Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Volgnummer. Hoofdstuk II. Afdeeling III, IV en V. OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. Ontvangen BEDRAG in 1911. GERAAMD BEDRAG voor 1912. 1913. 6 7 Art. 1. Art. 1. Transport Dit cijfer in aanmerking genomen, heeft men gomeend voor de raming van 1913 een rond cijfer van 8700000 tot grondslag te kunnen nemen. Bij eene heffing naar 3.6 ten honderd kan de onzuivere opbrengst worden geschat op 313200. Voor vermindering wegens onthef fing, afschrijving en oninbare posten, onder aftrek van restitutiën, waarvan echter moeilijk een juist cijfer is te ramen, heeft men gemeend, met het oog op het gemiddelde bedrag over de laatste drie jaren ad 12157.26®, te kunnen stellen eene ronde som van 12000. Rest voor het primitief kohier 301200. Hierbij het vermoedelijk bedrag der suppletoire kohieren waarvan het gemid delde cijfer over de laatste driejaren be droeg 13686.64. In 1911 was het totaal dier kohieren 13665.59®, in ver band waarmede wordt uitgetrokken eene ronde som van13800. Totaal der vermoedelijke opbrengst 315000. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 2 April 1901, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 23 September 1901, no. 11, gewijzigd bij raads besluiten van 27 October 1903, 22 September 1908 en 23 Juli 1912, welke wijzigingen zijn goedgekeurd bij Koninklijke besluiten van 31 December 1903, no. 76 en 11 December 1908, no. 18. Totaal van de lilde afdeeling AFDEELING IV. Belasting op de honden. Belasting op de hondenf De lijsten over 1911 zijn vastgesteld tot een bedrag vanf 2286.75 Hieraf het bedrag der ontheffingen en oninbare posten127.50 Rest 2159.25 Met het oog hierop is geraamd eene ronde som van f 2150. Het bedrag der eventueel te verleenen restitutiën is uitgetrokken onder volgno. 128. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 25 Juli 1905, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 9 September 1905, no. 35. Totaal van de IVe afdeeling f AFDEELING V. Belasting op tooneelvertooningen en andere openbare vermakelijkheden. Belasting op tooneelvertooningen en andere open bare vermakelijkheden De opbrengst over 1912 tot 1 Augustus, bedragende ruim 6850.in aanmerking genomen, heeft men gemeend eene ronde som van 8000.te kunnen ramen. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 19 September 1911, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 21 November 1911, no. 39. (De vroegere heffing werkte alleen tijdens de kermis). Totaal van de Vde afdeeling 297184 05® 301000 315000 297184 05® 301000 315000 2153 25 2100 2150 2153 25 2100 2150 391 12® 450 8000 391 12® 450 8000 6 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. no. 1. 2 fl joofdstuk II. Afdeeling OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. Ontvangen BEDRAG GERAAMD BEDRAG voor to o VI. in 1911. 1912. 1913. AFDEELING VI. Rechten, loonen en andere gelden, bedoeld in artikel 238 der gemeentewet en belastingen, waarvan de heffing krachtens bijzondere wetten geschiedt. 8 Art. 1. De opbrengst van bruggelden, die bij gaardering worden geïnd, was over 1911 als volgt: Harlingervaartsbrug3495.35 Noorderbrug1137.65 Prins Hendrikbrug2332.30 Wirdumerpoortsbrug2008.80 Vrouwenpoortsbrug802.70 Verwersbrug311.90 le Kanaalbrug3268.60 2e 3397.70 Potmargebrug41.45 16928 95 17000 17000 Samen 16796.45 In aanmerking nemende dat die opbrengst over 1911 door den lagen waterstand lager was dan andere jaren, heeft men gemeend de volgende be dragen te kunnen ramen als deBoomsbrug tot Mei i914 verpacht 124.- Vhetsterbrug) r Ophaalbrug „1914 5.— Blauwebrug „1914 1. Poppebrug gegund voor 1. Harlingervaartsbrug bij gaardering 3500. Noorderbrug 1150.— Prins Hendrikbrug 2350. Wirdumerpoortsbrug 2000. Vrouwenpoortsbrug 825.- Verwersbrug 304.— le Kanaalbrug 3300.— 2e 3400.- Potmargebrug 40.— Totaal 17000.- De heffing geschiedt wat betreft de doorvaarts- gelden van de Boomsbrug, de Vlietsterbrug, de Ophaalbrug, de Poppebrug en de Blauwebrug, krach tens raadsbesluit van 8 December 1903, goedge keurd bij Koninklijk besluit van 15 Februari 1904, no. 46, van de Harlingervaartsbrug, de Noorderbrug, de Prins Hendrikbrug, de Wirdumerpoortsbrug, de Vrouwenpoortsburg, de Verwersbrug en de beide Kanaalbruggen, krachtens raadsbesluit van den 28 Januari 1908, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 10 Maart 1908, no. 9 (tot 12 Mei 1913en van de Potmargebrug krachtens raadsbesluit van 22 Mei 1906, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 4 Juli 1906, no. 53. 9 2. De ontvangsten over 1911 in aanmerking geno men is eene ronde som van 2450.geraamd. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 27 Februari 1912, goedgekeurd bij Koninklijk be sluit van 10 Juni 1912, no. 61, tot 1 Januari 1916. 2458 01® 2500 2450 10 3. De opbrengst van het havengeld is tot ultimo December 1912 verpacht voor 7612. Er wordt op gerekend dat bij eene nieuwe ver pachting de opbrengst niet zal verminderen, waar om gelijke som voor 1913 geraamd is. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 8 October 1907, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 3 December, 1907, no. 68. 7612 7612 7612 Transporteeren 26998 96® 27112 27062 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 4