Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908.
1
VERORDEN IN Gr tot het heffen van
le klasse
van
boven
450 tot
en
met
500
een hoofdelijken omslag naar het
2e
57
77
77
500
77
77 77
550
inkomen ten behoeve der gemeente
3e
57
77
77
550
77
77 77
600
Leeuwarden, van den 2 April 1901,
4e
5?
77
77
600
77
77 77
700
goedgekeurd bij Koninklijk besluit
5e
57
77
77
700
77
77 77
800
900
van 23 September 1901, no. II, ge
6e
57
77
77
800
77
77 77
wijzigd bij raadsbesluit van den 27
7 e
57
77
77
900
77
77 77
1000
October 1903 en goedgekeurd bij
8e
71
77
77
1000
77
77 77
1200
Koninklijk besluit van den 31 Decem
9e
57
77
77
1200
77
77 77
1400
ber d. a. v. no. 76.
10e
57
77
77
1400
7?
77 77
1600
11e
57
77
77
1600
77
77 77
1900
12e
71
77
77
1900
77
77 77
2200
Art. 1.
13e
77
77
71
2200
77
77 77
2500
Ten behoeve der gemeente wordt jaarlijks een hoof
14e
77
77
77
2500
77
77 77
2800
delijke omslag naar het inkomen geheven tot een
15e
77
77
77
2800
77
71 77
3200
bedrag van ten hoogste 260,000. Dit bedrag kan
16e
77
77
77
3200
77
77 77
3600
echter tengevolge van het opmaken van suppletoire
17e
77
77
7?
3600
77
77 77
4000
kohieren, met ten hoogste 8 percent worden over
18e
7?
77
77
4000
77
77 77
4500
schreden.
19e
77
77
77
4500
77
77 77
5000
Art. 2.
20e
77
77
77
5000
77
77 77
5500
21e
77
71
77
5500
77
77 77
6000
Jaarlijks bij de vaststelling van de begrooting dei-
22e
77
77
77
6000
77
77 77
6750
inkomsten en uitgaven der gemeente voor het vol
23e
77
77
77
6750
77
77 77
7500
gend dienstjaar bepaalt de raad, hoeveel ten honderd
24e
77
77
77
7500
77
77 77
8250
van het totaal bedrag der cijfers van aanslag over
25e
77
77
77
8250
77
77 77
9000
dat dienstjaar tot het vinden van de benoodigde som
26e
77
77
9000
77
77 77
10000
zal worden geheven.
27 e
77
77
y
10000
77
77 77
11000
Indien bij de vaststelling van het primitief kohier
28e
77
77
77
11000
77
77 77
12000
blijkt, dat het totaal der aanslagen meer dan 2 percent
29e
77
77
77
12000
77
77 77
13000
hooger is dan het bij de begrooting geraamde onzuiver
30e
77
77
77
13000
77
77 77
14000
bedrag, bepaalt de raad, hoeveel percent van iederen
31e
77
77
77
14000
77
77 77
15000
aanslag zal worden ingevorderd, met dien verstande,
32e
77
77
77
15000
77
77 77
16000
dat daardoor het totaal bedrag der belasting op ge
33e
*7
77
77
16000
77
77 77
17000
meld kohier uitgetrokken, niet daalt beneden het
34e
77
77
77
17000
77
77 77
18000
onzuiver bedrag in de begrooting geraamd, noch dit
35e
77
77
77
18000
77
77 77
19000
bedrag met meer dan 2 percent overtreft.
36e
77
77
77
19000
77
77 77
20000
Het aldus vastgestelde percentage wordt mede
37e
77
77
77
20000
77
77 77
22000
toegepast op de aanslagen voorkomende op de
38e
77
77
77
22000
7?
77 77
24000
suppletoire kohieren.
39e
77
7?
77
24000
77
77 77
26000
Art. 3.
40e
77
77
77
26000
77
77 77
28000
41e
77
77
77
28000
V
77 77
30000
Belastingplichtig is ieder, die tijdens het belasting
42e
77
77
77
30000
77
77 77
32000
jaar in de gemeente zijn hoofdverblijf heeft of valt
43e
77
77
77
32000
77
77 77
34000
onder art. 245, 2", 3° en 4" der gemeentewet, voor
44e
77
77
77
34000
77
77 77
36000
zoover zijn jaarlijkscli inkomen meer dan 450.
45e
77
77
77
36000
77
77 77
38000
bedraagt en voorts wat het tijdvak van aanslag
46e.
77
77
77
38000
77
77 77
40000
betreft, met inachtneming der daarvoor bij gemeld
47e
77
77
77
40000
77
77 77
43000
wetsartikel bepaalde regelen.
48e
77
77
77
43000
77
77 77
46000
Minderjarigen zijn niet belastingplichtig dan voor
49e
77
77
77
46000
77
77 77
49000
hetgeen zij trekken uit eigen kapitaal, vruchtgebruik,
50e
77
77
77
49000
77
77 77
52000
lijfrente, pensioen of voor hetgeen zij zelf verdienen.
51e
77
7?
77
52000
77
77 77
55000
Art. 4.
52e
77
77
77
55000
77
77 77
58000
53e
77
77
77
58000
77
77 77
61000
Iedere belastingplichtige wordt ambtshalve naar
54e
77
77
61000
77
77 77
65000
zijn vermoedelijk zuiver inkomen gerangschikt in eene
55e
77
77
65000
77
7? 77
69000
der klassen van de volgende tabel
56e
77
77
77
69000
77
*7 7?
73000
Het bedrag ten honderd voor 1908 is 3,7 van
57e
77
7'
77
73000
77
77 77
77000
de cijfers in artikel 5 vermeld.
58e
77
77
77
77000
77
77 77
81000
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl no. 8.
59e klasse van boven 81000 tot en met 85000
60e 85000 89000
61e 89000 93000
62e 93000 97000
63e 97000 101000
61e 101000 106000
Elke 5000.boven de 106,000.vormt eene
hoogere klasse.
Het middencijfer van elke klasse, verminderd met
eene som van 150.vormt het belastbaar inkomen.
Art. 5.
De aanslag geschiedt naar de volgende verhouding-
cijfers
voor de le klasse naar het cijfer
2e
3e
4e
5e
6e
7e
8e
9e
10e
11e
12e
13e
14e
15e
16e
17e
18e
19e
20e
21e
22e
23e
24e
25e
26e
27e
28e
29e
30e
31e
32e
33e
34e
35e
36e
37e
38e
39e
40e
41e
42e
43e
44e
25
77
132
219
339
464
594
796
1076
1366
1741
2206
2686
3181
3776
4476
5176
5964
6839
7714
8589
9682
10995
12307
13620
15151
16901
18651
20401
22151
23901
25651
27401
29151
30901
32651
35276
38776
42276
45776
49276
52776
56276
59776
voor de 45e klasse naar het cijfer 63276
46e
47e
48e
49e
50e
51e
52e
53e
54e
55e
56e
57e
58e
59e
60e
61e
62e
63e
64e
66776
71151
76401
81651
86901
92151
97401
102651
108776
115776
122776
129776
136776
143776
150776
157776
164776
171776
179651
Het cijfer voor de 65e en volgende klassen wordt
gevonden door het cijfer van iedere voorgaande klasse
te verhoogen met 8750.
Art. 6.
Onder het inkomen, waarnaar de Massificatie ge
schiedt, is bij hoofden van echtvereenigingen begrepen
het inkomen der huwelijksgemeenschap en ook het
eigen inkomen der vrouw, indien deze binnen de
gemeente haar hoofdverblijf houdt of er verblijft en
geene scheiding van goederen heeft plaats gehad.
Art. 7.
Voor de berekening van het inkomen worden in
aanmerking genomen
1°. alle inkomsten en voordeelen en alle genot
voortspruitende uit onroerende goederen, effecten of
andere schuldvorderingen, uitstaande kapitalen, be
zoldigingen, tractementen, salarissen, toelagen, pen
sioenen, wachtgelden, lijf- en andere renten, jaarlijksche
uitkeeringen uit weduwenfondsen, wegens levensver
zekering en dergelijke overeenkomsten of uit welken
anderen hoofde ook, alsmede uitkeeringen door meer
derjarigen genoten van bloed- of aanverwanten.
2°. emolumenien van ambten en betrekkingen,
belooningen voortijdelijke diensten, de zuivere winsten
en voordeelen uit beroepen, bedrijven en neringen,
de inkomsten uit tantièmes, dividenden van aandeelen
in vennootschappen, reederijen, maatschappijen en
coöperatieve vereenigingen, alsmede weekloonen en
daghuren en alle verdere wisselvallige inkomsten.
De inkomsten enz. sub 1° worden berekend naar
hun jaarlijkscli bedrag, die sub 2° naar het' ge
middelde over de drie laatst voorafgaande jaren, of,
zoo deze maatstaf wegens korteren duur van het genot
der inkomsten niet kan worden toegepast, naar dien
korteren duur of naar het vermoedelijk bedrag der
inkomsten.
94
96