210 211 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1918. Art. 69. Art. XXIV. De voogden worden ter hunner voorlichting om- Hoofdstuk V, bevattende de artikelen 69 tot en trent het verleenen van onderstand en van genees-, met 82, vervallen, heel- en verloskundige hulp bijgestaan door eene commissie van buurtbezoekers. Deze commissie kan tevens bijstand verleenen bij het uitreiken van geldelijke of andere ondersteu ningen. Art. 70. Het getal buurtbezoekers is onbepaald en wordt naar de behoefte geregeld. lederen buurtbezoeker wordt de kring aangewe zen, waarin hij werkzaam zal zijn. In den regel wordt voor een bepaalden kring een bewoner daarvan tot buurtbezoeker benoemd. Art. 71. De verdeeling in kringen en de benoeming der buurtbezoekers geschieden door burgemeester en wethouders, de voogden gehoord. Art. 72. De buurtbezoekers worden benoemd voor den tijd van drie jaren. Zij zijn dadelijk herbenoembaar. Art. 73. Bij het ontstaan eener tusschentijdsche vacature en zoolang daarin niet is voorzien, wordt de vacante betrekking waargenomen door een buurtbezoeker, door burgemeester en wethouders aan te wijzen. Art. 74. Bij het ontvangen van aanvragen om onderstand of genees-, heel- en verloskundige hulp, stelt de buurtbezoeker dadelijk een persoonlijk onderzoek in naar den toestand en de behoeften van het gezin. Indien de buurtbezoeker niet bij machte is om, hetzij door het inroepen van de hulp van kerkelijke of bijzondere instellingen van weldadigheid, hetzij door werkverschaffing of op eenige andere wijze in de behoefte te voorzien, dient hij de aanvraag met het rapport van zijn onderzoek, ingericht overeen komstig de voorschriften door burgemeester en wet houders vastgesteld, zoo spoedig mogelijk in aan den voorzitter der stads-armenkamer. Art. 75. De buurtbezoeker bezoekt van tijd tot tijd in zijnen kring ieder gezin, dat van de stads-armen kamer onderstand of genees- en heelkundige hulp geniet. Hij gaat in het bijzonder na, of de kinderen der ondersteunden, die in de schooljaren vallen, geregeld eene school bezoeken. Indien dit niet het geval is, geeft hij daarvan bericht aan evengemelden voor zitter, met opgave van de reden van het schoolver zuim. Inmiddels tracht hij het schoolbezoek zooveel mogelijk te bevorderen. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. no. Hij tracht overigens door raad en voorlichting en door zedelijken steun en hulp elk behoeftig gezin zooveel mogelijk zedelijk en stoffelijk te ver heffen. Hij doet dit echter met volkomen eerbiedi ging van de godsdienstige begrippen van den be hoeftige. Art. 76. De buurtbezoeker voegt aan de door hem in te zenden rapporten zoodanige mededeelingen en voor stellen toe, als hij wenschelijk oordeelt. Art. 77. De buurtbezoeker geeft inlichtingen omtrent !be- hoeftigen, in zijnen kring woonachtig, onverschillig, of zij al dan niet onderstand van het armbestuur genieten, aan besturen van kerkelijke en bijzondere instellingen van weldadigheid, indien die van hem worden gevraagd. Desgevraagd verstrekken zij aan burgemeeester en wethouders zoo spoedig mogelijk alle inlichtingen omtrent den toestand van alle behoeftigen, in hun nen kring woonachtig. Art. 78. De buurtbezoekers zijn tevens belast met het af geven van bewijzen van goed gedrag en van onver mogen, die door of omtrent personen, in hunnen kring woonachtig, worden gevraagd, nadat zij zich omtrent het gedrag of het onvermogen van den betrokken persoon zoo nauwkeurig mogelijk hebben vergewist. Waar voor zoodanige bewijzen een verklaring van twee buurtbezoekers dienstig wordt geoordeeld, wor den zij mede onderteekend door een anderen buurt bezoeker, in dezelfde wijk woonachtig, nadat deze zich mede zooveel mogelijk heeft overtuigd omtrent het gedrag of het onvermogen van den persoon, wien het geldt. Art. 79. Indien een buurtbezoeker door ziekte of afwezig heid zijne betrekking tijdelijk niet kan waarnemen, geeft hij daarvan dadelijk bericht aan den voorzitter der stads-armenkamer, die de tijdelijke waarneming opdraagt aan een anderen buurtbezoeker, bij voorkeur in dezelfde wijk woonachtig. Art. 80. De buurtbezoekers worden in acht sectiën verdeeld. De verdeeling geschiedt door burgemeester en wet houders, de voogden gehoord. Iedere sectie vergadert ten minste éénmaal in de drie maanden, na oproeping en onder voorzitterschap van een der voogden. De sectie wijst een uit haar midden tot secretaris aan, die van iedere vergadering behoorlijke notulen houdt. In deze vergaderingen doen de buurtbezoekers verslag van hunne bevindingen. Voorts wordt daarin

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 106