'j'j:
ïi.
1
no. J.
f
d.
'f I
-I 'fl
V
i:
'V "v 1 1'
f') 3;
(HM
i
b «JH
ii
i.'l
Transport
b. Ontvangsten wegens plaatsing en bevestiging van gas
meters
c. Ontvangsten wegens vergoeding voor het gebruik van
muntgasinstallatiën
Totaal Hoofdstuk II
III. Terugontvangst van gestort kasgeld en voorschot der ge
meente ter voorziening in de eventueele behoefte aan kasgeld
Totaal Hoofdstuk III
IV. iart. 19 F der verordening).
Eventueel voordeelig saldo der in art. 12 bedoelde rente
verrekening
Totaal Hoofdstuk IV
V. (art. 19 Id der verordening).
Geiden door de gemeente aan het bedrijf te verstrekken ten
behoeve van de verbetering en uitbreiding van het bedrijf. f
Totaal Hoofdstuk V
VI. (art. 19 F der verordening).
Uitkeering van de gemeente aan het bedrijf ten bedrage van
het zuiver verlies voorzoover dit verlies niet uit het reserve
fonds wordt bestreden
Totaal Hoofdstuk VI
II. Uitkeering uit het afschrijvings- en vernieuwingsfonds
volgens art. 29a en 29hf
Totaal Hoofdstuk VII
III. Rente van het afschrijvings- en vernieuwingsfonds f
Totaal Hoofdstuk VIII
70
f
1420443
150000;—
150000
Memorie
37000
37000
Memorie
Memorie
Nihil
75462?
1454627
80000j
80000'—
Memorie
III.
IV.
100401
1004017
Memorie
2195983
V.
VII.
21959,83
Nihil
Nihil
VIII.
In verband met het onder 17» geraamde gasverbruik over de muntgasmeters ad 754627 M8. zal
de vermoedelijke ontvangst berekend naar 1 cent per M3. 7546.27 bedragen.
Krachtens art. 8 der verordening stort de boekhouder zijn kas, voorzoover zij een bedrag van
3000.overtreft, telkens in de kas van den gemeente-ontvanger, terwijl volgens het bepaalde
big art. 9 het noodige kasgeld bij den gemeente-ontvanger wordt opgenomen.
In het onzekere of over 1912 rente zal worden genoten is deze post voor Memorie gesteld.
Het bedrag strekt tot dekking der uitgaven voor aankoop van gasmeters, muntgasinstallatiën,
hoofdbuizen enz. onder de lasten sub 12 uitgetrokken en is gespecificeerd als volgt
a. voor aankoop van gasmeters
muntgasmeters
aanleg muntgasinstallatiën en dienstleidingen
kanalisatie
publieke verlichting
b.
e.
e.
5000.—
7000.—
8000.—
10000.—
2000.—
32000.—
21959.83
Hiervan wordt bestreden uit het afschrijvingsfonds
Zoodat geleend moet worden (zie toelichting bij VII)10040.17
Einde 1911 zal in het afschrijvings- en vernieuwingsfonds worden gestort de afschrijving wegens
waardevermindering volgens achterstaanden staat, voor 1911 bedragende f 35322.505, terwijl uit
dit fonds zal worden betaald de 21/s schulddelging ad 13567,02, zoodat einde 1911 nog in
fonds aanwezig zal zijn 21755.485, welk bedrag zal worden besteed tot gedeeltelijke betaling
der uitgaven ten behoeve van de verbetering en uitbreiding van het bedrijf, zoodat het fonds
begin 1912 geen gelden beschikbaar zal hebben.
Einde 1912 wordt het bedrag der afschrijving in het fonds gestort ten bedrage van 35526.85,
waaruit zal worden voldaan het bedrag der 21/2 aflossing over 1912 (waarbij gerekend is, dat
het op het einde van 1911 te leenen bedrag ad f 15244.515 nog niet behoeft te worden afgelost)
bedragende f 13567.02, zoodat dan nog in het fonds aanwezig is 21959.83, hetgeen volgens art.
29a en 29i der bedrijfsverordening kan strekken tot gedeeltelijke voldoening der gelden, benoodigd
ten behoeve van de verbetering en uitbreiding van het bedrijf hierboven uitgetrokken tot een
bedrag van 32000.
Uit de toelichting onder VII gegeven blijkt voldoende, dat dit fonds geen rente zal kunnen
kweeken, aangezien de daarin gestorte gelden wegens afschrijving voor waardevermindering
direct worden besteed tot verplichte 21/2 schuldaflossing en overigens ter verstrekking van
gelden ten behoeve van de verbetering en uitbreiding van het bedrijf zonder dat een batig saldo
in het fonds aanwezig blijft.
71
-;j
l|i
.ill j: