Bijl. no. 5. Bijlage no. 5. Bijlage tot het verslag dor handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. woorden misbruik zou ontstaan, de eersten zijn, die later alsdan voor de wederopneming zouden stemmen. 7. Uit de tweede alinea van artikel 4 vervallen de woorden „op geneeskundig voorschrift". Toelichting. In de eerste plaats zou dit voor het publiek, dat dergelijke zaken meest spoedeischend moet hebben, te bezwaarlijk worden, daar waar geen apotheek in de nabijheid is, laat staan dat dikwijls de noodige instrumenten niet in een apotheek te verkrijgen zijn, maaf in de tweede plaats schept dit artikel een groote onbillijkheid voor de winkeliers die deze artikelen verkoopen, zonder dat hunne winkel als apotheek te boek staat. 8. Uit artikol 6 vervallen de woorden „dranken en kleine eetwaren." Toelichting. De onbillijkheid valt hier terstond in het oog. Wat weerhoudt een winkelier om 's avonds een wagen voor zijn deur op en neer te laten gaan Zou men zich hier niet een grooten last op deu hals halen Ondergeteekenden zien dan ook in het geheel geen reden voor Leeuwarden in deze bepaling en het lijkt hun toe dat dit eenvoudig van Amsterdam, waar het oneind'g veel meer reden van bestaan heeft, is overgenomen. Desnoods kon eventueele machtiging aan Burgemeester en Wet houders worden verleend om dit toe te laten. 9. Aan artikel 10 worde toegevoegd „en wat den Donderdagavond betreft den 1 Janu ari 1914". Toelichting. Ondergeteekenden, voorstanders ook van do sluiting op Donderdagavond, gevoelen iets voor het bezwaar der schipperij, doch zijn over tuigd, dat dit allengs zal slinken. Het is daarom dat zij deze wijziging voorstellen, opdat het publiek langzamerhand aan de toepassing zal wennen. Ondergeteekenden zijn overtuigd dat de praktijk zich wel aan de theorie zal aanpassen. Leeuwarden, 6 Januari 1913. J. BERGHUIS. S. TULP Sz. leden van den Gemeenteraad. 92 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. WIJZIGING der bepalingen van uitgifte van de Kanaalterreinen. Aan den Gemeenteraad. Het zal U niet onbekend zijn, dat, terwijl de bouwterreinen der gemeente, die zich aan de oost zijde van Oldegalileën uitstrekken, uitsluitend in erfpacht tot het jaar 1990 worden uitgegeven, de gronden ter weerszijden van het Nieuwe Kanaal ter keuze van den afnemer hetzij in koop, hetzij in eeuwigdurende erfpacht naar den canon U/2 van den koopprijs verkrijgbaar zijn. Werd vóórdat de eerstgenoemde terreinen aan de markt kwamen, aan het Kanaal de grond bijna alleen in koop ver langd, na do openstelling der uitgifte aan Oldega lileën, nu ruim een viertal jaren geleden, is sedert aanvrage in erfpacht minder dan voorheen tot de uitzonderingen gaan behooren. Blijkbaar zijn de bouwondernemers met dezen vorm van verkrijging van den noodigen grond allengs meer en meer op goeden voet gekomen. Hierin hebben wij aan leiding gevonden in overweging te nemen of voor den verderen afzet der terreinen alhier de bepa lingen van uitgifte, betrekkelijk den aard, de strek king en den omvang van het erfpachtsrecht voor den bouwgrond aan Oldegalileeën, niet toepasselijk zouden kunnen worden gemaakt, zóó, dat ook hier, met behoud van den thans geldenden canon van 4V2 wanneer erfpacht gekozen wordt, de uitgifte niet langer eeuwigdurend zal zijn, doch geschiedt tot 1990, en de waarde die tot grondslag van den canon strekt, evenals ginds, in 1965, en ver volgens, zoo de uitgifte wordt verlengd, om de 25 jaar zal worden herzien. Daarnaast gelden dan mede de voorschriften, die in de artikelen 1837 van de bepalingen van uitgifte der bouwterreinen aan Oldegalileën worden aangetroffen. Gelijktijdig dat dit denkbeeld bij het college in bespreking kwam en er was geen reden waarom op de vraag, zooals zij gesteld was, niet bevestigend moest worden geantwoord diende de Directeur der gemeentewerken een plan in om, in verband met den grooteren aftrek der terreinen aan het Kanaal in den laatsten tijd, de koopprijzen met een gulden per M2. te verhoogen, waaraan hij boven eene percentsgewijze verhooging, al zijn de uitkom sten nagenoeg gelijk, de voorkeur gaf, omdat daar door de prijzen volgens zijn hierbij overgelegd rapport beter de werkelijke waarde nabij komen. Na ge pleegd overleg met de Commissie voor de Openbare Werken maken wij dit voorstel, dat de gemeente eene hoogere opbrengst van f 27,000.zal verze keren, gaarne tot het onze. Do waardebopaling hier dateert toch reeds van 1905 (noordzijde) en 1907 (zuidzijde van het Kanaal) en als men in aanmer king neemt wat particuliere bouwgrondbezitters kunnen besommen en mede let op de prijzen van terreinen aan de zuidgrens van onze gemeente, in Leeuwarderadeel, dan schijnt de voorgestelde ver hooging niet overdreven. De Directeur verbindt aan zijn voorstel het plan tot splitsing van onderdeel h van blok XVII, over dwars in twee gedeelten. Dit is het bouwperceel aan de zuidzijde van het Kanaal, onmiddellijk be westen de stremselfabriek. Aanvankelijk had men gedacht dat dit gedeelte voor den bouw van fa brieken e. d. moest blijven bestemd, en dus bepaald dat het tot de volle diepte moest worden aange vraagd. De gekoesterde verwachtingen zijn echter niet in vervulling geraakt en het komt thans ge raden voor ook hier de gelegenheid tot gewonen huizenbouw open te stellen. De prijs behoeft echter geene andere wijziging te ondergaan dan de voren besproken verhooging met 1.per cA., daar de prijzen van dit blok in verhouding tot do overige reeds vrij hoog waren. Eindelijk moeten Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid hebben om, als voorstellen als de onderhavige in behandeling zijn, aanvragen tegen de oude prijzen te mogen weigeren. In de uit giftebepalingen voor den grond aan Oldegalileën komt in artikel 7 de machtiging aan Burgemeester en Wethouders voor om aanvragen terzijde te leggen, als het college van oordeel is, dat het gemeentebelang de weigering geraden maakt. Een soortgelijke bevoegdheid is voor de Kanaalterreinen met het oog op het vorenstaande eveneens ge- wenscht. Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten a. te bepalen dat, zoo bij de verdere aanvragen der nog openstaande bouwterreinen aan de zuid- en de noordzijde van het eerste kanaalpand erfpacht wordt gekozen, op die uitgifte toepasselijk zijn de bij raadsbesluit van 13 September 1910 no. 301b/184 vastgestelde bepalingen betreffende uitgifte van bouwterreinen, gelegen aan de oostzijde van Olde galileën, voorzoover de aard, strekking en omvang van het recht betreft; h. de minimum-prijzen van de verschillende bouw blokken der aan beide zijden van het eerste kanaal- pand nog openstaande terreinen, zooals zij zijn op genomen in de bij de geldende bepalingen van uitgifte dier terreinen behoorende lijsten, met 1. per centiare te verhoogen; c. onderdeel b van bouwblok XYII te splitsen in onderdeelen bl en b2 op de wijze als dit op de over gelegde kaart is aangegeven d. in de sub b bedoelde uitgifte-bepalingen de bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders op 93

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 47