Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908.
geval het terrein aan een ander terrein bij den
zelfden erfpachter in eigendom of erfpacht, grenst.
3. Het recht eindigt, ook voordat de schadever
goeding is bepaald of betaald, tenzij een ander
tijdstip bij het besluit is bepaald en behoudens het
bepaalde in het vorig lid, niet eerder dan 3 maan
den, nadat het raadsbesluit, waarbij de beëindiging
van het recht werd uitgesproken, is genomen.
4. Een nieuw contract wordt opgemaakt voor
het gedeelte niet in de beëindiging begrepen. Het
4e lid van art. 20 is voor zoover mogelijk en be
houdens het volgende lid van dit artikel ten deze
van toepassing.
5. Alle kosten die een gevolg zijn van de beëin
diging van het recht op gronden van algemeen nut
komen voor rekening van de gemeente.
Art. 23.
Schadevergoeding bij beëindiging op gronden
van algemeen nut.
1. De schadevergoeding, bedoeld in het le lid
van het vorig artikel, bestaat uit de vergoeding
van de waarde van den opstal in den toestand,
waarin die zich ten tijde van de beëindiging be
vindt, vermeerderd met 10 der waarde, evenwel
onder aftrek van hetgeen de erfpachter blijkens
vaststelling door Burgemeester en Wethouders ter
zake het erfpachtscontract nog aan de gemeente
schuldig is. Deze waarde wordt, ingeval van ver
schil, bepaald door deskundigen.
2. Bij de berekening van de vergoeding, be
doeld in het le lid, wordt niet gelet op nieuwe
gebouwen of getimmerten of op veranderingen ge
maakt of aangebracht na de kennisgeving van
Burgemeester en Wethouders aan den erfpachter,
dat aan den Raad de beëindiging van het recht op
gronden van algemeen nut zal worden voorgesteld,
tenzij hij bewijst dat die werkzaamheden reeds vóór
de kennisgeving waren opgedragen.
3. Bij beëindiging voor een gedeelte van het
recht Avordt bij de berekening van de vergoeding,
bedoeld in het le lid van dit artikel, acht gegeven
op de mindere Avaarde van het overblijvende ge
deelte als noodzakelijk gevolg van de beëindiging.
4. Alvorens eenige uitbetaling kan plaats hebben,
moeten, voor zoover niet door Burgemeester en
Wethouders aan den erfpachter kennis is gegeven,
dat dit niet Avordt verlangd
a. de grond en de gebouwen ontruimd en ter
vrije beschikking van de gemeente zijn gesteld
b. van het geëindigd zij n van het erfpachtsrecht
de vereischte aanteekening zijn gedaan in de open
bare registers onder verAvijzing naar het betrekke
lijke raadbesluit.
Art, 24.
Vervollen-verklaring van het recht.
1. Onverminderd de te beloopen boeten, kan
194
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bfal. 110. IS
de gemeenteraad met ingang van den bij het be
sluit te noemen datum, de vervallen-verklaring A'an
het recht uitspreken in de volgende gevallen
a. ingeval, na het uiterste tijdstip ingevolge
art. 13 voor de betaling geldende, nog niet volledig
is betaald, hetgeen de erfpachter, blijkens vast
stelling door Burgemeester en Wethouders, krach
tens dat artikel aan de gemeente verschuldigd is
b. ingeval niet zijn nageleefd de voorschriften
van de artt. 15, le lid, voor zoover de verplichting
tot. het opnemen der bepalingen in volgende akten
betreft, 16 a, f en 18
c. ingeval de erfpachter niet medewerkt tot het
opmaken van akten welke de overeenkomst voor
schrijft, of voor zooveel noodig tot hunne over
schrijving in de openbare registers
d. indien de erfpachter het terrein en de daarop
geplaatste opstallen niet naar genoegen A'an Bur
gemeester en Wethouders onderhoudt.
In al deze gevallen moet de erfpachter met
tusschenpoozen van ten minste twee weken driemaal
A'ooraf door Burgemeester en Wethouders zijn
aangeschreven.
2. Wanneer er onderscheidene rechthebbenden
zijn, kan de Gemeenteraad de vervallenverklaring
A'oor gedeelten van het terrein uitspreken, mits de
bebouAA'ing daartoe, te zijner beoordeeling, aan
leiding geeft.
3. Een of meer nieuwe contracten worden op
kosten der gemeente opgemaakt en in de openbare
registers overgeschreven voor de gedeelten, niet in
de vervallen-verklaring begrepen.
Het vierde lid van art. 20 is voor zoover mogelijk
ten deze van toepassing.
Art. 25.
Bepalingen aangaande te niet gaan ran het recht zoo
wel bij beëindiging op gronden van algemeen
nut ale bij ver rallen-verklaring.
1. Bnrgemeester en Wethouders geven aan de
ingeschreven hypothecaire schuldeischers trvee maan
den vooraf bij aangeteekenden brief kennis van hun
voornemen om aan den Gemeenteraad voor te stellen
het uitspreken van de beëindiging van het recht
op gronden van algemeen nut, of de verA'allen-A'er-
klaring van het recht, in het laatste geval met
vermelding van de feiten en gronden, die naar hun
oordeel tot de vervallen-verklaring aanleiding geven.
2. De erfpachter en de hypothecaire schuld
eischers kunnen hunne bezAvaren tegen het voorstel
aan den Gemeenteraad schriftelijk kenbaar maken.
Art. 26.
Te niet gaan van het recht door verloop van den
tijd waarvoor het is uitgegeven.
1. Indien ingevolge het bepaalde bij het tA\*eede
195