Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913.
Voorts werd door een lid van de le en door
eenige leden van de 2e sectie de wenschelijkheid
bepleit om de vergaderingen van de commissie van
toezicht op het lager onderwijs in het openbaar te
houden. Ook hierbij sluiten rapporteurs zich ge
heel aan.
Door een lid van de 2e sectie werd gewezen op
den slechten toestand waarin de omgeving van de
Noorderbrug verkeert, met name het terrein voor
de stalhouderij van den heer Schaap.
Uitbreiding van kinderspeelplaatsen werd in de
2e sectie wenschelijk geachtrapporteurs gaan
daarmede accoord.
Een lid van dezelfde sectie wees op den slechten
toestand van de Potmargebrug.
Een ander lid wenschte te weten of de uitbreiding
van den Prinsentuin zou worden bewerkstelligd en
of electrische verlichting geen aanbeveling verdiende.
Door een lid dier sectie werd gewezen op het
wenschelijke van het hebben van een sportpark of
openbare speelplaats. Rapporteurs zijn het hiermede
geheel eens waar tengevolge van den huizen-aan
bouw de gelegenheid voor het beoefenen van sport,
b.v. kaatsen, gedurig minder wordt, zal de behoefte
aan een sportpark zich steeds meer doen gevoelen.
Een lid van de 2e sectie meende dat de gemeente
het particulier initiatief tot het houden van open
bare vermakelijkheden moet steunen opdat het
vreemdelingenbezoek aan deze gemeente worde
bevorderd. De algemeene financieele toestand van
de belastingbetalers zou daardoor worden verbeterd.
Een lid van dezelfde sectie wees op de dringend
noodige verbetering in de toegangswegen van het
zuidoostelijk gedeelte der gemeente naar het centrum.
Geheel verbod van het wielrijden in de Ooster
straten en de Peperstraat werd tevens gevraagd.
Voorts werd gevraagd of de indiening van plannen
tot oprichting van eene zwem- en badinrichting,
verplaatsing van het aschland, oprichting van een
openbaar slachthuis, opruiming van de septic-tank
binnen afzienbaren tijd kunnen worden verwacht.
Een lid van de 2e sectie wenschte de aandacht
van Burgemeester en Wethouders te vestigen op
de late indiening van de begrootingen der gas
fabriek en van het electriciteitbedrijf.
UITGAVEN.
Volgno. 90. Een lid van de le sectie achtte het
gewenscht een vierden wethouder aan te stellen.
Daarvan zou zijns inziens o.a. eene vluggere afdoe
ning van zaken het gevolg zijn. Tevens werd daar
door voorkomen dat, zooals nu gebeuren kan, de
meerderheid in het college van Burgemeester en
Wethouders wordt uitgemaakt door den voorzitter
en één wethouder. Verder zou de burgemeester
kunnen worden ontheven van zijne betrekking „wet
houder van openbare werken".
Volgno. 93. Door een lid van de le sectie werd
de wenschelijkheid uitgesproken om het presentie
geld te verhoogen, teneinde het arbeiders-raadsleden
mogelijk te maken, zonder geldelijke offers, hun
mandaat te vervullen. Mocht de meerderheid van
den Raad tot eene verhooging niet genegen zijn,
dan zal bedoeld lid voorstellen om, in plaats van
des daags, des avonds te vergaderen.
Rapporteurs achten verhooging op de aange
voerde gronden alleszins gewettigd en stellen der
halve voor aan Gedeputeerde Staten te verzoeken
het presentiegeld te verhoogen tot 2.per zitting.
Volgno. 110. Een lid van de 2e sectie was van
oordeel dat het bedrag, op dezen post (kosten van
het bureau van den controleur der belastingen)
uitgetrokken, veel te laag zal blijken te zijn.
Volgno. 119. Door een lid van de le sectie werd
gevraagd of de kiezerslijsten niet van een buiten
de lijst uitstekende alphabetische letterstrook zouden
kunnen worden voorzien. Dit zou z.i. in de stem-
bureaux, voor het spoedig vinden der namen, veel
gemak geven.
Volgno. 142. Gevraagd werd door een lid van de
le en een lid van de 2e sectie of de plantsoen
arbeiders, bij boomsnoeien, geen recht hebben op
den loontoeslag, in het Werkliedenreglement voor
levensgevaarlijk werk bepaald.
Rapporteurs zouden aan Burgemeester en Wet
houders in overweging willen geven de plantsoen
arbeiders in eene hoogere loonklasse te plaatsen,
op grond dat hunne werkzaamheden, voor een ge
deelte, als levensgevaarlijk moeten worden aange
merkt.
Dezelfde leden vroegen om welke reden de werk
zaamheden van de plantsoenarbeiders des morgens
5 uur beginnen, terwijl die van de andere gemeente
werklieden eerst om zes uur een aanvang nemen.
Tevens werd door hetzelfde lid van de le sectie
gevraagd of het niet mogelijk zou zijn de werk
zaamheden van het gemeentepersoneel des Zater
dagsnamiddags om 4 uur te doen eindigen.
Rapporteurs kunnen zich met dat denkbeeld wel
vereenigen en zouden, wanneer geen onoverkomen-
lijke bezwaren in den weg staan, invoering van
een dergelijken maatregel gewenscht achten.
Volgno. 143. Naar de meening van een lid van
de 2e sectie is de belooning van de brugwachters
bij de Verversbrug en de Noorderbrug te laag.
Volgno. 144, onderdeel a. Eveneens werden door
een lid van de 2e sectie de jaarwedden van den
directeur en de beide doodgravers te laag gevonden.
Volgno. 144, onderdeel c. Een lid van dezelfde
sectie wenschte te weten naar welk tarief de op
zieners en lijkbezorgers worden beloond voor het
bezorgen van lijken voor het Armhuis en het
Ziekenhuis.
Volgno. 149. In de le sectie werd door een lid
gevraagd of het niet mogelijk was om den post,
uitgetrokken voor belooning van een tijdelijk op
302
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. no. 41.
zichter, te verlagen. Voor het geraamde bedrag
kon naar zijne meening een opzichter voor een
geheel jaar worden aangesteld.
Volgno. 152. Enkele leden van de 2e sectie
gaven er hunne verwondering over te kennen dat
een voorstel tot verandering van de omgeving van
den vijver aan den Westersingel tot openbaar
plantsoen bij de begrooting werd behandeld. Zij
vonden deze zaak van zoo groot belang, vooral
met het oog op mogelijke stagnatie in de water
levering door de waterleiding-maatschappij, dat
daarvoor een afzonderlijk voorstel aan den Raad,
naar hunne meening, meer op zijn plaats ware ge
weest.
Door een lid van do le sectie werd opgemerkt
dat door hoogbejaarde bezoekers van het Rengers-
park is geklaagd over het feit dat naast het nieuw
gebouwde koepeltje banken zijn geplaatst met ijzeren
zittingen. Hij vroeg of niet de bank van „vreem
delingenverkeer" naar het koepeltje verplaatst zou
kunnen worden.
Een ander lid zou gaarne meer banken in het
Rengerspark geplaatst zien.
Rapporteurs sluiten zich bij de opmerkingen, met
betrekking tot het Rengerspark, aan.
Volgno. 159. Een lid van de 2e sectie maakte
de opmerking dat het hier uitgetrokken bedrag voor
abonnement op de telefoon te laag is.
Volgno. 166. In de le sectie werd er door een
lid op gewezen dat vóór het perceel Achter de
Hoven no. 75 het trottoir niet doorloopt. Gevraagd
werd of het niet mogelijk is met den eigenaar van
dat perceel tot overeenstemming te komen, opdat
die toestand aldaar kan worden verbeterd.
Een lid van de le sectie zou gaarne zien dat de
bestrating van de Eebuurt en van Camstraburen
werd verbeterd, terwijl een ander lid verbetering
van het talud aan het Noordvliet, ter hoogte van
het Oranjewaltje, noodig achtte.
In de 2e sectie werd vernieuwing van de bestra
ting van het Vliet, aan beide zijden, van de Minne-
mastraat en van geheel Camstraburen wenschelijk
geacht. In verband daarmede werd in die sectie
een voorstel gedaan tot verhooging van den uitge
trokken post met f 1.om daarmede de wensche
lijkheid tot verbetering dier straten aan te geven.
Rapporteurs kunnen zich met dat voorstel ver
eenigen en adviseeren om dienovereenkomstig te
besluiten.
Volgno. 167. Een lid van de le sectie vroeg,
nu de strafvervolging tegen eigenaren van slooten
is afgeloopen of thans niet maatregelen kunnen
worden getroffen, opdat de slooten aan don Grachts-
wal en de Poppebuurt worden gedempt.
Een ander lid sloot zich hierbij aan en wees
eveneens op den onhoudbaren toestand waarin de
z.g. „Soldatengracht" verkeert.
Volgno. 168. Door een lid van de 2e sectie werd
nadere toelichting van dezen post (voltooiing
van het gebouw bij de opslagplaats) wenschelijk
geacht.
Volgno. 178. Zoowel in de le als in de 2e sectie
achtte men de salarissen van de inspecteurs van
politie te laag. Veelvuldige wisseling van perso
neel, zou, volgens een lid van de le sectie, daarvan
het gevolg zijn, hetgeen z. i. zooveel mogelijk dient
te worden vermeden. Eene verhooging van den
betrekkelijken post met 500.vond bedoeld lid
voldoende.
Volgno. 179. Een lid van de le sectie en meer
dere leden van de 2e sectie vonden de bezoldiging
van de surveillanten in den Prinsentuin en het
Rengerspark te laag, vooral waar die in den Prin
sentuin uitsluitend in de zomermaanden dienst doen.
Zij stellen daarom eene verhooging van het weekgeld
met 2.voor.
Ook aan rapporteurs komen de bezoldigingen te
laag voor, in verband waarmede zij voorstellen het
weekgeld voor ieder van de surveillanten in den
Prinsentuin en het Rengerspark met 2.te ver
hoogen, hetgeen eene meerdere uitgaaf van/216.
zal vorderen.
Volgno. 180. Door een lid van de le sectie werd
gevraagd hoe de automatische ontsteking van de
lantaarns aan den Stienserweg bevalt.
Een ander lid merkte op dat hem een vorig jaar
werd toegezegd dat meer lantaarns zouden worden
geplaatst aan den Groninger straatweg. Tot dus
verre werd aan die toezegging nog geen gevolg
gegeven.
Aan rapporteurs komt het gewenscht voor dat voor
eene betere verlichting van het bebouwde gedeelte
van den Groninger straatweg wordt zorg gedragen.
Volgno. 187. Een lid van de le en leden van
de 2e sectie betreurden dat Burgemeester en Wet
houders voornemens zijn de zwanen in de Stads
grachten af te schaffen. Zij zouden dezen liever
behouden.
Door een lid van de le sectie werd gevraagd
welke motieven Burgemeester en Wethouders hadden
om de deelnemers aan het congres van den stuca-
doors-patroonsbond een concert in den Prinsentuin
aan te bieden en of hun college deze attentie ook
zal uitstrekken tot congresseerende arbeiders-orga
nisaties. Een ander lid achtte het gewenscht dat
deze attentie beperkt blijft tot vereenigingen wier
doel het meer is het algemeen belang te bevorderen.
Volgno. 209. Een lid van de le sectie merkte
op dat het aantal tijdelijke onderwijzers hem ver
bazend hoog voorkomt en vroeg of daarin geene
verandering kan worden gebracht. Het onderwijs
zou z. i. daarmede gebaat worden.
Eenige leden van dezelfde sectie vroegen of de
tijdelijke onderwijzers verstoken zijn van tractement
bij ziekte enz. In dat geval zouden die leden daarin
gaarne verandering zien gebracht.
303