216
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1918.
het hem door burgemeester en wethouders aan te
wijzen gedeelte der gemeente, indien de vroedvrou
wen verhinderd zijn dien te verleenen, of deze
volgens art. 30 dezer verordening zijne hulp in
roepen
d. het onderzoek, bedoeld bij art. 24 der veror
dening op de huizen van ontucht en de publieke
vrouwen in deze gemeente
e. het onderzoek, bedoeld bij art. 2 der veror
dening, regelende het geneeskundig onderzoek van
personen, die in aanmerking komen voor aanstelling
in den dienst der gemeente en van hare instellingen.
Deze arts voert den titel van geneesheer-directeur
van het ziekenhuis.
Art. 6.
De jaarwedden bedragen:
die van den geneesheer-directeur 2000.—
die van ieder der andere artsen 650.
De uitbetaling der jaarwedden geschiedt per
kwartaal, telkens voor een vierde gedeelte.
Bij overigden wordt de jaarwedde uitbetaald tot
aan het einde der maand waarin het overlijden
plaats vindt.
Bij het eindigen der functie of bij tusschentijdsche
aftreding geschiedt die uitbetaling tot en met den
dag der aftreding.
II. Bijzondere bepalingen ten aanzien van den
geneesheer-directeur van het stadsziekenhuis.
Art. 8.
Hij is verplicht tot het opmaken en bijhouden
van ziekenregisters en receptenboeken en tot con
troleering der voedingslij sten, op de wijze in zijne
instructie te bepalen.
Art. 9.
Hij neemt bij zijne beoordeeling, of een lijder,
die in het stadsarmhuis wordt verpleegd, naar het
stadsziekenhuis behoort te worden overgebracht,
niet alleen den toestand en de behoefte van den
patient in aanmerking, maar hij let daarbij tevens
op de huishoudelijke belangen van het armhuis.
Art. 11.
De behandeling van behoeftige zieken geschiedt op
vertoon van een lastbrief je, afgegeven door den voor
zitter of den secretaris-boekhouder der stadsarmen
kamer. In bijzondere gevallen kan ook door den
burgemeester een lastbriefje worden afgegeven.
Indien de burgemeester het lastbriefje afgeeft, doet
hij hiervan mededeeling aan den secretaris-boek
houder der stads-armenkamer.
Na ontvangst van het lastbriefje moet de betrokken
Art. III.
In artikel 6 wordt het eerste lid gelezen als volgt
De jaarwedden bedragen
die van den geneesheer-directeur 2100.
die van ieder der andere artsen 750.
Art. IV.
Het opschrift van hoofdstuk II wordt gelezen
als volgt
II. Bijzondere bepalingen betreffende den dienst in
het Stads Ziekenhuis.
Art. V.
In artikel 8 vervallen de woorden „en tot con
troleering der voedingslijsten".
Art. VI.
Art. 9 vervalt.
Art. VII.
In artikel 11, le lid, vervalt het woordje „ook".
In het 3e lid wordt in plaats van „zoo spoedig
mogelijk bezoeken, inzonderheid wanneer op het
briefje het woord „spoed" is vermeld" gelezen
„met gepasten spoed bezoeken".
In het 4e lid vervalt het woord „andere".
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. ÏIO. 20.
arts den lijder zoo spoedig mogelijk bezoeken, inzon
derheid wanneer op het briefje het woord „spoed"
is vermeld.
In andere spoedeischende gevallen verleent hij,
zoowel bij naoht als bij dag, onmiddellijk hulp, in
afwachting der lastgeving.
Art. 16.
De artsen mogen geene geneesmiddelen voorschrij
ven, dan na de patiënten telkens vooraf te hebben
onderzocht.
Hiervan zijn alleen uitgezonderd de chronische
zieken, die zij evenwel ten minste tweemaal 's weeks
moeten bezoeken.
Art. 17.
De artsen zien toe, dat de voorgeschreven genees
middelen aan de belanghebbenden worden verstrekt.
Zij voorzien hunne recepten voor behoeftigen en
verpleegden van een bijzonder kenmerk.
Art. 27.
De tot de verloskundige praktijk bij behoeftige
vrouwen toegelaten vroedvrouwen worden om beurten
met het verleenen der toegezegde verloskundige
hulp belast.
Van elko toezegging geeft de voorzitter of de
secretaris-boekhouder der Stads-armenkamer aan
belanghebbende een onderteekend bewijs af, houdende
tevens vermelding van den naam der aangewezen
vroedvrouw. Aan deze geschiedt hiervan tevens
mededeeling.
Art. 30.
In de gevallen, waarin de vroedvrouw verplicht
is, de hulp van een geneeskundige in te roepen,
wendt zij zich hiertoe in de eerste plaats tot den
arts, die voor de wijk, waarin de bevalling plaats
heeft, voor de waarneming der praktijk is aange
wezen.
Art. 33.
De vroedvrouw staat gedurende een door haar
verrichte verlossing onder toezicht der artsen. Zij is
verplicht, de door hen te geven voorschriften stipt
op te volgen.
Indien eene verlossing plaats heeft in het stads
ziekenhuis, staat zij onder toezicht van den genees
heer-directeur en is zij gehouden, zich in alles naar
diens voorschriften te gedragen.
Art. 34.
De vroedvrouw, die buiten het stadsziekenhuis
eene verlossing heeft verricht, is verplicht daarvan
onmiddellijk kennis te geven aan den arts, die de
praktijk bij behoeftigen waarneemt in de wijk,
waarin de bevalling heeft plaats gehad.
Art. VIII.
In het 2e lid van artikel 16 worden tusschen de
woorden „evenwel" en „ten minste" ingevoegd de
woorden „als regel".
Art. IX.
In artikel 17, le lid, worden tusschen de woorden
„belanghebbenden" en „worden" ingevoegd de
woorden „tijdig en in behoorlijken vorm" en in het
2e lid wordt voor het woord „bijzonder" gelezen
„afzonderlijk".
Art. X.
Het le lid van artikel 27 wordt gelezen als volgt
„Degene, die deze hulp toezegt, geeft hiervan aan
belanghebbende een onderteekend bewijs af, waarop
de naam der vroedvrouw die bijstand zal verleenen
vermeld wordt."
Art. XI.
In artikel 30 vervallen de woorden „hiertoe in
de eerste plaats".
Art. XII.
Artikel 33 wordt gelezen als volgt
De vroedvrouw staat onder toezicht der stads-
artsen. Zij is gehouden, de door dezen te geven
voorschriften en voor zoover het een verlossing in
het Ziekenhuis betreft, die van den Geneesheer-
Directeur stipt op te volgen.
Art. XIII.
Na artikel 34 worden ingevoegd twee nieuwe
artikelen 34bis en 34ier, luidende
Artikel 34bis. De vroedvrouw is verplicht de kraam
vrouw na de verlossing gedurende ten minste tien
dagen dagelijks te bezoeken.
217