Bijlage no. 28. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. NOTA VAN WIJZIGINGEN. Heffingsverordening. Artikel 4, 3e lid en volgende tot en met het slot, te lezen als volgt „Het belastbaar inkomen wordt gevormd door het middencijfer van elke klasse te verminderen met 450.voor gehuwden zonder kinderen en voor ongehuwdenvoor gehuwden, weduwnaars en weduwen met een of meer kinderen bovendien voor ieder inwonend eigen, aangehuwd of kleinkind of pupil, die niet zelfstandig is aangeslagen en op den 1 Januari van het belastingjaar den vollen ouderdom van 16 jaar niet heeft bereikt, of wegens voortdurende lichaams- of zielsgebreken niet in staat is in zijn onderhoud te voorzien, met ƒ25. tot een maximum van 150. Van een belastbaar inkomen beneden 50. wordt geene belasting geheven." Artikel 5. Den aanhef te lezen„De aanslag ge schiedt naar de volgende cijfers (cijfers van aanslag)." Artikel 7, le lid onder 1, vervallen de woorden „met uitzondering van de voordeelen uit" en onder 2„voordeelen van aandeelen in coöpera tieve vereenigingen". Artikel 9, le lid, 3e zinsnede, voor het woordje „doch" te lezen „tot", de 6e zinsnede „verschul digde lijfrenten" vervalt. 7e zinsnede voor „kortingen op de tractementen ingehouden" te lezen „bijdragen". 8e zinsnede: voor „in geen geval meer dan de verplichte kortingen minder bedragen" te lezen „met inbegrip van de verplichte bijdragen niet meer". Art. 11, 4e lid, vervallen de woorden„welke onder voogdij of curateele staan, welke als minder jarige uit eigen kapitaal, vruchtgebruik, lijfrente, pensioen of verdienste inkomsten genieten, of over wier goederen bij rechterlijk vonnis een bewind^ voerder is benoemd". Art. 13, te lezen als volgt„Het beschrijvings biljet, uitgereikt aan in de gemeente wonenden, wordt na acht dagen teruggehaaldhij die zijn biljet dan niet medegeeft, is verplicht het binnen tien dagen ten kantore van den controleur dezer belasting te bezorgen. De biljetten, toegezonden aan buiten de gemeente wonende personen, moeten binnen tien dagen na de toezending, aan den controleur worden teruggezonden. Uitstel kan door dien ambtenaar op een daartoe gedaan schriftelijk verzoek, behelzende de redenen waarom aan het voorschrift van dit artikel niet kan worden voldaan, worden verleend". 228 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. no. 28. WIJZIGING der marktgeldheffing (gemeen teblad no. 22 van 1900). Aan den Gemeenteraad. Bij het voorstel van 16 October 1912, no. 209, waarbij U op grond van het bepaalde bij artikel 1 der verordening op de invordering van marktgeld in overweging werd gegeven dit recht slechts voor een volgend tijdvak van één jaar te verpachten, is door ons medegedeeld dat het voornemen bestond het aantal objecten, waarvoor deze heffing geschiedt, uit te breiden. Ingevolge dit voornemen bieden wij U hiernevens, vergezeld van eene memorie van toelichting, een ontwerp van eene gewijzigde hef fingsverordening met daarbij behoorende verordening- op de invordening aan en stellen U voor te besluiten overeenkomstig dat ontwerp. Leeuwarden, den 2 Juli 1913. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. PATIJN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP. BESTAANDE REDACTIE. VERORDENING tot het heffen van marktgeld. Art. 1. Er wordt ten behoeve der gemeente een recht geheven onder den naam van marktgeld, wegens a. het plaatsen van kramen, disschen, karren, kruiwagens en alle andere voorwerpen voor het verkoopen of ter verkoop uitstallen van goederen, van welken aard ook b. het ter verkoop uitstallen van goederen op den grond c. het plaatsen van tenten, carroussels, hakblokken enz. tot het houden van openbare vermakelijkheden of vertooningen of het innemen daartoe van eene bepaalde plaats in de open lucht alles voor zoover dit geschiedt op openbare ge meentelijke pleinen, straten, wegen, wallen enz., met uitzondering van het terrein der veemarkt en indien de ingenomen plaatsen niet bij publieke verpachting zijn afgestaan. Onder het bepaalde bij litt. b. is mede begrepen het nederleggen, in- of uitpakken of wegen van goederen, voor zoover dit geschiedt op do volgens de verordening op de marktpolitie voor die goede ren aangewezen marktpleinen en gedurende den markttijd. De Raad der gemeente Leeuwarden. gelet op artikels 238, 240 en 254 der gemeentewet, alsmede op het voorstel van Burgemeester en Wethouders besluit vast te stellen de volgende A. VERORDENING tot het heffen van markt- en staangeld. Art. 1. Er wordt ten behoeve der gemeente een recht geheven onder den naam van markt- en staangeld, wegens a. het plaatsen van kramen, disschen, karren, kruiwagens en alle andere voorwerpen voor het verkoopen of ten verkoop uitstallen van goederen van welken aard ook b. het ten verkoop uitstallen van goederen op den grond c. het innemen van de straat op daartoe door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen plaatsen 1. met rijtuigen die op min of meer geregelde tijdstippen personen vervoeren van andere bepaalde plaatsen naar deze gemeente of terug 2. met vracht- of hondenkarren of voertuigen die geregeld goederen vervoeren van andere be paalde plaatsen naar deze gemeente of terug alles voor zoover dit geschiedt op openbare ge meentelijke pleinen, straten, wegen, wallen enz., met uitzondering van het terrein der veemarkt en van de terreinen of standplaatsen die afzonderlijk worden verpacht. Ouder het bepaalde bij litt. b. is mede begrepen het nederleggen, in- of uitpakken of wegen van goederen, voor zoover dit geschiedt op de volgens de verordening op do marktpolitie voor die goede ren aangewezen marktpleinen en gedurende den markttijd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 114