184 Bijlage tot het verslag van de handelingen vaD den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Art. '25. Zie het bij art. 6 aangeteekende. Art. 26. Zie het bij art. 6 en bij art. 21, 2e lid, aangeteekende. Artt. 27 en 28. Niet dan bij zeer oppervlakkige lezing kan worden volgehouden dat de eerste alinea's van beide artikelen „sprekend" op elkander gelijken. Art. 27, 1 geeft als algemeenen regel aan dat de gemeente in de drie in de vorige artt. behandelde gevallen van te niet gaan van het recht terstond in den eigendom van den opstal treedtart. 28, 1 behandelt de schadevergoedingdie in twee dier drie gevallen (zie voor het derde geval art. 23) aan den erfpachter verschuldigd is. Voor behoud van het stelsel van overgang van den eigendom der opstallen aan de gemeente moet worden gepleit, omdat het welslagen van de erfpachtsproef samenhangt met deze aan de gegadigden in uitzicht gestelde zeker heid. Overigens komt het niet gewenscht voor de straf der vervallenverklaring zoover uit te strekken dat daarin de ontneming van den opstal zonder schadevergoeding (c.q. na aftrek van wat den hypotheekhouders toekomt) zal zijn begrepen. Art. 29, 2. Het behoud der bepaling is gewenscht zij schaadt in geen geval. 3e lid. Voor de beantwoording der hier ge stelde vragen kan naar de artt. 32 en volg. en 35 verwezen worden. Art. 31, 1. De aangehaalde woorden kunnen niet worden geschrapt, omdat onder het artikel dan ook zou vallen het te niet gaan door verloop van tijd met gelijktijdige verlenging van het erfpachtsrecht. Art. 34. De aanvulling met de woorden „en het door hen gekozen domicilie" hangt samen met de wijziging van art. 37. Art. 35, 1. Zie voor de aanvulling de memorie van antwoord op het sectieverslag (bijlage 40 van 1907, pag. 355, '2e kolom). Het geheele artikel heeft overigens een meer rationeele verdeeling in alinea's ondergaan. Art. 40. Het is wenschelijk gebleken dit artikel alsnog op te nemen. Wat ten slotte de ophooging der blokken E en F aangaat, de Directeur der Gemeentewerken heeft ons nader medegedeeld dat, gelijk ook uit de over gelegde profielen blijkt, deze niet noemenswaard zal behoeven te zijn, zoodat de afnemers der terreinen hiermede gevoegelijk zullen kunnen worden belast. Met verdere verwijzing, voor zooveel noodig, naar onze in bijlage no. 20 van 1907 afgedrukte voor dracht van 1 Juni van dat jaar geven wij U thans in overweging te besluiten a. tot straataanleg op de terreinen der voor malige „Linnenbleekerij" aan den Hoekstersingel en verbetering der bestrating in de omgeving daarvan, op de wijze als op de overgelegde teeke- ning is aangeduid en volgens de daarvan door den Directeur der Gemeentewerken opgemaakte be grooting I). de aldus gevormde bouwblokken als bouw terrein in erfpacht uit te geven en daartoe te nemen het in ontwerp hiernevens gevoegd besluit c. als rooilijnen voor de op die bouwblokken en op het bij raadsbesluit van 14 April 1908 no. 135R/55 aan J. F. en J. L. Tak in erfpacht afge stane terrein te stichten gebouwen, vast te stellen de op meergemelde teekening getrokken roode lijnen: d. Burgemeester en Wethouders te machtigen tot de openbare aanbesteding van de sub a bedoelde werken, blijvende aan hen de beoordeeling in hoe verre daartoe dadelijk of, naar gelang der omstan digheden, geleidelijk zal worden overgegaan e. ten aanzien van het adres van 19 Januari 1907 van het bestuur der voormalige Coöperatieve Bouw- vereeniging „Helpt Elkander", over te gaan tot de orde van den dag. Leeuwarden, 23 Mei 1908. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden ZIMMERMAN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. no. 13. Litt. h. 0NTWERP-BE8L UIT. De Raad der gemeente Leeuwarden gelet op zijne besluiten van 27 Decembet 1906 no. 474R/194 en 14 Januari 1908 gezien de voordracht van Burgemeesrer en Wet houders besluit als bouwterrein uit te geven de kadastrale per- ceelen, gemeente Leeuwarden, sectie F, nos. 2602, '2603, 2604 (gedeeltelijk), 2605, '2624 en 2625, aan geduid als bouwblokken A, B, C, D, E en F op de bij dit besluit behoorende situatiekaart en zulks onder de navolgende BEPALINGEN betreffende de uitgifte van Bouwterreinen, gelegen aan de Noord zijde van den Hoekstersingel (terrein der voormalige Bleekerij), en toebe- hoorende aan de Gemeente Leeuwarden. Art. 1. Omschrijving De uit te geven bouwterreinen zijn gelegen ten Noorden van den Hoekstersingel te Leeuwarden en op de bij deze bepalingen behoorende situatie- kaart in roode ar^ure aangewezen en verdeeld in blok gedeelte A a, h, c B a, b C a, b D a, b E F Art. '2. Wijze van uitgifte. 1. De in het vorig artikel omschreven terreinen worden uitgegeven in erfpacht tegen een canon van 41/2 van de waarde van den grond. 2. De minimum-waarde van de terreinen, volgens welke de canon wordt berekend, wordt aangegeven in eene bij deze bepalingen behoorende lijst. 3. Deze lijst blijft voor de nog onuitgegeven terreinen van kracht, totdat zij door den Gemeente raad door een andere is vervangen. Art. 3. Diepte der terreinen. 1. Op alle blokken moet, voor zoover door Burgemeester en Wethouders hiervan geene ont heffing wordt verleend, of hieronder daarvan niet wordt uitgezonderd, het terrein steeds ter volle diepte van het blok of bloksgedeelte in erfpacht genomen worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1908 | | pagina 93