Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. bijdragen, tot welker betaling de gemeente zich nog in de toekomst verbonden heeft, niet meer zullen zijn verschuldigdhet voorschot kan mede terstond opvorderbaar worden verklaard, indien door het bestuur der Yereeniging de bepalingen der plaatse lijke verordeningen of der bij de vergunning tot straataanleg te stellen voorwaarden niet worden nageleefd c. de gemeente zal te allen tijde met goedkeu ring van Gedeputeerde Staten, of, bij weigering, van de Koningin, het recht hebben alle bezittingen met de daarop rustende lasten en verplichtingen en alle schulden der vereeniging, gezamenlijk over te nemen tegen betaling van ƒ12,500.met de op de aandeelen nog verschuldigde achterstallige rente, of zooveel meer als het maatschappelijk kapitaal, waarvan de meerdere aandeelen slechts onder goed keuring van Burgemeester en Wethouders kunnen worden geplaatst, zal bedragen, deze meerdere aan deelen te stellen op hunne pari-waarde met de daarop eventueel achterstallige rente benevens f 1500.vergoeding voor liquidatiekosten en voorts op de voorwaarden die Burgemeester en Wethouders geraden zullen voorkomen. C. in te trekken het bepaalde onder B I 2 e van zijn besluit van 12 Februari 1907, no. 18R/16. D. Burgemeester en Wethouders te machtigen tot het aanbrengen van minder belangrijke wijzi gingen in de onderdeelen A, B en C van dit besluit, welke noodzakelijk mochten blijken ter voldoening aan door de Regeering of Gedeputeerde Staten gestelde voorwaarden II. A. aan de „Woningvereeniging Leeuwarden" vergunning te verleenen tot straataanleg op de kadastrale perceelen gemeente Leeuwarden, sectie G nos. 6033, 6034 en 6035, op de wijze als op de de bij dit besluit behoorende teekening is aange geven en de ontworpen straten, wat hare afmetingen betreft en voor de toepassing van artikel 6 der Bouwverordening, te onderscheiden als volgt de straten AN, BP, FQO en NP als straten der 3e klasse AB, CD, EQ, GH, IK en LM als straten der 4e klasse B. te bepalen 1. dat de straataanleg moet zijn voltooid van de oostelijke grens van het bovengenoemde kadastrale perceel sectie G no. 6035 tot het midden der blokken 3 en 4 vóór of op 12 Juni 1914 van het midden der blokken 3 en 4 tot het midden der blokken 7 en 8 vóór of op 12 No vember 1914, het overige vóór of op 12 Mei 1915, maar dat de straat AN, met afwijking in zoo verre van het bepaalde bij artikel 4, 2e lid, letter c, 286 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. no. 38 der Bouwverordening, voorloopig slechts tot de halve breedte zal behoeven te worden bestraat, zullende de andere helft door de vereeniging worden bestraat, wanneer Burgemeester en Wethouders zulks in het belang van het verkeer noodzakelijk achten en het alsdan voor voortdurend onderhoud en toe zicht voor die helft verschuldigde, nader door den Raad vast te stellen bedrag, worden voldaan 2. dat de straten met de aanliggende plantsoenen onmiddellijk na de voltooiing aan de gemeente zullen worden overgedragen, en dat de uitmeting, overdracht, overschrijving, de verschaffing van een notarieel afschrift der akte ten behoeve van het gemeente-archief enz., voor rekening van de ver eeniging zullen geschieden 3. dat de bijdrage in de kosten van het voort durend onderhoud zal bedragen voor het le gedeelte, groot ongeveer 1890.46 M'-., 2835.69, voor het 2e gedeelte, groot ongeveer 1787.44 M2., 2681.16, en voor het Se gedeelte, groot ongeveer 1861.48 M2., 2792.22, en die van het van gemeentewege te houden toezicht voor het le gedeelte 283.57, voor het 2e gedeelte 268.12, en voor het 3e gedeelte 279.22, of zooveel meer of minder als deze som men na den straataanleg, doch vóór de betalings termijnen, volgens een door een landmeter van het kadaster te verrichten opmeting der straten zullen blijken te moeten bedragen, in verband met het in artikel 6 der bouwverordening bepaalde 4. dat de sloot ten zuiden van de spoorlijn niet wordt beschouwd als een sloot in den zin van artikel 5, 2e lid, der bouwverordening en dus niet behoeft te worden gedempt 5. dat de verplichtingen der vereeniging, voor zoover die bestaan, tot onderhoud van de onder 4 genoemde sloot of van afrasteringen langs de straten, ook na overneming der straten blijven ten laste der vereeniging en in geen geval door de gemeente worden overgenomen 6. dat ter plaatse, waar volgens de teekening plantsoen zal komen, voldoende zwarte grond, gras zoden en heesters, omgeven door lage hekjes, zullen worden aangebracht, een en ander ten genoegen van Burgemeester en Wethouders 7. dat het talud der onder 4 bedoelde sloot door de vereeniging ten genoegen van Burgemeester en Wethouders wordt aangelegd 8. dat een verbinding van het stratenplan met den Overijselschen straatweg worde gemaakt door middel van een ter breedte van ten minste 5 M. bestraten, door de Yereeniging ten genoegen van Burgemeester en Wethouders te onderhouden weg 9. dat de slooten aan de zuid-, de west- en de oostzijde en op het midden van het terrein worden gedempt 10. dat de rioleering worde uitgevoerd, wat lig ging, wijdte en hoogte betreft, overeenkomstig de teekening, en uitwatere door een riool van ten minste 287

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 143