f. aan den Christelijken Besturenbond alhier te berichten dat op zijn adres tot het in het leven roepen eener gemeentelijke arbeidsbeurs is gelet h. aan Burgemeester en Wethouders ter voor- loopige uitvoering van het bovenstaande, een cre- diet te verleenen van 1000.— Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. uit het fonds deelachtig kunnen worden, aan het welslagen der verzekering niets in den weg zal behoeven te staan. Art. 7. ae betreffen de aan de vereenigingen te stellen eischen. a en c. Er moet inderdaad van werkelijke ver eenigingen sprake zijn. De voorwaarden f—l hebben betrekking op de leden der vereeniging individueel. De voorwaarde sub f moet worden ge steld om te verhinderen dat de gemeente al te slechte risico's voor hare rekening krijgt. Zie voorts de toelichting boven. g. Do hier gestelde bepaling strekt om te voor komen dat werkloozen naar deze gemeente zouden worden gelokt. h. Ook deze voorwaarde is oen onmisbare, wil men niet in de hand werken dat hij, die voorziet dat hij binnenkort werkloos wordt, lid wordt eener vereeniging, uitsluitend om dadelijk van de uitkee- ring te profiteeren. i. Alleen dan kan er sprake zijn van gemeente lijken steun als de verzekering van do zijde der werklieden ook een daadwerkelijke is. Zie de toe lichting boven. h en art. 9 tweede lid. Beperkingen tot hoever de uitkeering uit het fonds kan gaan, dienen te worden gesteld, ook om te voorkomen dat de ge meentelijke steun te zeer het karakter van armen verzorging aanneemt en de prikkel om werk te zoeken te zeer zou verzwakken. I. "Was het weekloon in het vorig jaar van dien aard dat daarvan iets voor den kwaden dag kon worden bespaard, dan is er voor tegemoetkoming van de zijde der gemeente geen plaats. Art. 8. Gewoonlijk krijgt bij intredende werk loosheid de werkman zijn loon over den laatsten werktijd nog uitgekeerd, zoodat hij in de eerste dagen niet geheel zonder middelen is. Bovendien stoune de gemeente alleen indien de werkloosheid blijkt van een meer aanhoudenden aard te zijn. Ontwerp II. De Haagsche verordening is hier tot richtsnoer genomen, daar de arbeidsbeurs aldaar in zekeren zin als een model wordt beschouwd voor dergelijke inrichtingen hier te lande, op grond van de met hare werking opgedane ervaring. Art. 1 van het ontwerp sluit reeds dadelijk uit dat ook vrouwen van de diensten van de beurs gebruik zullen kunnen maken. In den Haag is een afzonderlijke vrouwenafdeeling, doch het komt ons voor, dat, waar het hoofdzakelijk dienst- en werk- boden zijn, die zich bij haar zullen aanmelden dezen vormen althans in den Haag verreweg het grootste contingent de gemeente voorloopig met de reeds bestaande verhuurkantoren niet in concur rentie moet treden. De hier voorgestelde maatrege len strekken in de eerste plaats toch om de werk loosheid van gezinshoofden zooveel doenlijk te bestrijden. Een tweede punt dat bij dit ontwerp bespreking verdient, is art. 7. Het is voortdurend een punt van geschil welke houding de beurs moet aannemen bij werkstakingen. Het verst gaan zij die eischen, dat zij in dat geval gesloten wordt. Ten onrechte, naar het ons toeschijnt, omdat daardoor de taak die de beurs te vervullen heeft, wordt miskend. Gelijk terecht wordt opgemerkt in een der adressen, die bij Uwe Vergadering voor do tot standkoming eener gemeentelijke arbeidsbeurs hebben gepleit, is zij voor den arbeid hetzelfde als wat hare gelijk namige zusterinstelling is voor den handel. "Welnu, evenmin als deze laatste transacties afsluit, doch alleen koopers en verkoopers tot elkaar brengt, zoo vervult ook gene steeds oen slechts lijdelijke rol; zij doet niet meer dan aanbod van en vraag naar arbeidskrachten bij werkgever en -nemer bekend te maken. Deelt zij nu aan laatstgenoemde mede dat er bij een zeker patroon werkstaking is uitgebroken, dan is daarmede zelfs de schijn van partijkiezen harerzijds in hot conflict weggenomen. Tot sluiting, die aan de andere zijde do arbeidswilligen zou kunnen dupeeren, behoeft dus en moet ook in het hier ter sprake gekomen geval niet worden over gegaan. Art. 3. Een salaris voor de gecombineerde be trekking (zie boven) van secretaris-penningmeester van het werkloozenfonds en directeur der arbeids beurs van 600.komt, althans voorshands, zeker voldoende voor. Ook hier zal nader de ervarina: moeten leeren, evenals ook thans vooruit nog niet zal zijn te bepalen of hem op den duur nog perso neel zal moeten worden ter zijde gesteld. Wel komt het billijk voor door aanvulling der betrek kelijke verordening den beambten der arbeidsbeurs naast den directeur reeds dadelijk uitzicht te geven op pensioen van wege de gemeente. Ontwerp III strekt om de verordening van 1899 (gemeenteblad 1908 no. 5) op dat punt aan te vullen. t Ten slotte de kosten. Met eenige zekerheid laten deze zich, althans ten opzichte van het werkloozen fonds, bezwaarlijk beiekenen. In Amsterdam is destijds 6000. in Leiden 1000.voorgesteld; Amersfoort meent aanvankelijk met 300.toe te kunnen, te Arnhem hebben de uitgaven van 1 September 1906 tot 1 Mei 1908 1920.— bedragen, terwijl aldaar voor 1909 op een som van ƒ2000. gerekend is. Waar hier thans nog slechts van het bestaan van een werkloozenkas van één vakvereenitrinjr O O gebleken is, zal een bedrag van 500.voor het eerste jaar, dat de verordening zal werken, voldoende blijken, welke som met gelijk bedrag zal kunnen worden vermeerderd voor de verdere uitgaven afzondering van 100.voor het in 't leven roepen Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Hijl. ÏIO. o3. der stichtingbezoldiging van den secretaris-pen ningmeester kosten van vergaderingen, lokaal, drukwerk enz. Voor de oprichting der arbeidsbeurs en de daar aan verbonden kosten zal eveneens een som van 1000.noodig zijn, terwijl voor eerste inrichting van het gebouw 500.zal moeten worden be schikbaar gesteld. Met een enkel woord zij volledigheidshalve hier nog in herinnering gebracht, dat bij Koninklijke Boodschap van 9 Augustus 1907 bij de Staten- Generaal (Bijlagen Tweede Kamer 1906/7 266, 13) een wetsvoorstel tot aanvulling van het Xe hoofd stuk der Staatsbegrooting is aanhangig gemaakt, beoogende de gemeenten die de workloozen-verze- kering ter hand nemen op den voet als ook bij het hieronder aangeboden ontwerp is geregeld, tot een beloop van 50 °/0 der door haar gedane uit- keeringen tegemoet te komen. Den weg naar het Staatsblad heeft dit ontwerp nog niet afgelegd. Slechts het voorloopig verslag der Tweede Kamer is verschenen (Bijlagen 1907/8 70—1.) Het is op grond van al het voorgaande, dat wij de eer hebben U voor te stellen te besluiten, zulks, waar noodig, in afwachting van de nadere voorstellen ten aanzien der op de begrooting te regelen uit gaven a. tot het in het leven roepen eener verordening op het gemeentelijk werkloozenfonds en daartoe vast te stellen het hierna volgend ontwerp I b. tot de oprichting eener gemeentelijke arbeids beurs en de vaststelling eener verordening op die inrichting en daartoe te bekrachtigen het hierna volgend ontwerp II, met uitnoodiging voorts aan Burgemeester en Wethouders om voor de verdere uitvoering der besluiten sub a en b de wenschelijk gebleken voor stellen bij den Raad in te dienen; c. tot aanvulling der verordening omtrent het verleenen van pensioen aan ambtenaren, bedienden en werklieden, die hunne betrekking in dienst der gemeente of van gemeentelijke instellingen hebben aanvaard na den len Juli 1899, waarvan de volle dige tekst is opgenomen in gemeenteblad no. 5 van 1908 en daartoe te bekrachtigen het hierna volgend ontwerp III; d. aan het bestuur van de werkloozen-verzekering „Helpt Elkander", onderafdeeling van de timmer- liedenvereeniging „Ons Belang" alhier, onder mede- deeling dat aan hetgeen door hem in de tweede plaats is verzocht, niet is kunnen worden voldaan, ten opzichte van het eerste gedeelte van zijn adres te doen weten dat daarop is gelet e. aan het comité 1907 tot steun van werklooze vaklieden in de gemeente Leeuwarden, onder dank betuiging te doen weten, dat de door hem aange boden som ad 95.035 voor het aangegeven doel wordt aanvaard, zoodra nader zal zijn gebleken, dat het besluit sub a voldoet aan de door het comité gestelde voorwaarde, dat de werkloozen-verzekering moet ingericht zijn naar het Gentsche stelsel g. aan het bestuur van den Nederlandschen Bond van Landarbeiders te kennen te geven dat de maaiers en hooiers, die in deze gemeente in het voorjaar gewoonlijk hunne diensten aanbieden, na de tot standkoming der gemeentelijke arbeidsbeurs, evenals alle andere werkzoekenden, onder de gestelde be palingen van die inrichting gebruik zullen kunnen maken, doch dat voor het overige op hun verzoek afwijzend moet worden beschikt Leeuwarden, 25 November 1908. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, ZIMMERMAN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP I. De Raad der gemeente Leeuwarden gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders besluit vast te stellen de navolgende VERORDENING op het gemeentelijke Werkloozenfonds te Leeuwarden. HOOFDSTUK I. Het Fonds, zijn Doel en zijn Bestuur. Art. 1. Vanwege de gemeente wordt te Leeuwarden op- 325

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1908 | | pagina 162