Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. 110. 3
Voor do berekening van liet krachtens B ver
schuldigde worden meerdere uren, gedurende welke
achtereen van één lokaal gebruik wordt gemaakt
als één uur beschouwd.
Indien, ter beoordeeling van Burgemeester en
Wethouders, het gebruik van een lokaal tot meer
dan gewone vervuiling aanleiding geeft, kunnen
bovenstaande bedragen worden verdubbeld.
Art. 2.
Indien de vergunning is verleend ten behoeve
van vereenigingen, die ten doel hebben kosteloos
of tegen eene geringe retributie onderwijs aan on-
of minvermogenden te geven is, indien het verzoek
daartoe tegelijk met de aanvrage tot het gebruik
van het lokaal tot Burgemeester en Wethouders
wordt gericht, door den gebruiker de helft van de
in art. 1 onder A vermelde vergoeding verschuldigd.
Aan Burgemeester en Wethouders staat de be
oordeeling of de vereeniging in deze termen valt.
Is er naar het oordeel van Burgemeester en Wet
houders aanleiding om ten behoeve der vereeniging
den gebruiker geheel van de in art. 1 onder A vermelde
vergoeding vrij te stellen, dan doen zij een daartoe
strekkend voorstel aan den Gemeenteraad. Het
verzoek daartoe wordt tegelijk met de aanvrage tot
het gebruik van het lokaal tot Burgemeester en
Wethouders gericht.
Art. 3.
Deze verordening treedt in werking den 1 Juli
1908.
I. VERORDENING regelende de invordering
der vergoeding voor het gebruik
van schoollokalen voor particu
liere lessen.
Art. 1.
De vergoedingen zijn vorderbaar op 10 Januari,
10 April, 10 Juli en 10 October, telkens voor het
dan afgeloopen kwartaal.
Art. 2.
Vóór of op den 5en van iedere der genoemde
maanden zenden Burgemeester en Wethouders aan
den gemeente-ontvanger eene opgave van het door
de gebruikers verschuldigde. Zij houden bij het op
maken dier opgave rekening mot hetgeen in de
volgende alinea's is bepaald.
Bij tusschentijdschen aanvang van het gebruik
worden de vergoedingen berekend naar het getal
kalendermaanden waarin het gebruik heeft plaats
gehad.
Voor zoover door den gebruiker aan Burgemees
ter en Wethouders vooraf kennis is gegeven dat
van de verleende vergunning niet langer gebruik
zal worden gemaakt, of indien in de aanvrage is ver-
7S
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. no. 3.
meld dat het gebruik niet tot den eerstvolgenden len
Juli wordt verlangd, of bij ontzegging van het ge
bruik krachtens het derde lid van art. 8, het tweede
lid van art. 10 of het tweede lid van art. 11 der
verordening regelende het gebruik van schoollokalen
voor particuliere lessen, worden bij de berekening
der vergoedingen buiten aanmerking gelaten de
kalendermaanden waarin het gebruik niet heeft
plaats gehad.
De gemeente-ontvanger doet onmiddellijk een
extract uit de in het eerste lid bedoelde opgave
uitreiken aan ieder der daarin genoemde personen,
voor zooveel hem aangaat, met uitnoodiging om het
verschuldigde vóór of op den vervaldag te zijnen
kantore te voldoen.
Art. 3.
Bij niet tijdige voldoening van het verschuldigde
wordt dit door den gemeente-ontvanger ingevorderd
overeenkomstig de artikelen 258261 der Ge
meentewet.
Art. 4.
Deze verordening treedt in werking den 1 Juli
1908.
Leeuwarden 190
De Raad voornoemd,
B. met ingang van 1 Juli 1908 in te trekken
a. de bij raadsbesluit van 4 November 1886
vastgestelde
Verordening, houdende bepalingen omtrent het ge
bruik van de gemeentelijke gymnastieklokalen voor
particuliere lessen (Gemeenteblad 1886 no. 26
b. de bij raadsbesluit van 10 October 1900
vastgestelde
Verordening tot het heffen eener vergoeding voor
het gebruik van de gemeentelijke gymnastieklokalen
voor particuliere lessen
en de daarbijbehoorende
Verordening regelende de invordering (Gemeente
blad 1900 no. 7);
c. de navolgende raadsbesluiten
1. van 14 October 1890, tot het in gebruik af
staan van een lokaal der gemeenteschool no. 10,
aan I. Visser e.a.
2. van 27 Sept. 1892, tot het in gebruik afstaan
van een lokaal der gemeenteschool no. 2 aan K.
Semplonius
3. van 22 Sept. 1896, tot het in gebruik afstaan
van twee lokalen der gemeenteschool no. 1 aan
Th. Boersma:
4. van 7 Sept. 1897, gewijzigd bij dat van 12
Oct. d.a.v., tot het in gebruik afstaan van een lokaal
der gemeenteschool no. 10, aan I. Visser e.a.;