Bijlage no. 22. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. De Kamer van Arbeid stelt een nog ruimere regeling zoowel voor vaste als voor tijdelijke werk lieden voor en wil voor de vaste dezelfde bepalingen doen gelden als voor de onderwijzers. Het wil ons voorkomen, dat men zich hier geheel los moet maken van eene vergelijking met deze laatste ambtenaren en dat de vraag, op zich zelf beschouwd, of de in dit artikel voorgestelde bepaling van het zieken geld voor de werklieden eene billijke regeling bevat, ongetwijfeld bevestigend moet beantwoord worden. Artt. 4143. Vgl. de artt. 9, 6 (gewijzigd bij gemeenteblad 1903 no. 2) en 8bis (vastgesteld bij gemeenteblad 1903 no. 6) van het evengenoemde besluit van 1900, gemeenteblad no. 23. Art. 44 bevat een soortgelijke regeling als reeds werd getroffen bij de raadsbesluiten van 25 Juni 1895 en 14 Januari 1902. Art. 47. Dit artikel is aangevuld door sub 1° als straf ook de inhouding van verlofdagen op te nemen, in overeenstemming met het advies van de Kamer van Arbeid. Art. 51 5°. De Kamer van Arbeid geeft in overweging de laatste acht woorden te schrappen. Door de opneming van het 2e lid van artikel 9 is de bedoeling, die de Kamer daarmede heeft, even wel verwezenlijkt en slaat deze zinsnede thans nog alleen op tijdelijke werklieden wier diensten niet meer bij voortduring noodig zijn. Art. 55 van het voor-ontwerp is thans geworden de tweede zinsnede van het derde lid van art. 9. Art. 55. Zie de toelichting op art. 1. Art. 57. Men dient met het oog op het bepaalde bij het 2e lid van art. 9 te kunnen beoordeelen, welke werklieden op den duur in het vaste corps zullen moeten worden opgenomen. Vandaar dat er gelegenheid moet zijn om nog gedurende een jaar na te gaan, de diensten van welke tijdelijke werk lieden blijvend noodzakelijk zullen kunnen blijken. Het tweede lid bevat voor hen van wie a priori vaststaat dat zij niet in dienst kunnen blijven, een bepaling, waardoor het harde dat in een plotseling ontslag gelegen zou zijn, naar billijkheid wordt verzacht. Alle langer dan één jaar in dienst geweest zijnde tijdelijke werklieden, voor zoover zij niet ouder zijn dan 35 jaar, bij het in werking treden van het reglement, in alle geval als vaste werklieden aan te stellen, gelijk de Kamer van Arbeid in over weging geeft, zou, waar niet waarschijnlijk is dat inderdaad van allen de diensten bij voortduring noodig zullen zijn, op schade voor de gemeente moeten uitloopen. 280—282 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. 'ÏIO. 22. NADERE WIJZIGING der verordening betreffende de ambtenaren enz. der Gasfabriek (Gem.- bladen 1905 no. 26 en 1907 no. 23). Aan den Gemeenteraad. De raadscommissie voor de gasfabriek is, blijkens haar schrijven aan Burgemeester en Wethouders van 6 dezer, no. 444, van oordeel, dat de jaarwedde- regeling van den opzichter eene verandering moet ondergaan. Zij motiveert dit door te wijzen op het belang en gewicht der diensten die van dezen ambtenaar, ook vaak nog na zijn dagelijkschen gewonen werktijd, gevorderd worden, terwijl het, waar hij geroepen is den directeur bij afwezigheid te vervangen, der gemeente er aan gelegen moet liggen in den opzichter een alleszins bekwaam persoon aan haar blijvend te kunnen verbinden. De commissie vindt hierin aanleiding tot het voor stel om zijne bezoldiging op denzelfden voet te bepalen als die der opzichters bij gemeentewerken en haar derhalve te verhoogen van ƒ900.— a 1200. zooals zij geregeld is sinds 1891, toen deze titularis in de formatie van het personeel der fabriek werd opgenomen, tot 1000.a 1500. Tevens geeft zij, met het oog op de uitbreiding der werkzaamheden, waardoor ook van den boekhouder allengs meer inspanning wordt gevorderd en op het bij haar gerijpte voornemen om in do boekhouding eene wijziging te brengen, in overweging do aan stelling van een adjunct-boekhouder met eene wedde van 1000.tot 1400.mogelijk te maken en op dat punt de betrekkelijke verordening mitsdien aan te vullen. Deze voorstellen van haar overnemende, hebben wij de eer U te adviseoren in gelijken geest te besluiten en alzoo te bekrachtigen het nevensgaand ontwerp. Leeuwarden, 7 October 1908. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden ZIMMERMAN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden overwegende dat het wenschelijk is de regeling van de jaarwedde van den opzichter aan do ge meentelijke gasfabriek te herzien, alsmede om de aanstelling van een adjunct-boekhouder aan die fabriek mogelijk te maken gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders besluit I. a. art. 3 der verordening, regelende den rang, het getal, de bezoldiging en de wijze van benoeming van de ambtenaren en bedienden, belast, met de exploitatie der gemeentelijke gasfabriek, gemeenteblad no. 26 van 1905, gelijk zij is gewijzigd bij gemeenteblad no. 27 van 1907, te wijzigen in dien zin dat de laatste zinsnede wordt gelezen voor den opzichter van 1000.— tot ƒ1500. h. art. 8 van voornoemde verordening aan te vullen door vóór de zinsnede „een eerste klerk op een jaarlijksche bezoldiging van 750.tot 1000. op te nemen de bepaling een adjunct-boekhouder op een jaarlijksche be zoldiging van 1000.tot 1400. II. te bepalen dat deze wijziging en aanvulling in werking treden den 1 Januari 1909. Leeuwarden, 190 De Raad voornoemd 283

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1908 | | pagina 141