Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Overigens beschouwt dit lid deze aangelegenheid als een kwestie van vorm, daar men bij 't weg nemen dier posten den post voor onvooiziene uit gaven met het bedrag daarvan zou kunnen ver- grooten. In de derde sectie is naar aanleiding der mede- deeling van Burgemeester en Wethouders dat de arbeidsbeurs in studie was de wensch geuit, dat daarbij zoude worden gelet op de belangen der maaiers en hooiers. UITGAVEN. Volgno. 86. In de eerste sectie werd voorge steld de minima en maxima der salarissen van de ambtenaren ter secretarie te verhoogen. Ook werd daarin voorgesteld om, ten einde de tractementen van 4 adjunct-commiezen te kunnen verhoogen, en wel van de 4 die onlangs niet ver hoogd zijn, den betrekkelijken post met ƒ800.te vermeerderen. In de derde sectie werd de wenschelijkheid be toogd om aan bepaalde bevoegdheden (examens) verhooging van salaris te verbinden. Ook werd daarin uitgesproken dat het salaris der adjunct-commiezen te laag was, waarop ge antwoord is dat een desbetreffend voorstel van Burgemeester en Wethouders te wachten was. Volgno. 87. In de eerste sectie werd wederom geklaagd over het in de late avonduren werken op het bureau van gemeentewerken. Men meende dat dit een gevolg was van de minder goede rege ling der werkzaamheden door den directeur. De commissie van rapporteurs verzoekt Burgemeester en Wethouders zich hieromtrent nader te willen vergewissen. In de derde sectie werd de wenschelijkheid uitge sproken het personeel van 't bureau van gemeente werken te vermeerderen. Van de zijde van Burge meester en Wethouders werd geantwoord dat dit reeds het vorig jaar geschied en nu niet noodig was. De regeling van verlofdagen van 't personeel van dat bureau, meende 't lid der derde sectie, hier aan 't woord, was ten onrechte geheel aan den directeur overgelaten. Volgno. 88. In de eerste sectie werd een presentie geld van ƒ1.per gemeenteraadszitting te laag geoordeeld en 2.wenschelijk geacht, welke opmerking eveneens in de derde sectie werd gemaakt. Volgno. 114. Een lid der derde sectie achtte wen schelijk om bijzondere advertentiën, die arbeiders belangen raken, zooals aangifte voor militie, die betreffende verkiezingen enz., ook te doen opnemen in het Friesch Volksblad. Volgno. 125. In de eerste sectie werd gevraagd of ten opzichte van de Landbuurt en dergelijke par ticuliere buurten niet kon worden voorgeschreven dat zij moesten worden verlicht uit een oogpunt van veiligheid en begaanbaarheid dier wegen. Volgno. 126. In dezelfde sectie werd gevraagd naar den stand van het toegezegde onderzoek door den inspecteur van het woningtoezicht omtrent particuliere straten. Daarop werd geantwoord dat de lijsten van particuliere straten achtereenvolgens worden afgewerkt, doch dat daarin geene straten waren opgenomen die dienden voor algemeen verkeer. Rapporteurs dringen ten zeerste bij Burgemeester en Wethouders aan op overlegging van den volledigen legger der particuliere straten en zullen daarna met belangstelling kennis nemen van de voorstellen van dat college om aan den bestaanden toestand, wat verlichting, bestrating en rioleering betreft, een einde te maken. In de eerste sectie werd betreurd dat de bestaande keien in de Korfmakersstraat bij de verstrating niet werden vervangen door Belgische keien. Burgemeester en Wethouders wezen op de groote kosten die daarvan hot gevolg zouden zijn. Wen schelijk werd in deze, evenals door een lid der tweede sectie geacht, voortaan do lange lijst van straten en pleinen te vervangen door eene opgaaf met begrooting voor elk onderdeel. Een ander lid in de tweede sectie zoude gaarne eene meer stelselmatige vervloering zien, waarbij niet aan enkele straten overdrevene en aan andere te weinig zorg werd be steed en tevens die vervloering liefst zien plaats hebben nadat de straten opgebroken waren geweest voor 't leggen van telephoondraden, gasbuizen enz. In de derde sectie werd er op gewezen, evenals bij de behandeling der begrooting voor 1908 in- openbare zitting was geschied, dat ten onrechte de Kruisstraat van af de Oosterstraat tot het Nieuw- straatje niet in de lijst van straten was opgenomen, waarop alsnog werd aangedrongen. Ook komt dit lid het leggen van trottoir voor de woningen nos. 1525 Spanjaardslaan tegenover het Rengerspark gewenscht voor. In de eerste sectie werd geklaagd over het nog altijd aanwezig zijn van hekken op particuliere straten. Burgemeester en Wethouders hebben naar aan leiding hiervan medegedeeld dat den eigenaars was aangezegd deze weg te nemen, doch daaraan tot nu toe niet was voldaan. Rapporteurs meenen dat, voor zoover het hier geldt eene overtreding van art. 48 dor Bouw- en Woningverordening van 1905, gemeenteblad no. 24, en toepassing der strafbepaling van art. 7S daarvan niet de gewenschte uitwerking mocht hebben, art. 46 der Woningwet aan dit college een afdoend middel daartegen aan de hand doet. In de derde sectie werden meer zitbanken, in 't bijzonder aan het Nieuwe Kanaal, vooral voor menschon van lioogen leeftijd wenschelijk geacht. Volgno. 127. In de eerste sectie werd op ver betering van den walkant achter den Prinsentuin bij het pontje aangedrongen. 286 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. 110. 23. Rapportours wijzen naar aanleiding hiervan ook op den slechten toestand van den walkant achter den Prinsentuin in de nabijheid van school no. 9. In de tweede sectie werd door een lid gewezen op vervuiling der sloot tusschen 't Rengerspark en de Westerstraat, ook nadat die verbroed on schoon gemaakt waswelk lid gaarne een krachtiger optreden van Burgemeester en Wethouders ten opzichte der omwonenden zoude zien. Rapporteurs meenen dat bij de groote moeilijkheid, zoo niet onmogelijkheid, om van gemeentewege verontreiniging van slooten, waarlangs woningen gebouwd zijn tegen te gaan, demping daarvan zeer is aan te bevelen. Ook werd in die sectie teleurstelling te kennen gegeven dat alleen verstorking der oevers ten noorden van Wijlaarderburen is voorgesteld, terwijl de uitgetrokkene 1000.te hoog werden geacht alleen voor de oevers ten zuiden daarvan. In de derde sectie werd de voorgestelde verlaging van de Tuinsterbrug met 20 cM., waarvoor 300.— is uitgetrokken, niet juist geacht, en er de voorkeur aan gegeven om de Vlietsterbrug-, die te smal en te zwak is voor 't drukke verkeer, in te richten zooals die over 't Kanaal en in plaats van de Tuinsterbrug een ophaalbrug aan te brengen. De voorzitter heeft het lid, dat deze opmerking maakte, gewezen op de belangrijke kosten die daarvan het gevolg zouden zijn, doch deze meende dat die geen bezwaar mochten opleveren. Tevens werd opgemerkt, dat de brugwachter van de Ylietsterbrug niet voldoende toeziet op de regeling- der passage na 't dichtdraaien. Rapporteurs meenen, dat die opmerking ook op brugwachters van andere bruggen toepasselijk is en achten het wenschelijk dat, voor zoover dat het geval is, hun instructiën worden gegeven of wel deze worden verduidelijkt, teneinde die passage be hoorlijk te regelen. Volgno. 128. In de eerste en derde sectie vonden onkele leden de kosten voor het maaien van 't gras in het Rengerspark, waarvoor ƒ200.is uitgetrokken, te hoog, terwijl een lid der tweede sectie er zich over verwonderde dat die kosten even hoog begroot waren als die voor 't maaien van alle andere plant soenen. In de derde sectie meende het lid, dat boven staande opmerking maakte, dat het maaien in 't Rengerspark zeer goed kon geschieden tegen genot van de opbrengst van 't gras. Volgno. 129. In de tweede sectie werd ge vraagd of de vijver aan den Oostersingel blijft zooals die is, torwijl dat lid meende, dat die mot weinig kosten te verbeteren zoude zijn, wat ook de mee ning is van een ander lid, dat do filter weggenomen zou willen zien. Volgno. 130. Een lid der tweede sectie zoude gaarne zien, dat het urinoir naast het brandspuit huisje in de Spanjaardslaan bij 't Rengerspark weggenomen of verplaatst werd, in 't laatste geval naast het nieuwe brandspuithuisje. In de derde sectie werd aan Burgemeester en Wet houders verzocht de urinoirs in do Boterhoek, Weer klank en Bote van Bolswertstraat in de zorg van den daarvoor aangewezen tak van dienst aan te bevelen. Volgno. 132. In de tweede sectie werd herinnerd aan den wensch, bij eene vorige begrooting geuit, om meer wijzerplaten te verlichten dan die van do Beurs, o.a. die van school 7, waarop werd geant woord dat deze voldoende door de meest naastbijzijnde lantaarn in het plantsoen wordt beschenen en de klok in 't stadhuis wegens den weinig hechten toestand waarin zich de omgeving daarvan bevindt, daarvoor niet geschikt is. Een ander lid dier sectie verwonderde zich over het geringe bedrag van f 50.dat is uitgetrokken voor onderhoud van de Oldehoof en het torentje op het gemeentehuis. Volgno. 138. In de eerste en derde sectie werd opgemerkt dat, wanneer de betrekking van directeur der begraafplaats eischt dat deze niet als bijbetrek king wordt gesalarieerd, aan tractementsvorkooging boven 't verleenen van eene persoueele toelage, zoo als nu was voorgesteld, de voorkeur werd gegeven. Volgno. 147. In de derde soctie werd aan aankoop van steenkolen bij 't gewicht de voorkeur gegeven bovon die bij de maat, zooals nu geschiedt. Volgno. 148. In de eerste en derde sectie werd opgemerkt dat het boter was do voranderlijke toe lagen om te zetten in vaste, daar deze toch nooit het daarvoor gestelde maximum bereiken. Hierop werd door den voorzitter der derde sectie geant woord, dat de bestaande dienstovereenkomst met de ambtenaren die die toelagen genieten niet eenzijdig kan worden veranderd. Volgno. 149. In de eerste en derde sectie word gewezen op het tijdelijk in dienst nemen van vrou wen voor het straatvegen, volgens mededeeling in laatstgenoemde sectie vooral van gehuwde vrouwen, wat in beide werd afgekeurd, waar zooveel werk- looze mannen rondliepen. Volgno. 150. In alle sectiën werd met belang stelling gevraagd naar het aangekondigde plan van den heer Oosterhoff betreffende het Aschland. In de tweede sectie gaf een lid zijne verwondering te kennen over de 1600.uitgetrokken voor uitbreiding van den paardestal, ook met het oog op eventueele verplaatsing van het Aschland. In de derde sectie werd de wensch uitgesproken dat een schaftlokaal zoude worden ingericht. Volgno. 151. In de tweede sectio werd gevraagd of de veearts Zwart nog steeds den Directeur van gemeontereiniging adviseert bij den aankoop van paardenzoo dit niet het goval is, zou dat lid zulks betreuren. Volgno. 152. In de tweede soctie werd gevraagd 287

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1908 | | pagina 143