Bijlage no. 40. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. jarig zijn geworden, een op gezegeld papier gestelde verklaring af, waarbij zij aan de gemeente Leeuwar den afstaan een zoodanig gedeelte van iederen betalingstermijn van de belooning, waarop zij in dienst van een ander publiekrechtelijk lichaam aan spraak hebben, als noodig is om het totaal bedrag van de hierboven onder 2 bedoelde bijdrage in drie jaren tijd terug te betalen E. die na 1 October 1913 als tijdelijk gemeente ambtenaar in werkelijken dienst dezer gemeente zijn geweest en daarna in dienst eener andere ge meente treden, of, na den dienst dezer gemeente te hebben verlaten, als burgerlijk ambtenaar worden aangemerkt, of als gemeenteambtenaar elders worden herplaatst, tioee ten honderd van het totaal der als tijdelijk gemeenteambtenaar in deze gemeente ge noten belooningen tot een maximum van twintig ten honderd van de in tijdelijken dienst gemiddeld per jaar genoten belooning. Art. 5. Tenzij door hen de verklaring is afgelegd, be doeld bij artikel 44 der Weduwenwet voor de gemeenteambtenaren 1913, wordt op de ambtenaren, voor wie krachtens artikel 25 dier wet moet worden bijgedragen, de volle bijdrage verhaald. Art. 6. Aan werklieden in den zin van het Werklieden reglement, die in vasten dienst der gemeente zijn getreden tusschen 1 Januari 1912 en 1 October 1913, wordt, indien zij bij het verlaten van den dienst dezer gemeente worden gepensionneerd, voor ieder jaar dat zij bij de infunctietreding ouder waren dan 32 jaar eene jaarlijksche toelage toegekend, ten bedrage van het verschil tusschen het verleende pensioen en het pensioen, waarop zij aanspraak zouden kunnen maken, zoo hun diensttijd van het 33e levensjaar af was berekend. Art. 7. Aan de leeraressen aan de school van middel baar onderwijs voor meisjes, op wie na de wet van 5 Juni 1905 (Staatsblad no. 154) de gemeentelijke pensioenverordening van toepassing is gebleven, wordt, bij het verlaten van den dienst der gemeente eene toelage verstrekt tot het bedrag van het pen sioen, waarop zij aanspraak zouden hebben gehad, indien de verordening van kracht ware gebleven. Art. 8. Deze verordening treedt 1 October 1913 in werking. Leeuwarden, 19 De Baad voornoemd, 298 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. no. 40. WIJZIGING der verordening op de gemeente lijke arbeidsbeurs (gemeenteblad 1909 no. 13). Aan den Gemeenteraad. Toen in 1909 in behandeling kwam het ontwerp eener verordening, voorschrijvende de oprichting eener arbeidsbeurs, is zonder discussie het salaris van den Directeur op f 500.bepaald. Bij het tegelijkertijd aangeboden ontwerp voor het gemeente lijke werkloozenfonds was voorgesteld en werd aan genomen dat de Directeur der beurs als secretaris van het fonds 100.zou genieten, samen alzoo 600.Ruim een jaar later, bij raadsbesluit van 25 October 1910, is het salaris met ingang van 1 Januari d.a.v. op f 750.850.be paald, op grond dat de werkzaamheden aan de beurs van een zoodanigen omvang waren gebleken, dat voor de betrekking de geheelo persoon moest worden geeischt. In afwachting van eventueel mogelijke andere wijzigingen in de naaste toekomst is de verordening toen evenwel niet veranderd. Deze zijn in de praktijk vooralsnog dan ook niet noodig gebleken, maar wel komt de Commissie voor de arbeidsbeurs met een voorstel tot her nieuwde regeling van de bezoldiging in dier voege, dat deze titularis 900.geniet, met vier twee- jaarlijksche verhoogingen van 100.tot een maximum van 1300.Zij grondt dit op het feit dat het salaris den directeur „geen burgerlijk bestaan" oplevert en de regeling in andere gemeenten voor dezen ambtenaar gunstiger is. Met betrekking tot dit laatste legt de commissie een staatje over van 14 andere gemeenten, waarvan 7, waar het directeurschap een hoofdbetrekking en 7, waar het een nevenbetrekking is. Yan de eerste categorie van plaatsen is Arnhem de hoogste, n.l. f 1300. tot 1900.f 400.van het werkloozenfonds en Nijmegen de laagste 900.terwijl van de andere categorie Dordrecht het hoogste is met 600.en Maastricht de laagste met 360. een en ander naar de laatst beschikbare gegevens. Toch neemt Leeuwarden, gerekend naar het aantal aanbiedingen, aanvragen en plaatsingen in 1912, van eerstgemelde categorie de derde plaats in. Deze cijfers zijn, naar de jaren van werking der beurs gerangschikt, aldus Jaar. Aan biedingen. Aan vragen. Plaat singen. Totaal van kolom 2 en 3. 1910 2394 1019 704 3413 1911 2086 872 577 2958 1912 2082 1226 892 3308 Nog moet worden opgemerkt dat de eigenlijke bureau-uren 7 per dag zijn. Voor de verhooging van het salaris achten wij in dezen zin geen termen aanwezig, dat de tegenwoor dige Directeur op een hooger bedrag zou moeten worden gebracht, te minder met ingang van 1 Januari van het loopende jaar, zooals de commissie in overweging geeft. De Directeur is nog slechts anderhalf jaar ongeveer in functie en hij heeft des tijds de betrekking begeerd op de wedde van 850. in totaal. Voor een aanvangswedde is 850.niette laag. Maar wel moet er o.i., evenals bij zoovele andere functies in dienst der gemeente, uitzicht op verhooging bestaan. Als deze gesteld wordt op 3 drie-jaarlijk- sclie van 100.dan is met een maximum van 1150.inbegrepen de 100.van het werk loozenfonds, een alleszins billijke regeling getroffen. Wij hebben de eer U door de aanbieding van het hiernavolgend ontwerp-besluit daartoe het voorstel te doen. Leeuwarden, 25 Augustus 1913. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J. PATIJN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden overwegende dat herziening van do regeling- der jaarwedde van den Directeur der gemeentelijke arbeidsbeurs gewenscht is; gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders besluit 299

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 149