Bijlage no. 44. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. voor wie krachtens artikel 25 der Weduwenwet voor de gemeenteambtenaren 1913 moet worden bijge dragen, wordt verhaald onderscheidenlijk vijf en één ten honderd van den met drie honderd gulden verminderden pensioensgrondslag. Art. 3. Aan werklieden in den zin van het Werklieden reglement, die in vasten dienst der gemeente zijn getreden tusschen 1 Januari 1912 en 1 October 1913, wordt, indien zij bij het verlaten van den dienst dezer gemeente worden gepensionneerd, voor ieder jaar dat zij bij de infunctietreding ouder waren dan 32 jaar eene jaarlijksche toelage toegekend ten bedrage van het verschil tusschen het verleende pensioen en het pensioen, waarop zij aanspraak zouden kunnen maken, zoo hun diensttijd van het 33e levensjaar af was berekend. Art. 4. Aan de leeraressen aan de school van middel baar onderwijs voor meisjes, op wie na de wet van 5 Juni 1905 (Staatsblad no. 154) de gemeentelijke pensioenverordening van toepassing is gebleven, wordt bij het verlaten van den dienst der gemeente eene toelage verstrekt tot het bedrag van het pen sioen, waarop zij aanspraak zouden hebben gehad, indien de verordening van kracht ware gebleven. Art. 5. Deze verordening wordt geacht 1 October 1913 in werking te zijn getreden. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, 314 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. no. 44. REORGANISATIE van gemeentescholen nos. 4 en 12 en oprichting eener avond handelsschool (bijlage no. 37). Aan den Gemeenteraad. In verband met de missive, d.d. 10 dezer, van den Voorzitter van den Gemeenteraad hebben onder- geteekenden de eer U mee te deelen, dat zij het volgende amendement bij den Raad wenschen in te dienen op het voorstel van Burgemeester en Wet houders inzake reorganisatie van gemeentescholen nos. 4 en 12 en oprichting eener avondhandelsschool (bijlage no. 37 van 1913). B. Ie alineain plaats van deze te lezen „op te richten een middelbare dag- en avond handelsschool". Toelichting. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, voor zoover dit bedoelt voorziening in de behoefte aan handelsonderwijs, heeft de volle sympathie van ondergeteekenden, mede omdat daarbij reeds dadelijk is gedacht aan aansluitend voorbe reidend onderwijs, dit door het voorstel tot reorga nisatie van twee gemeentescholen, zoodat de op te richten handelsschool nog te meer kans van slagen zal hebben. Nochtans bevredigt het voorstel van Burgemeester en Wethouders ondergeteekenden niet en wel omdat het voorstel slechts gaat tot een avondhandelsschool. In de toelichting op het voorstel geven Burge meester en Wethouders te kennen, dat zij gaarne gehoor geven aan het verlangen naar handels onderwijs, in verschillende kringen in deze gemeente geuit en waardoor aan den wensch van een breede schaar van ingezetenen zal worden voldaan. Ondergeteekenden merken echter op, dat het hierbedoeld verlangen niet ging in de richting van een avondhandelsschool alleen, doch voor zoover dit niet reeds uit de toelichting van Burgemeester en Wethouders blijkt, wenschen ondergeteekenden er de aandacht op te vestigen, dat èn de afdeeling „Leeuwarden" van Volksonderwijs, in vereeniging met een elftal organisaties en commissies, èn de vergadering van achttien winkeliers, fabrikanten en handelaren, genoemd in de toelichting van Burge meester en Wethouders, zich zeer positief hebben verklaard voor een dag- en avondhandelsschool. Inderdaad is met de oprichting van een avond handelsschool slechts een kleine groep van ingeze tenen gebaat en bereikt men daarmee niet de breede schare. Men zou kunnen onderscheiden drie categorieën van leerlingen, die handelsonderwijs behoeven. Tot de eerste categorie kan men rekenen zij, die later geroepen zullen worden in den groothandel te gaan. Voor deze is zeer zeker noodig een dag handelsschool. Na het doorloopen van een zoodanige school gaan de pupillen dikwijls nog naar het buitenland om daar het laatste nog meer practische onderricht te ontvangen. Bij deze categorie behoeft men echter niet lang stil te staan, daar deze ge meente zich niet kenmerkt door groothandel. Tot de tweede categorie behoort evenwel een breede groep van gegoede middenstanders, winkeliers, handelaren en klein-industrieelen, voor wie het geen bezwaar is, dat de jongelieden op 18-jarigen leeftijd in zaken gaan, en voor wie een daghandelsschool evenzeer gewenscht is. Is deze gemeente geen stad van groothandel en grootindustrie, wel kenmerkt zij zich door een krachtigen, uitg eb reiden midden stand, waaruit voor een niet onbelangrijk deel de leerlingen der 5-jarige hoogere burgerschool voort komen. Voor deze categorie zal een daghandelsschool in een sterk gevoelde behoefte voorzien, daar als vaststaande mag worden aangenomen, dat de hoo gere burgerschool niet de aangewezen school voor den handel kan zijn. De derde categorie is die, welke in hoofdzaak wordt bedoeld in het voorstel van Burgemeester en Wethouders, voortkomende uit den kleineren mid denstand, voor wie het noodzakelijk is, dat de jon gelieden op 15- of 16-jarigen leeftijd in zaken gaan. Voor deze categorie zal een avondhandelsschool een hoogst nuttige instelling blijken te zijn. Leeuwarden, 13 October 1913. H. PELETIER. BERGHUIS. J. BOOSMAN. D. LAUTENBACH. W. FRANSEN Jzn. Leden van den Gemeenteraad. 315

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 157