met den inhoud daar van bekend zijn. Ten aanzien van weigering der onderteekening is het laatste lid van art. 15 toepasselijk. Art. 57. Binnen 2 maanden na het in werking treden van dit reglement beslissen Burgemeester en Wethou ders in hoeverre tijdelijke werklieden, die 52 achter eenvolgende weken of langer in onafgebroken gemeentedienst zijn geweest, nog wederom voor ten hoogste een jaar in dienst zullen blijven of den dienst zullen verlaten. In het laatste geval zullen evenwel zij, die zich 276 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. no. 21. daartoe schriftelijk tot Burgemeester en Wethouders wenden, zoo er overigens geen aanleiding bestaat tot ontslag, nog evenveel weken in dienst worden gehouden als zij volle maanden in onafgebroken ge meentedienst zijn geweest. Art. 59 gelijk aan art. 58. Art. 60. In afwijking van het bepaalde bij art. 82, 2e lid, kunnen de werklieden aan de gemeentelijke Gas fabriek, van Gemeentewerken en van de Stadsreini ging die vóór 1 Januari 1906 en de overige werk lieden, die vóór het in werking treden van dit reglement hunne 25-, resp. 40-jarige dienstvervulling hebben herdacht, reeds bij eene 85-, resp. 45-jarige in plaats van bij eene 40-, resp. 50-jarige dienst vervulling voor eene gratificatie in aanmerking- komen. Artt. 61 en 62 gelijk aan artt. 60 en 61. daartoe schriftelijk tot Burgemeester en Wethouders wenden, zoo er overigens geen aanleiding bestaat tot ontslag, nog evenveel weken in dienst worden gehouden als zij volle maanden in onafgebroken gemeentedienst zijn geweest. Art. 58. Binnen zes maanden na de in werking- treding O O van dit reglement worden de op het oogenblik der inwerkingtreding in dienst der gemeente zijnde werk lieden, die de onderteekening als in het le lid van art. 56 bedoeld, hebben verricht, op den voet van artt. 28 en 30 in loonklassen gerangschikt en wordt hun loon vastgesteld, met dien verstande, dat ver mindering daarvan niet kan geschieden, doch de aanspraak op de hoogere belooning behouden blijft, indien deze voor de inwerkingtreding van dit reglement is verkregen. Art. 59. In afwijking van het bepaalde bij art. 32, 2e lid, komen de werklieden aan de gemeentelijke Gas fabriek, van Gemeentewerken en van de Stads reiniging die vóór 1 Januari 1906 en de overige werklieden die vóór het in werking treden van dit reglement hunne 25-, resp. 40-jarige dienstvervulling hebben herdacht, reeds bij eene 35-, resp. 45-jarige in plaats van bij eene 40-, resp. 50-jarige dienst vervulling voor eene gratificatie in aanmerking. Art. 60. Werklieden, die op het tijdstip van inwerking treding van dit reglement in het genot zijn van ziekengeld volgens de bepalingen van het besluit van Burgemeester en Wethouders van 18 Augustus 1900 (gemeenteblad 1900 no. 23), gelijk dit nader is gewijzigd, blijven gedurende den loop hunner ziekte hunne rechten op die uitkeering aan de be palingen van dat besluit ontleenen. Art. 61. Feiten door werklieden vóór de inwerkingtreding O O van dit reglement gepleegd, die aanleiding kunnen geven tot bestraffing volgens de bepalingen, die op het tijdstip dat het feit werd gepleegd, geldende waren, worden krachtens die bepalingen berecht. Leeuwarden, 190 De Raad voornoemd,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1908 | | pagina 139