Bijlage no. 55.
341
Bijlage tot het verslag der handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. no. 55.
WIJZIGING der verordening regelende het
getal enz. der ambtenaren van de
Stads Bank van Leening (gemeen
teblad 1911 no. 18).
Aan den Gemeenteraad.
Bij gelegenheid van de behandeling der begroo
ting van de Stads Bank van Leening is door de
heeren Hiemstra c. s. den 29 October 1.1. ingediend
het volgende voorstel
„de Raad,
besluit de verordening regelende het getal, de
bezoldigingen en de borgtochten der ambtenaren
en bedienden van de Stads Bank van Leening te
wijzigen als volgt:
in artikel 2 te lezen in plaats van
„Zij kunnen worden verhoogd" enz.
„Hunne jaarwedden worden om de 3 jaar met
100.verhoogd tot een maximum van respec
tievelijk 1225.—, 900.—, 600.— en ƒ275.—.
Voor de ambtenaren die op 1 Januari 1914 min
stens 3 jaar aan de Bank van Leening werkzaam
zijn en het minimum-salaris genieten, gaat de eerste
verhooging in op 1 Januari 1914",
welk voorstel, na door den Raad in overweging
te zijn genomen, naar ons college is gerenvoyeerd
ten fine van prae-advies.
Be Commissie van administratie kan zich blijkens
haar op ons verzoek ter zake uitgebracht advies
met dit voorstel niet vereenigen en wijst er op dat,
wordt op het denkbeeld ingegaan de aangegeven
redactie is h. i. voor verbetering vatbaar men
in alle geval de vrijheid moet behouden periodieke
verhoogingen niet toe te kennen. Met deze laatste
aanvulling, zulks in navolging van wat o.a. bij het
werkliedenreglement en de verordening op de
secretarie-ambtenaren geschied is, behoort echter
o.i. het voorstel-Hiemstra te worden aanvaard.
De periodieke verhoogingen zijn in de hieronder
i aan de hand gedane lezing evenwel kleiner gesteld
dan bij het voorstel-Hiemstra in overweging wordt
I gegeven. Verhooging met 100.— om de 3 jaar
tot het maximum is bereikt is voor den tweeden
klerk, die, ook volgens hun voorstel, van 250.
tot 275.geniet, trouwens uitgesloten.
In de onzerzijds voorgestelde redactie is de jaar
wedde van den eersten klerk (thans „klerk" genoemd
de tweede klerk kan dan „schrijver" heeten) op
500.—tot 700.gebracht, gelijkstaande aan de
wedde van de klerken ter secretarie volgens het
raadsbesluit van 23 December 1913.
Wij hebben de eer U in overweging te geven
te besluiten
artikel 2, le en 2e lid, der verordening regelende
het getal, de bezoldigingen en de borgtochten der
ambtenaren en bedienden van de Stads Bank van
Leening te Leeuwarden te lezen als volgt
De jaarwedden bedragen:
voor den directeur 1000.tot 1225.
schatter 800.900.
klerk 500.700.
schrijver 250.— 275.—
In den regel en voor zoover de ijver en de ge
schiktheid van den betrokkene niet te wenschen
overlaten, wordt binnen de in het vorig lid gestelde
grenzen door Burgemeester en Wethouders om de
drie jaar verhooging van wedde toegekend voor den
directeur van ten minste ƒ100.voor den schatter
en den klerk van ten minste 50.en voor den
schrijver van ten minste 25.
13
Leeuwarden, December 1913.
24
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.