Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. 110. 23,
Bijlage no. 23.
VERSLAG van de commissie van rapporteurs
uit de sectiën van den Raad om
trent het verhandelde over de
ontwerp-gemeentebegrooting voor
1909.
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
In de eerste sectie werd gevraagd of op 't Vliet
niet een stembureau kon worden ingericht.
Door den voorzitter werd geantwoord, dat bij
Burgemeester en Wethouders in overweging was
het denkbeeld om in district III een tweede stem
bureau te vestigen wegens het groot aantal kiezers
uit dit antwoord bleek niet, dat Burgemeester en
Wethouders 't bezwaar van den afstand gevoelen
en hierop wenschte men in die sectie den nadruk
te leggen.
In de derde sectie is de wenschelijkheid uitge
sproken om nog een stembureau in te richten ter
tegemoetkoming aan de bewoners van 't Vliet en
Achter do Hoven.
In de eerste sectie werd de meening geuit,
dat de openbaarheid van het in den gemeenteraad
verhandelde grooter zou zijn, wanneer alle prae-
adviezen gedrukt werden en 't gemeenteblad uit
gebreider werd gemaakt. Ook werd in overweging
gegeven, de pers gelegenheid te geven van de ter
inzage der raadsleden gelegde stukken kennis te
nemen.
Daartegen werd aangevoerd, dat ook stukken van
vertrouwelijken aard ter visie liggen.
In de derde sectie zoude een lid gaarne zien, dat
alle prae-adviezen gedrukt werden in een ander
formaat dan het tegenwoordige, waarop door den
voorzitter werd geantwoord dat dit te veel kosten
met zich zoude brengen, het dan onmogelijk zoude
zijn op vele zaken spoedig prae-advies uit te bren
gen en een ander formaat bezwaren van praktischen
aard zou opleveren. Ook werd in die sectie de
wenscli geuit de pers toegang tot de ter visie ge
legde stukken te geven met uitzondering der geheime.
In de eerste sectie werden loonen beneden f 10.
in 't algemeen te laag geoordeeld. Zij, die die
opmerking maakten, waren van meening dat invoe
ring van een minimumloon van 10.niet behoefde
te wachten op invoering van het werklieden
reglement.
In de tweede sectie gaf één lid zijn voornemen
te kennen wederom op een minimumloon van f 10.
te zullen aandringen, terwijl in de derde sectie werd
opgemerkt dat in 't algemeen de loonen der werk
lieden nog te laag zijn.
In de eerste sectie werd de wenschelijkheid be
toogd van de invoering eener gemeentelijke brand
verzekering, opdat de kosten voor do brandweer
ten goede zouden komen aan de gemeentelij he verze
kering. Daarenboven zouden op deze wijze de
kosten van de brandweer bestreden kunnen worden
uit de opbrengst dier verzekering.
Daartegenover werd gewezen op de zware concur
rentie, die zulk eene gemeentelijke verzekering zoude
hebben te verduren van particuliere maatschappijen
en wel in 't bijzonder te dezer plaatse.
Met voldoening werd in de eerste sectie ge
constateerd, dat het gemeenteverslag thans uitge
breider is dan in andere jaren en werd o.a. gewezen
op het opnemen van twee tabellen, betrekking
hebbende op de aanslagen in den hoofdelijken omslag.
Men hoopte dat Burgemeester en Wethouders op
dezen weg zouden voortgaan.
In de eerste sectie werd afkeuring uitgesproken
over het stelselmatig uitsluiten van de sociaal
democratische raadsleden uit verschillende com-
missiën, zoowel in als buiten den Raad. Als protest
daartegen werd voorgesteld volgn. 113 met 50.
te verminderen. De voorzitter der derde sectie
wees er naar aanleiding van de ook in die sectie
geuite klacht over de uitsluiting op, dat die niet
bij Burgemeester en Wethouders thuis behoorde,
daar dit college geen invloed op verkiezingen dier
commissiën kon uitoefenen, doch bij den Raad.
Ook in de tweede sectie werd die klacht geuit
ten opzichte der Raadscommissiën, waartegen werd
aangevoerd dat gewoonlijk de aftredende leden
werden herkozen en de sociaal-democratische leden
nog slechts korten tijd deel van dat lichaam uit
maken. Het lid, dat die laatste opmerking maakte,
betreurde het op den voorgrond stellen der politieke
gezindheid en wees op het veelvuldig voorkomen
van blanco stembriefjes, een, naar zijne meening,
betreurenswaardig middel om het gewicht der stem
mingen naar buiten toe te verkleinen.
In die sectie werd verder teleurstelling te ken
nen gegeven over het wederom op de begrooting
voorkomen van een groot batig slot en betreurd
dat desniettegenstaande werd voorgesteld het per
centage van den hoofdelijken omslag te verhoogen.
Ook werd afgekeurd het herhaaldelijk voorkomen
van posten voor niet dadelijk te noemen uitgaven,
als voorbeeld waarvan werd aangehaald volgnummer
214 voor school no. 5, „niet dadelijk te noemen
herstellingen 30.Het lid dat die opmerking
maakte meende dat dergelijke uitgaven op „onvoor
zien" thuisbehooren. Hierop werd door den voor
zitter gewezen op het wenschelijke om Burge
meester en Wethouders de handen niet te zeer te
binden, daar dezen anders telkens weder bij den
Raad om verhooging moeten komen, terwijl een
ander lid meent dat het specificeeren van begrootings-
posten, wat toch zeker gewenscht is om het over
zicht te bevorderen, tot dergelijke posten, als waar
over hier gehandeld wordt, kan aanleiding geven.
285