Bijlage no. 7.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913.
Hiertegenover staan de uitgaven, welke bedragen
als volgt
a. ondei'houd aan de bruggen
in 1907
1908
1909
1910
1911
b. onderhoud van brug
wachterswoningen
in 1907
1908
1909
1910
1911
2,866.715
JJ
2,052.805
n
2,788.07
•n
1,335.145
1,626.215
1 o--
270.97
187.04
n
173.96
n
172.905
414.425
10,668.95
c. kosten van vervanging
van gaarders der brug
gelden en hulp aan
gaarders op drukke da
gen enz.
in 1907 839.74
1908 1,278.69
1909 1,814.83
1910 1,706.92
1911 1,494.69&
1,219.30
7,134.87 5
of gemiddeld per jaar
Jaarwedden van de gaarders der
bruggelden
Annuïteit van het kapi
taal, benoodigd geweest
voor het maken van de ge
noemde bruggen en voor
de daarbij behoorende
werken als
de Noorderbrug en de
Harlingervaartsbrugin
1859 aanbesteed voor f 12,379.
de Prins Hendrikbrug,
in 1868 aanbesteed voor
de Verversbrug, in
1869 aanbesteed voor
de Yrouwenpoortsbrug,
in 1870 aanbesteed voor
de Wirdumerpoortsbrug,
in 1872 aanbesteed voor
wachterswoningen, in
186062 opgericht voor
Transporteeren
19,023.12 5
3,804.625
7,046—
7,472.
2,990.
5,470.-
13,300—
11,000.
Transport
Vernieuwing van de
Prins Hendrikbrug, in
1896 uitgevoerd voor
Hierbij de kosten van
het maken van de pijlers
en der walhoofden van
bruggen met twee door-
vaartopeningen, te zamen
Het bouwen van de
wachterswoningen bij de
Prins Hendrikbrug en de
Wirdumerpoortsbrug
Het bouwen van eene
wachterswoning bij de
Harlingervaartsbrug in
1902
Het bouwen der beide
kanaalbruggen en van
eene brugwachterswo
ning in 1896
Het bouwen van eene
brugwachterswoning bij
de le Kanaalbrua-
52,611— 10,850.625
20,000,
45,500—
9,000. -
4,500—
54,200.-
4,500.-
Samen
190,311.-
52,611— 10,850.62 5
Aangenomen dat een goed onder
houden brug en bij behoorende werken
na 60 jaren moet worden vernieuwd en
voor rente van schuld gemiddeld 3y2
°/0 moet worden gerekend, zou de annuï
teit per 1,000.bedragen 40.089
en, voor de geheele schuld
Hoewel van deskundige zijde werd
medegedeeld dat vernieuwing om de
50 jaren moest plaats vinden doch dit
geheel van bijzondere omstandigheden
kan afhangen, is met het oog op do
opgedane ervaring op 60 jaar gerekend.
Voor verlichting der bruggen moet
worden gerekend
Voor politiebewaking op marktdagen
Geraamde huur van eene aange
kochte brugwachterswoning
Kosten van pensioen en ongeval
lenverzekering der gaarders
7,629.38
700—
160—
250—
500—
Totaal
20,090.00E
De artikelen der beide concept-verordeningen
behoeven wel geene nadere toelichting.
98
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl no. 7.
AMENDEMENT van den heer Burger op de
ontwerp-verordening op de winkel
sluiting (Bijlagen nos. 33 van 1912
en 4 van 1913).
Aan den Gemeenteraad.
De ondergeteekende heeft de eer het volgende
amendement in te dienen op de ontwerp-verordening
op de winkelsluiting
„Het tweede lid van art. 8 te doen vervallen".
Toelichting.
Voor zoover de hier bedoelde bepaling strekt
om aan de ambtenaren de bevoegdheid te geven
tot het binnentreden van winkels enz., geene
woningen zijndeis zij overbodigde in het eerste
lid vervatte opdracht tot het opsporen van over
tredingen maakt de ambtenaren bevoegd tot het
nemen van alle daartoe noodige maatregelen.
Alleen waar het woningen geldt, is naar art. 158
der grondwet binnentreden tegen den wil des
bewoners alleen geoorloofd in de gevallen, bij de
wet bepaald.
Nu geeft de wet van 1853 aan de gemeentebe
sturen de bevoegdheid om tot het binnentreden
van woningen last te geven, doch alleen in het
belang van de nakoming van verordeningen, strek
kende tot handhaving van de openbare rust of veilig
heid of tot bescherming van het leven of de gezondheid
van personen.
Het is moeilijk, aan de verordening op de winkel
sluiting deze strekking toe te kennen de bepaling-
schijnt dus onwettig. Doch in ieder geval is ze
onnoodig en wordt, door voor dit uiterst eenvoudige
onderwerp inbreuk te maken op de grondwettig
gewaarborgde vrijheid van domicilie, aan de ver
ordening noodeloos een hatelijk karakter gegeven.
In de ontwerpen voor de Amsterdamsche en
Arnhemsche verordeningen waren aanvankelijk be
palingen van dezelfde strekking opgenomen. Te
Amsterdam is op de beide hier aangevoerde gronden
de bepaling teruggenomen en te Arnhem is zij,
mede op grond van het wettelijk bezwaar, zoo
gewijzigd, dat de last niet meer strekt tot het
binnentreden van woningen.
Leeuwarden, 1 Februari 1913.
A. BURGER,
lid van den gemeenteraad.
99