Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913.
Litt. C.
Adres der Woningvereeniging
Leeuwarden'
Aan den Raad der gemeente Leeuwarden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen
Tjipke Komter, wethouder der gemeente Leeu
warden en H. W. Sonnega, beiden wonende te
Leeuwarden, in hunne kwaliteit respectievelijk van
voorzitter en w.n. secretaris der Yereeniging
„Woningvereeniging Leeuwarden", welker statuten
zijn goedgekeurd bij Koninklijke besluiten d.d. 2 No
vember 1904, no. 37, en d.d. 30 April 1906, no. 74,
en welke vereeniging bij Koninklijke besluiten d.d.
31 Maart 1905 en 18 Augustus 1906, no. 35, is
toegelaten als vereeniging, uitsluitend werkzaam in
45 X" 65 cM. onder een helling van 1 300, op het
vaarwater, gelegen naast het aschlanddat bij de
uitmonding een eikenhouten beschoeiing worde aan
gebracht en onderhouden, een en ander ten genoegen
van Burgemeester en Wethouders, en dat genoemd
vaarwater over een lengte van 30 M. worde uitge
baggerd tot een diepte van 2 M. beneden F. Z. P.
met een bodembreedte van 21/2 M. en voldoende
hellingen
11. dat de gemeente te allen tijde kosteloos
zal kunnen beschikken over den grond langs
de straat A N en langs de straten, loopende in
de richting noord-zuid, gelegen van de grens der
straat tot op 1 M. van de rooilijn, wanneer in het
belang van het verkeer verbreeding van een of
meer dier straten door den Raad wordt noodig
geacht
C. als rooilijnen aan te wijzen de op de teeke-
ning getrokken zware roode lijnen, terwijl op de
tusschen rooilijn en weg gelegen ruimte zonder ver
gunning van Burgemeester en Wethouders geen ge
timmerten van welken aard ook zullen mogen wor
den opgericht.
Leeuwarden, den 19
De Raad voornoemd,
het belang van verbetering der volkshuisvesting
dat zij zich in December 1905 met een adres tot
Uwen Raad hebben gewend, waarin met een beroep
op het „Verslag van het Woningonderzoek in de ge
meente Leeuwarden 1903/1904" van den Inspecteur
van het Woningtoezicht te Leeuwarden, den heer
T. Thorn Prikker en de brochure des heeren J. H.
Faber, inspecteur der Volksgezondheid te Zwolle,
„Woningnood en Woningwet", werd te kennen ge
geven, dat de woningnood te Leeuwarden destijds
dringend voorziening eischte
dat zij daarom besloten hadden, mede met het
oog op eventueelen particulieren aanbouw, voorloopig
het bouwen van 300 woningen in hun programma
op te nemen, te verdoelen over de 4 volgende jaren
en dientengevolge onder meer voor de nader uit
te voeren bouwplannen Noordvliet, Zuidvliet en
Wissesdwinger, aan Uwen Raad een voorschot vroe
288
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. JBijl. HO. 38.
gen van ƒ340,000.-met eene jaarlijksche tegemoet
koming in de aflossing der annuïteit van hoogstens
1637.97, bij nader adres, d.d. 23 Juli 1906, wegens
enkele technische veranderingen en inmiddels ge
troffen transacties met de eigenaren van naastgelegen
terreinen, respectievelijk verhoogd tot 351,200.
en 1715.15
dat bij Uw besluit d.d. 28 Augustus 1906 goedgun
stig op deze adressen werd beschikt, doch het College
van Gedeputeerde Staten van Friesland ernstige
bezwaren aanvoerde tegen het bouwplan Wisses
dwinger, tengevolge waarvan Uwe Raad met in
trekking van zijn vorengenoemd besluit, bij besluit
van 12 Februari 1907, goedgekeurd bij resolutie
van Gedeputeerde Staten der provincie Friesland,
d.d. 7 Maart 1907, aan de „Woningvereeniging
Leeuwarden" onder meer heeft verleend een voor
schot van hoogstens 293,776.tegen een rente
voet van 3Yi en te delgen in 50 annuïteiten met
eene jaarlijksche bijdrage in de genoemde annuïteit
van ÏTIO.SÖ1^ of zoovele malen 4.1 U/2 minder
als het voorschot malen f 1000.kleiner zal zijn
dat daarop terstond uitvoering is gegeven aan
het bouwplan Noordvliet, omvattende 73 woningen
en reeds den 1 September 1907 de eerste blokken
zijn betrokken kunnen worden, in den loop van
datzelfde jaar gevolgd door de andere blokken
dat vervolgens den 26 November 1909 de publieke
aanbesteding plaats had van het bouwplan-Zuidvliet,
omvattende 107 woaingen en de oplevering en
aanvaarding hiervan plaats vonden, voor zoover de
laatste blokken betrof, op 1 November 1910
dat door de stichting van deze 180 woningen wel
eenigermate in den woningnood hier ter stede is
kunnen worden voorzien, doch op verre na niet op
voldoende wijze
dat requestranten uit eigen wetenschap bekend
is, dat nog steeds de behoefte aan goede en goed-
koope arbeiderswoningen dringend wordt gevoeld
en zulks ook kan blijken uit de talrijke gegadigden,
die reeds geruimen tijd wachten op een eventueel
leeg te komen woning
dat bijna voortdurend alle woningen van de goed-
koopere types zijn verhuurd en daarvan ook betrek
kelijk weinig mutatie van bewoners plaats vindt
dat van de 73 woningen van bouwplan Noordvliet
op 1 Januari 1909 67 verhuurd waren, terwijl op
3 Mei 1909 alle woningen waren betrokken, hetgeen
ook op 31 December 1909 het geval was
dat op 31 December 1910 69 woningen, op 31
December 1911 72, en op 31 December 1912 wederom
alle woningen waren verhuurd
dat het bouwplan Zuidvliet nog gunstiger resul
taten heeft opgeleverd en van de 107 woningen
op 1 Januari 1911 nog maar 11 woningen leeg
stonden, alle van het duurdere type en op 31
December 1911 maar 2 woningen;
dat op 31 December 1912 alle woningen waren
verhuurd en dat in het afgeloopen jaar 97 woningen
dezelfde huurders behielden, 9 eenmaal van bewoners
veranderden en slechts 1 woning tweemaal
dat den requestranten voorts uit goede bron is
medegedeeld, dat sedert 1904, toen het hierboven
reeds gememoreerde woningonderzoek plaats vond,
zijn onbewoonbaar verklaard tot op heden 237 wo
ningen, waartegenover staat een aanbouw van on
geveer evenveel werkmanswoningen, die der Woning
vereeniging daarbij gerekend
dat aldus de ontruiming van afgekeurde woningen
en de aanbouw van nieuwe woningen geen gelijken
tred houdt, wanneer nog in aanmerking genomen
moet worden, dat sinds 1904 het aantal inwoners
alhier met ruim 3800 is gestegen, terwijl inmiddels
ook verscheidene kleine woningen zijn geamoveerd
geworden ten behoeve van groote gebouwen, zooals
de stoommeelfabrieken „Fortuna" en „Friso" en de
autogarage der firma Nauta;
dat nog een groot aantal slechte woningen worden
bewoond die zeker voor onbewoonbaarverklaring
in aanmerking komen, doch dat die onbewoonbaar
verklaring eerst dan op eenigszins grootere schaal
zal kunnen geschieden, wanneer door dezen aan
bouw met toepassing van het opschuivingssysteem
de ontruiming van die krotten mogelijk wordt ge
maakt
dat requestranten daarom reeds geruimen tijd hebben
uitgezien naar een geschikt bouwterrein, liefst ge
legen aan die zijde der stad, waar nog de minste
arbeiderswoningen zijn verrezen en er ten slotte in
zijn geslaagd den 13 December 1912 ondershands
te koopen van den heer J. S. Anema, landbouwer
onder Goutum, twee stukken weiland, gelegen aan
en nabij den Hollandersdijk, ten zuiden van het
stationsemplacement, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, sectie G, nummers 6033, 6034, 6035,
groot te zamen 2.94,80 H.A. voor den prijs van
20,250.-
dat dit terrein zich voor bebouwing van werkmans
woningen bijzonder leent, daar het in de nabijheid
is gelegen van het spoorwegemplacement, het ter
rein van de Leeuwarder gemeente-reiniging en in
eene omgeving of nabijheid van verschillende fa
brieken en andere industrieele inrichtingen en be
drijven
dat requestranten blijkens bijlagen op genoemde
perceelen denken te vestigen 177 woningen, waar
van
A. 2 stuks bestemd zijn voor winkelhuizen, waar
mede voor zulk een belangrijk complex van huis
gezinnen in een eerste behoefte zal worden voorzien;
B. 19 woningen, ingedeeld met een woonkamer,
een alcoof voor twee slaapplaatsen en voorzien van
een raam aan het achtererf, voorts een gang, zolder
kamer met slaapgelegenheid en op het achtererf
een afdak of open werkplaats en een privaat
C. 8 groote, zoogenaamde kopwoningen, te bouwen
289