Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. stichtingskosten uitgetrokken, het laagste dat art. 8 van de statuten der vereeniging toelaat. En wat de huuropbrengst betreft, met het bestuur der ver eeniging betreuren Burgemeester en Wethouders dat aan den Hollandersdijk geen lagere huurprijs kan worden gevraagd dan 2.Voor Leeuwarden is deze huurprijs, en ook die van 1.80 voor de huisjes aan het Noordvliet, zeker niet laag te noemen, en moet worden goedgemaakt door de betrekkelijk ruime afmetingen van woning en tuin. Over de huurprijzen valt niet veel te praten hooger kunnen zij niet worden gesteld, zal men de bewoners be reiken voor wie deze woningen zijn bestemd, en lager evenmin, omdat dan de bijdrage van Rijk en gemeente te hoog zou moeten zijn. Ook met betrekking tot de indeeling van het terrein kunnen Burgemeester en Wethouders in hoofdzaak met het voorstel der vereeniging, be houdens eenige door deze overgenomen, in de tee- kening aangebrachte wijzigingen, medegaan. Raar aanleiding van een afwijkend voorstel van den Inspec teur van het Woningtoezicht waarvoor naar de hierbij overgelegde stukken wordt verwezen heeft de in deeling een punt van ernstige overweging uitge maakt. Burgemeester en Wethouders hebben toen de overtuiging gekregen dat de thans voorgestelde, alles in aanmerking genomen, de beste is. Het kenmerkende van deze indeeling is, dat veel ruimte wordt gehouden voor tuinen, bij smalle straten. Dit is natuurlijk een belangrijke besparing van kosten. Nagenoeg alle straten van het Noorden naar het Zuiden worden 4e klasse, dus 2,5 M. breed. Bur gemeester en Wethouders zien hiertegen geen be zwaar. Toetreding van lucht en licht zijn ruim schoots verzekerd door de vrij diepe tuintjes. Voor het doorlaten van een brandspuit is reeds 2,5 M. vol doende. Verkeer is hier niet meer te verwach ten dan dat van de bewoners dezer woningen. Waarom zouden de straten dan breeder moeten zijn Hiervoor zou slechts reden kunnen bestaan bij een stadsuitbreiding achter deze buurt. Hoe die ontwik keling zal zijn, ook in het aangrenzende Leeuwar- deradeel, valt nog niet te zeggen. Daarom wordt voorgesteld te bedingen, dat de gemeente te allen tijde het recht heeft van de aan te leggen straten diegene, welke naar 's Raads oordeel verbreeding behoeven, te verbroeden tot 1 M. van de huisjes af. Dan kan aan een later blijkende behoefte aan ruimere verkeerswegen worden voldaan ter plaatse, waar deze dan blijkt te bestaan. Afzonderlijke bespreking vraagt de straat langs de Zuidzijde, A. N. Met het bestuur der vereeniging zijn Burgemeester en Wethouders van oordeel dat bij deze straat allerminst aanleiding is voor een meerdere breedte dan 2.5 M. Maar artikel 4 der Bouwverordening eischt dat de straten 4e klasse, in de richting Noord-Zuid, op beide einden aanslui ten ten minste aan straten derde klasse. Ten einde niet in strijd te komen met de veror dening en toch rekening te houden met de geheel bijzondere omstandigheden van dezen aanleg een arbeiderswijk aan de grens der gemeente, tegen weiland aangelegen en met de geldelijke be zwaren, verbonden aan een breeder straataanleg, stellen Burgemeester en Wethouders voor genoegen te nemen met het aanbod der vereeniging de straat A. N. op de vereischte breedte te brengen zoodra zij dit noodig achten, en voorloopig goed te keuren dat slechts de halve straat wordt bevloerd en de andere helft van plantsoen voorzien. De bezwaren, die de Directeur der Gemeentewerken hiertegen aan vankelijk maakte met het oog op de afwatering, worden door het maken van een greppel ondervangen. Yoor de beslissing, welke thans van Uwen Raad gevraagd wordt, achten Burgemeester en Wethou ders de overgelegde teekeningen voldoende. Bouw vergunningen zullen alsnog aan Burgemeester en Wethouders moeten worden gevraagd, waarbij enkele onderdeelen nader kunnen worden bezien. Wat echter in het algemeen omvang, aantal en indeeling der woningen betreft, aldus vastgesteld na degelijke voorbereiding door het bestuur der vereeniging, waarin, zooals den Raad bekend is, ook vertegen woordigers der gemeente zitting hebben, kunnen Burgemeester en Wethouders zich geheel met de voorstellen vereenigen. Overigens verwijzende naar de toelichting, in het verzoekschrift zelf gegeven en onder mededeeling, dat de vereeniging met alle door Burgemeester en Wethouders voorgestelde wijzigingen medegaat, zij ter toelichting van het hierachter volgende ontwerp besluit nog het volgende opgemerkt. A 1. 343.000.Wegens een wijziging in de ontworpen rioleeringswerken zijn de aanlegkosten f 1000.hooger geworden dan de vereeniging had geraamd. In verband daarmede is de bijdrage met 46.89 vermeerderd. A 2. Deze voorwaarden zijn aldus geredigeerd in aansluiting aan het Koninklijk besluit van 12 Juli 1907 no. 17, zooals dat is aangevuld bij Koninklijk besluit van 22 Mei 1909 no. 31. B I. De vermelding dezer huurprijzen verbindt natuurlijk de vereeniging niet ze ongewijzigd te laten bij veranderde omstandigheden. B I 2a. Artikel 15a van het Koninklijk besluit van 28 Juli 1902, Staatsblad no. 160 (laatstelijk gewijzigd 12 Februari 1913, Staatsblad no. 52). B I 2b. Artikel 15b en 17 van het Koninklijk besluit. B I 2c. Artikel \bd van het Koninklijk besluit. Dergelijke bevoegdheid ontleent de gemeente ten opzichte van de bestaande woningen der vereeniging aan het Raadsbesluit van 12 Februari 1907 onder B 2e (zie bijlage 3 van dat jaar). Ten einde vast te stellen dat de gemeente dit recht ook heeft ten opzichte van de nieuwe woningen en de vergoeding 282 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl, ÏIO. 38. van liquidatie-kosten (toen op f 1000.gesteld) in verband met het grootere bezit iets te verhoogen, wordt deze voorwaarde hier opgenomen, en ten einde allen twijfel buiten te sluiten dat de gemeente boven de 12,500.aandeelenkapitaal, in het besluit van 1907 genoemd, niet nog eens de voor deze woningen gebruikte 6000.zal hebben te vergoeden, wordt onder C. voorgesteld dat gedeelte van het vroegere besluit in te trekken. B II B 4. Het geval is te vergelijken met dat bij het bouwplan BosStoett (Handelingen van 25 Juni 1912 blz. 117 e. v.), waarin de Raad indezen zin heeft beslist. B II B 5. De vereeniging heeft zich tegenover de mede-eigenaren der te dempen slooten verplicht tot het onderhouden der afrasteringen op de grens. Het wordt niet raadzaam geacht dat de gemeente deze verplichting met de straten overneemt. Tot andere voor de gemeente bezwarende verplichtingen heeft de vereeniging zich tegenover de aangrenzende eigenaren niet verbonden. Burgemeester en Wethouders hebben mitsdien de eer den Raad voor te stellen te besluiten I. ten behoeve van de aan de Woningvereeniging Leeuwarden'' te verstrekken geldelijken steun van gemeentewege aan te vragen uit 's Rijks kas een voorschot van ten hoogste 343,000.en een jaarlijksche bijdrage van ten hoogste 1296.20, in de veronderstelling, dat de annuïteit voor de terug betaling van het voorschot wordt berekend naar 4.698 II. onder voorbehoud dat, en zoolang als het onder I genoemde wordt verstrekt, aan de Woning vereeniging te verleenen a. een voorschot, ten hoogste tot het onder I genoemde bedrag b. een jaarlijksche bijdrage van ten hoogste 2592.41, onder hetzelfde voorbehoud als onder I. III. tot het geven aan voornoemde vereeniging van vergunning tot straataanleg op de kadastrale perceelen gemeente Leeuwarden sectie G nos. 6033, 6034 en 6035, een en ander in den vorm en onder de voorwaarden, neergelegd in het hierachter onder litt. B afge drukte ontwerp-besluit. Leeuwarden, 30 Augustus 1913. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. PATIJN, Burgemeester. F. KROON, l. Secretaris. Litt. B. Ontwerp-besluit. De Raad der gemeente Leeuwarden overwegende, dat bij het den 21 Juli 1913 ingediend verzoekschrift van de „Woningvereeniging Leeuwar den", toegelaten bij Koninklijk besluit van 31 Maart 1905 als vereeniging uitsluitend werkzaam in het belang der volkshuisvesting, mededeeling is gedaan van haar voornemen om in de eerstvolgende jaren een aantal woningen te stichten op de kadastrale perceelen gemeente Leeuwarden, sectie G nos. 6033, 6034, 6035 en 8301, ten einde in de woningtoe standen in deze gemeente verbetering aan te brengen, terwijl voorts werd medegedeeld dat de uitvoering van dit plan op 348,000. 283

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 141