f Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Volgno. 237. In herinnering zij hier gebracht (Handelingen 8 October 1907, pag. 153 en 22 Octo ber d. a. v., pag. 176), dat de adressen om lood- withoudende verven bij uitvoering van gemeente werken te verbieden, naar Burgemeester en Wet houders ter afdoening zijn gerenvoyeerd, omdat dergelijke maatregelen besteksvoorwaarden, die van hun college uitgaan, betreffen. Zij kunnen verder mededeelen, dat, in afwachting van de eindrapporten der door de regeering benoemde loodwit-commissie, door hen in de betreffende bestekken de volgende bepalingen worden opgenomen 1°. de aannemer moet het loodwit in olie ge malen op het werk aanvoeren in verzegelde vaten of bussen, met overlegging van een door den fabri kant onderteekend certificaat van oorsprong 2°. bij het verwerken van hoeveelheden loodwit, die volgens het oordeel van de directie te klein zijn om deze per bus aan te voeren, kan het ver werken van loodwit in droogen toestand tot ten hoogste 1 K.G. per dag worden toegestaan, doch dan mag dit niet anders geschieden dan in toestellen waarbij het verstuiven van loodwit zooveel mogelijk is uitgesloten en alleen worden verricht door man nelijke personen, ouder dan 18 jaar 3°. het is verboden verflagen droog te schuren. Volgno. 243. Niet zonder bevreemding namen Burgemeester en Wethouders kennis van de af keuring, door één lid der 1ste sectie uitgesproken over de aansluiting der gemeente bij de Onder linge Risico-Vereeniging, eene afkeuring die meer in het bijzonder de Centrale Werkgevers Risicobank schijnt te gelden. Verwezen kan worden naar de Raadsvergaderingen van 28 Maart en 14 Augustus 1906 (Handelingen pag. 68, 69 en 155) waarin met groote ingenomenheid en met algemeene stemmen tot aansluiting juist bij diezelfde Bank werd besloten. Sedert dien is bij Burgemeester en Wethouders die ingenomenheid onverminderd blijven voortbestaan. ONTVANGSTEN. Volgno. 5. Het klinkt eenigszins zonderling te dezer plaatse aan de verordening op den hoofdelij- ken omslag nogmaals te weinig doorgevoerde pro gressie te hooren verwijten, als men in het ver slag van de Staatscommissie voor de Gemeentefinan- ciën (pag. 15) leest, dat, „waar, gelijk in Leeuwar den, het heffingspercentage tot 6.45 kan klimmen, eene hooge atmosferische druk is bereikt", en op pag. 41 van het als bijlage I aan het verslag toe gevoegde „Rapport betreffende den financieëlen toestand der kleine steden, aangeboden door de daartoe benoemde subcommissie in 1905", dat de geraamde opbrengst der plaatselijke directe belas ting en personeele belasting per hoofd der bevolking in 1903 voor Leeuwarden het hoogst was van alle daar genoemde 37 steden tusschen de 10.000 en 50.000 zielen n.l. 7.76 (de raming der opcenten personeel in dat jaar was slechts 57,000,tegen 207,000.van den hoofdelijken omslag). Toch brachten op het primitief kohier (bijlage B tot het gemeente verslag van 1903) het 3259-tal aan- geslagenen in de laagste 10 klassen (inkomens van 450.— tot 1600.—), bij een totaal aantal aan slagen in alle klassen van 4101, niet meer dan 39,826.36 op, tegen alle aanslagen 223,777.365. Hoe onjuist trouwens de onder dit volgn. gevoerde bewering is, blijkt bij een enkele blik in de ver ordening. In de le klasse, inkomen 450500 wordt men aangeslagen naar een inkomen van 25 0.195). In de 7e klasse, inkomen 900—/ 1000, naar een inkomen van f 594. 2.31B). In de 10e klasse, inkomen 14001600, naar een inkomen van f 1366. 3.37). In de 14e klasse, inkomen 25002800, naar een inkomen van 3181. 4.44). In de 24e klasse, inkomen 75008250, naar een inkomen van 12307. 5.78). In de 34e klasse, inkomen 17000—/ 18000, naar een inkomen van 29151. 6.165). In de 44e klasse, inkomen 3400036000, naar een inkomen van 59776. 6.32). In de 54e klasse, inkomen 61000—65000, naar een inkomen van 108776. 6.39). In de 64e klasse, inkomen 101000106000, naar een inkomen van f 179651. 6.42). Waar dan ook vermoedelijk de hier gemaakte opmerking samenhangt met hetgeen de heer Krijgs man in de Raadsvergadering van 22 September 1.1. (Handelingen pag. 176 en 177) heeft medege deeld, zij aan hetgeen de heer Komter in antwoord daarop zeide hier alsnog toegevoegd, dat de heer Krijgsman, de in bijlage 28 van 1900 voorkomende toelichting blijkbaar verkeerd gelezen hebbende, toenmaals het percentage, dat van het accres (d. i. de toeneming van hot belastbaar inkomen van klasse tot klasse) ingevolge art. 243 IV der gemeentewet slechts tot een beperkte mate mag worden geheven, met het heffingspercentage van het totaal inkomen heeft verward. Burgemeester en Wethouders kunnen dan ook niet nalaten er te dezer plaatse hun leedwezen over uit te spreken, dat men, met de bedoeling om daarmee stemming te maken onder zekere kringen der bevolking, onvoldoende voorbereid, binnen een kort tijdsbestek tot tweemaal achtereen heeft ge meend de beschuldiging tegen het stelsel der belastingverordening te moeten uitspreken, als zouden daarbij de lagere klassen onevenredig zwaar worden getroffen. Ten opzichte eener scherpere controle der be lasting, waarbij dan ook het stelsel van eigen aangifte zal behooren te worden gevolgd, verwijzen Burgemeester en Wethouders naar de toelichting hij hun voorstel van 10 October 1.1. tot herziening der verordening regelende het getal en de bezol digingen der ambtenaren ter gemeentesecretarie (bijlage no. 24). Evenwel is in 1903 slechts 97.8 van eiken aanslag ingevorderd. De tusschen haakjes geplaatste cijfers duiden het per 100.— inkomen te betalen bedrag aan belasting aan bij een nominaal heffingspercentage van 3.7. 300 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl no. 25. NOTA VAN WIJZIGINGEN. INKOMSTEN. Volgno. 17. Hoofdstuk II. Af deeling VI. Artikel 10. Opbrengst wegens het gebruik van schoollokalen voor particuliere lessen nader uit te trekken op f 500. In de toelichting het cijfer f 1000.te ver vangen door f 500. Aan deze afdeeling onder volgno. 17a toe te voe gen een nieuw artikel 10a. Vergoeding voor het schoonhouden van schoollokalen gebruikt voor particu liere lessen f 500. met de volgende toelichting Dit bedrag stemt overeen met dat onder volgno. 165a. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 28 Januari 1908, goedgekeurd bij Kon. Besluit van 10 Maart 1908, no. 9. UITGAVEN. Volgno. 86. Hoofdstuk I. Afdeeling I. Artikel 5. Jaarwedden van de ambtenaren ter Secretarie en der bedienden bij het gemeentebestuur nader uit te trek ken op f 17550. de toelichting te lezen als volgt 1 commies-redacteur 1700.— 3 commiezen a 1500. 4500.— 4 adjunct-commiezen le klasse a /1000. 7) 4000.— 2 2e a 700.— 1400.— 1 commies 2e (vacature) 700.— 550.— 2 klerken a f 400. 800.— n 1100.— j? 1200.— 1 concierge 7) 600.— 1 adjunct-commies le klasse (tijdelijk) n 1000.— Samen f 17550. In de veronderstelling dat de jaarwedden-regeling zooals die is voorgesteld wordt aangenomen, zijn deze bedragen uitgetrokken. Hierna het totaal der Ie afdeeling te brengen op f 47156.en het totaal van Hoofdstuk I op f 47556.—. Volgno. 106. Hoofdstuk II. Afdeeling VII. Arti kel 2. Jaarwedden van de beambten f 2900. de toelichting te lezen als volgt een adjunct-commies le klasse f 1000. klerk400. bevolkingsagent800. 700— Samen f 2900. In de veronderstelling dat de jaarwedden-regeling zooals die is voorgesteld wordt aangenomen, is voor den adjunct-commies le klasse uitgetrokken/1000. De jaarwedden der bevolkingsagenten zijn geregeld bij verordening, gemeenteblad no. 33 van 1904. Hierna het totaal der Vile afdeeling te brengen op f 3000.en het totaal van Hoofdstuk II op 21316.—. Volgno. 131. Hoofdstuk III. Afdeeling I. Arti kel 7, te lezen Kosten van het des winters bestrooien van stratenbrug gen, pijpen enz., onderhoud van aanplakborden, kosten van aanplakking en onderhoud van reddingsmiddelen. De toelichting aan te vullen als volgt Na het overlijden van den gemeente-omroeper en aanplakker wordt het wenschelijk geacht be doelde functie voorloopig niet weder te doen ver vullen. Voor het aanplakken van publicatiën van gemeentewege is aan den pachter der aanplak borden eene vergoeding van f 30.per jaar toe gekend. Hoofdstuk V. Aan dit hoofdstuk onder volgno. 165a en onder artikel la toe te voegen een nieuw artikel Kosten van het schoonmaken van schoollokalen ge bruikt voor particuliere lessen f 500. met de volgende toelichting Dit bedrag stemt overeen met dat onder volgno. 17a. Hierna het totaal van Hoofdstuk V te brengen op 8644. Volgno. 207. Hoofdstuk VII. Afdeeling II. Arti kel 3. Kosten der burgeravondschool nader uit te trekken op f 5755. de toelichting te lezen als volgt jaarweddenf 4500. leermiddelen450. kosten voortvloeiende uit het contract met de ambachtsschool 805. Samen 5755. Volgno. 218. Hoofdstuk VII. Afdeeling II. Arti kel 14. Kosten van verlichting, verwarming en schoon houden van schoollokalen nader uit te trekken op 12200.—, in de toelichting te roieeren vergoeding aan concierges en schoonmaaksters voor het schoonmaken van voor particuliere lessen in gebruik genomen schoollokalen 650. Hierna het totaal van Afdeeling II te brengen op 263,904.50 en het totaal van Hoofdstuk VII op 361,842.31B. Volgno. 269. Hoofdstuk VIII. Afdeeling III. Artikel 1. Pensioenen nader uit te trekken op 11434.— de toelichting aan te vullen met: H. Siersma, 29 September 1908, f 458. Hierna het totaal van Afdeeling III te brengen op f 11986.en het totaal van Hoofdstuk VIII op 164836. Volgno. 274. Hoofdstuk XI. Artikel 1. Fonds voor onvoorziene uitgaven te brengen op ƒ33330.165, in de toelichting de cijfers 35193.165" en 11392.50" te vervangen door f 33330.16B" en 9529.50". Het totaal van Hoofdstuk XI vast te stellen op 33380.165. Leeuwarden, 21 October 1908. Burgemeester ea Wethouders van Leeuwarden, ZIMMERMAN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. 301

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1908 | | pagina 150