Bijlage no. 50. Bijlage no. 51. Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. H10. 50. AMENDEMENTEN van de heeren Zandstra c.s., van de heeren de Haan c.s. en van den heer Peletier op het voorstel van Burgemeester en Wet houders tot herziening der verorde ning tot regeling der jaarwedden enz. van het onderwijzend personeel aan de scholen van openbaar lager onder wijs te Leeuwarden (Bijlagon nos. 42 en 49.) A. Amendementen van de heeren Zandstra c.s. I. Voor het voorgestelde artikel 1 wordt de redactie van artikel 1 der thans geldende verordening in de plaats gesteld. II. Onderdeel I van artikel 3 wordt gelezen als volgt I. aan de scholen der eerste, der tweede en der derde klasse a. indien zij de hoofdacte niet bezitten bij een diensttijd van minder dan drie jaren 700. van drie en meer, doch minder dan zes 800. van zes en meer, doch minder dan negen 900. van negen en meer, doch minder dan twaalf 1000. van twaalf en meer, doch minder dan vijftien1100. van vijftien en meer, doch minder dan achttien1200. van achttien en meer jaren 1300. b. indien zij de hoofdacte bezitten: van minder dan drie jaren 800. van drie en meer, doch minder dan zes 900. van zes en meer, doch minder dan negen 1000. van negen en meer, doch minder dan twaalf 1100. van twaalf en meer, doch minder dan vijftien1200. van vijftien en meer, doch minder dan achttien1300. van achttien en meer jaren 1400. III. Art. 5, onderdeel I, wordt gelezen als volgt: I. aan het hoofd en de onderwijzers van de scho len der eerste, der tweede en der derde klasse a. van 100.voor het geven van onderwijs in een vreemde taal b. van 100.voor het gedurende de school uren geven van onderwijs in de gymnastiek c. van 100.voor het geven van onderwijs in de beginselen der wiskunde d. van f 100.voor het geven van onderwijs in de nuttige handwerken. IV. In artikel 6, le zinsnede, wordt in den zesden regel na Jaarlijks" gelezen: „voor elk lesuur per week 45.toegekend". Het verdere gedeelte van dit artikel vervalt. V. In artikel 8, eerste lid, wordt onder I voor het getal 17.50" gelezen 25. In het tweede lid wordt voor het getal „ƒ25. gelezen 30. VI. In artikel 10, 2e lid, wordt voor het getal 225.gelezen 250.voor het getal 175.-" 200.-". VII. Voor het voorgestelde artikel 11 wordt de redactie van artikel 11 der thans geldende verorde ning in de plaats gesteld. Artikel 12 wordt gelezen als volgt VUL „De belooning van hen, die krachtens artikel 33 der wet tot regeling van hot lager onderwijs de betrekking van onderwijzer van bijstand tijdelijk waarnemen, wordt berekend overeenkomstig het be paalde bij de artikelen 3, 4 en 5." IX. Artikel 15, eerste lid, wordt gelezen als volgt Deze verordening wordt geacht in werking te zijn gotreden den 1 Januari 1913. TOELICHTING. Wanneer men rekening houdt met de veranderde tijdsomstandigheden en meerdere pensioensstorting, zal een aanvangswedde van 700.eenigermate overeenkomen met een salaris van 600.in 1888, zooals dat reeds toen ter tijde aan beginnende onderwijzers te Leeuwarden toegekend werd. Zes verhoogingen van 100.om de drie jaar achten ondergeteekenden beslist noodig, als ze op het groote belang van goed onderwijs letten. Betaling voor het enkele bezit van bijacten is hierbij overbodig. De regeling heeft dan het voor deel, dat geen enkele onderwijzer door het gemis van veelal overbodige bijacten onbillijk behandeld wordt. Men kan dan tevens volstaan met de van rijkswege geëischte vergoeding van 100.voor het bezit der hoofdacte. Verder kan hierbij het verschil van f 25.in salaris tusschen onderwijzer en onderwijzeres ver vallen. In de school is de onderwijzeres trouwens de gelijke van den onderwijzer. De salarissen van de hoofden van scholen wenschen ondergeteekenden niet te verhoogen, zoolang aan deze personen niet een vaste werkkring voor de klasse aangewezen is. L. ZANDSTRA, P. HIEMSTRA, H. TIEMERSMA, Leden van den Ge meenteraad. 331 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. no. 51. OPRICHTING KABELMAATSCHAPPIJ. (Levering van electriciteit aan andere gemeenten.) (Bijlage no. 24.) Aan den Gemeenteraad. Bij punt IV van het raadsbesluit van 12 Augus tus 1913 werden wij gemachtigd alle maatregelen te nemen, die ter uitvoering van de daarin verder genoemde opdrachten in verband met de oprichting van de in dat besluit onder I bedoelde naamlooze vennootschap noodig zijn, onder gehoudenheid den Raad hiervan bij voortduring op de hoogte te houden. Ter voldoening daaraan kunnen wij U thans mededeelen, dat sedert tot die vennootschap (Kabelmaatschappij Gebied Leeuwarden) zijn toe getreden de gemeenten Tietjerksteradeel en Menaldumadeel. Tietjerksteradeel maakte evenwel nog het voorbehoud, dat de toetreding niet zal plaats hebben, indien eene in gemoede onmogelijk gebleken uitvoering van werken in die gemeente haar in den weg zou staan. Menaldumadeel stelde voorts de voorwaarde, dat de tusschen die gemeente en Leeuwarden gesloten overeenkomst tot levering van electrischen stroom ontbonden zoude worden en de door haar gelegde kabel van 3X16/10000 Volt, met de daarbij behoorende toestellen, ter waarde van 64,000.door de Kabelmaatschappij zoude worden overgenomen. Deze beide voorwaarden zijn billijk, al zal van de laatste het gevolg zijn, dat het aandeelenkapitaal verhoogd moet worden met ten hoogste 64,000. terwijl Menaldumadeel volgens den aangenomen maat staf ongeveer 30,000.aan aandeelen behoeft te nemen. De ontbrekende 34,000.moeten dus over de deelnemers worden verdeeld, tengevolge waarvan ieders aandeel in het kapitaal der maat schappij bedraagt Leeuwarden45,000. Menaldumadeel32,000. Ferwerderadeel26,000. Leeuwarderadeel32,000. Noorderlicht7,000. Tietjerksteradeel44,000. De verschillende deelnemers hebben zich hier mede accoord verklaard. Voorts zijn de statuten voor de Kabelmaatschappij vastgesteld volgens het hierbij overgelegd ontwerp B. Nog kan worden medegedeeld, dat het eerste gedeelte van de te leveren kabels en het te ver richten graafwerk, ten behoeve van de stroomlevering aan Leeuwarderadeel, Ferwerderadeel en het Noorder licht is gegund, en dat de termijn van toetreding tot de Kabelmaatschappij voor Baarderadeel en Franeker tot 1 Januari 1914 is verlengd. Op grond van bovenstaande mededeelingen hebben wij de eer U voor te stellen, te besluiten Burgemeester en Wethouders te machtigen I. in zooverre met wijziging van punt II van het raadsbesluit van 12 Augustus 1913 in het kapitaal van de op te richten naamlooze vennootschap Ka belmaatschappij Gebied Leeuwarden deel te nemen tot een bedrag van f 45,000. II. de krachtens raadsbesluit van 2 April 1912 no. 115r/51 tusschen Leeuwarden en Menaldumadeel gesloten overeenkomst tot levering van electriciteit ten behoeve van het electriciteitbedrijf van laatst genoemde gemeente te ontbinden met ingang van den dag, waarop de levering door de Kabelmaat schappij Gebied Leeuwarden wordt overgenomen. 19 Leeuwarden, November 1913. uu Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. PATIJN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. Ligt op de gewone wijze voor de leden van den Raad ter inzage. 333

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 166