Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. gelet op artikel 240 litt. j der Gemeentewet, alsmede op het voorstel van Burgemeester en Wet houders besluit vast te stellen de navolgende A. VERORDENING op do heffing eener bijzondere belasting, wegens den aanleg van een riool in den Stienserweg. Artikel 1. Er wordt in de gemeente Leeuwarden eene bijzondere belasting geheven ter zake van de kosten van aanleg van een riool in den Stienserweg. Artikel 2. De belasting is verschuldigd door hen, die krach tens recht van eigendom of eenig- ander zakelijk recht het genot hebben van gebouwen en hunne aanhoorig- heden (perceelen), die aan den weg, voor zoover de rioleering strekt, gesticht zijn na het inwerking treden dezer verordening. Als genothebbende wordt aangemerkt hij, die als zoodanig in de kadastrale liggers is aangewezen, tenzij kan worden aangetoond, dat een misstelling in die liggers heeft plaats gehad of dat de voorgevallen veranderingen nog niet zijn opgenomen. Artikel 3. De belasting wordt berekend naar do lengte van het perceel langs den weg. Artikel 4. De belasting is voor elk perceel slechts eenmaal verschuldigd en bedraagt per strekkenden Meter, een gedeelte daarvan voor vol te rekenen a. van gebouwen, die in het jaar van en het jaar na den aanleg van het riool worden gesticht, f 15.30 b. van gebouwen, die in volgende jaren worden gesticht, gelijk bedrag als sub a genoemd is, ver meerderd met de rente op rente naar 4 1/2 doch ten hoogste 2 X dat bedrag. Artikel 5. De belastingplichtigen worden met inachtneming van het vorenstaande op kohieren gebracht. Door Burgemeester en Wethouders wordt een kohior opgemaakt en den gemeenteraad ter vast stelling aangeboden, zoodra het riool is aangelegd en gebouwen aan den weg zijn gesticht in den zin van artikel 2. Vervolgens wordt ieder jaar in de maand Februari een kohier opgemaakt voor de perceelen, waarvoor sedert het vorige kohier de belasting krachtens artikel 2 verschuldigd is geworden. Artikel 6. De belastingplichtige, die na de goedkeuring van 238 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. no. SO. het kohier door Gedeputeerde Staten zijne rechten op het perceel, waarvoor hij is aangeslagen, heeft verloren, blijft niettemin voor de geheele belasting aansprakelijk. Bijaldien de belastingplichtige in staat van faillisse ment is verklaard, of op zijne goederen executoriaal beslag is gelegd, wordt de opvolger in het genot in den zin van artikel 2 nader voor dat gedeelte der belasting ten kohiere gebracht, dat niet inge vorderd is kunnen worden. Art. 7. De belasting is niet verschuldigd voor perceelen, waarvan de gemeente of een harer instellingen genothebbende is in den zin van artikel 2. Artikel 8. Deze verordening treedt in werking den 1 Januari 1914. B. VERORDENING op de invordering der be- lasting, wegens den aanleg van een riool in den Stienserweg. Artikel 1. Dadelijk nadat een kohier door Burgemeester en Wethouders aan den gemeente-ontvanger ter invor dering is gezonden, doen zij hiervan openbare kennisgeving. Artikel 2. Het formulier van het aanslagbiljet wordt met inachtneming van artikel 265 der Gemeentewet door Burgemeester en Wethouders vastgesteld. De aanslagbiljetten worden door de zorg van den gemeente-ontvanger uitgereikt, met inachtneming van den termijn, daarvoor bij evengemeld artikel vastgesteld. Artikel 3. De aanslagen zijn invorderbaar in twee termijnen, welke vervallen onderscheidenlijk één en vier maanden na de uitreiking van het betrekkelijke aanslagbiljet. Artikel 4. De invordering dezer belasting geschiedt verder ovoreenkomstig do bepalingen van do artikelen 258, 259, 260 en 261 der Gemeentewet. Artikel 5. Deze verordening treedt in werking den 1 Januari 1914. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, 239

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 119