Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. vergoeding voor do van hem gevorderde diensten. De noodzakelijkheid van verhooging springt nog minder duidelijk in het oog, wanneer men weet, dat de concierges van de Meisjes Hoogere Burger scholen in Groningen, Leiden en Amsterdam eene jaarwedde genieten van onderscheidenlijk 450. 400.en 300.benevens genot van vrije woning, vuur en licht. Do bezoldiging van dezen beambte wenschen wij alzoo onveranderd te laten, terwijl het ook niet noodig wordt geoordeeld de betrekking in de onderwerpelijke verordening op te nemen, omdat deze hierin minder eigenaardig thuis behoort, al is het dan ook waar, dat zulks bij de verordening voor het gymnasium wel is geschied, doch dit houdt verband met het Rijkssubsidie voor laatstgenoemde instelling. Op grond van bovenstaande overwegingen hebben wij de eer U voor te stellen het nevensgaand ont werp tot het besluit Uwer Vergadering te verheffen. Leeuwarden, 22 Januari 1913. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, T. KOMTER, h-Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP. BESTAANDE REDACTIE. Art. 1. Aan de school voor middelbaar onderwijs voor meisjes zijn verbonden a. eene directrice, op eene jaarwedde van ƒ2400. tevens belast met het onderwijs in één of meer leervakken, sub hc, d en e te noemen b. ten hoogste zes leeraressen voor geschiedenis, aardrijkskunde, Nederlandsche-, Fransche-, Duitsche- en Engelsche taal- en letterkunde, op eene jaarwedde van 1500. c. eene leerares of een leeraar in de dier- en plantkunde, op eene jaarwedde, berekend naar 100.voor ieder lesuur, gedurende den geheelen cursus gegeven, tot een maximum van 1600. d. eene leerares of een leeraar in de wiskunde, op eene jaarwedde van 1600. e. eene leerares of een leeraar in de natuur- en scheikunde, op eene jaarwedde, berekend naar f 100.voor ieder lesuur, gedurende den geheelen cursus gegeven, tot een maximum van 1600. eene leerares of een leeraar in het teekenen, op eene jaarwedde van 1200. g. eene leerares in den zang, op eene jaarwedde van 400. h. eene leerares in de handwerken, op eene jaar wedde van 600. De Raad der gemeente Leeuwarden gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders gelet op de bepalingen der wet, houdende regeling van het middelbaar onderwijs besluit vast te stellen de volgende VERORDENING regelende de jaarwedden der docenten aan de school van Middelbaar Onderwijs voor Meisjes. Art. 1. Aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes zijn verbonden a. een directrice, die onderwijs geeft in een of meer der leervakken sub b genoemd b. leeraressen, die belast zijn met het onderwijs in de geschiedenis, de aardrijkskunde, de Neder landsche, de Fransche en de Engelsche taal- en letterkunde, de natuur- en scheikunde, de dier- en plantkunde en de wiskunde c. een leerares voor het teekenen d. een leerares voor de handwerken e. een leerares voor de gjminastiek een leerares voor den zang. Bij onvoldoende keuze onder de sollicitanten, of wanneer dit om andere redenen wenschelijk mocht zijn, kunnen leeraren benoemd worden. 102 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. üijl. 710. 8. Art. 2. Art. 2. In geval van vaste of tijdelijke aanstelling van De jaarwedden bedragen leeraressen of leeraren, niet in art. één genoemd, wordt voor de directrice 2400.welke jaarwedde, de jaarwedde voor ieder afzonderlijk door den Raad na 3 en 6 jaren dienst als directrice, kan worden vastgesteld. verhoogd telkens met 150. voor de leeraressen sub bindien zij den doctors titel bezitten 1500.en indien zij dien titel niet bezitten 1400.welke jaarwedden kunnen worden verhoogd, indien zij 3, 6, 9 en 12 jaren zijn werk zaam geweest, telkens met 100. voor de leerares sub c 1000.en voor die sub d f 600.—, welke jaarwedden kunnen worden verhoogd, indien zij 3, 6, 9 en 12 jaren zijn werk zaam geweest, telkens met 50 voor de leerares sub e 50.en voor die sub 100.voor ieder gedurende den geheelen cursus feitelijk gegeven lesuur per week voor gedeelten van den cursus naar gelang van den duur daarvan. De jaarwedde van de leerares sub e kan worden verhoogd, indien zij 3, 6, 9 en 12 jaren werkzaam is geweest, telkens met 2.50 per wekelijksch lesuur per jaar. Indien de leerares gelijktijdig werkzaam is aan eene andere inrichting van onderwijs, worden de verhoogingen slechts toegekend tot de bovenge noemde bedragen, verminderd met de aan de andere inrichting gelijktijdig genoten wordende bezoldiging, doch tot geen lager bedrag dan van 75. Alle verhoogingen van jaarwedde geschieden door Burgemeester en Wethouders en gaan in met den eersten dag der maand, volgende op die, waarin daarop aanspraak is verkregen. Tijdelijke diensten kunnen voor de berekening der dienstjaren in aanmerking worden gebracht. Bij benoeming van docenten, bedoeld sub b van art. 1, wordt, wanneer zij gelijktijdig aan eene andere inrichting van onderwijs werkzaam zijn, de wedde op 100.per wekelijksch lesuur bepaald. Art. 3. Bij benoeming van leeraressen, die reeds aan eene inrichting van Hooger of Middelbaar onderwijs zijn werkzaam geweest, kunnen de dienstjaren aan die inrichtingen op den bij het vorig artikel bepaalden voet, zoowel bij de bepaling der aanvangsjaarwedde, als bij de toepassing der periodieke verhoogingen in rekening worden gebracht. Art. 3. Art. 4. De leeraressen of leeraren, uitgezonderd die sub De leeraressen of leeraren, uitgezonderd die sub g en h van art. één, kunnen worden belast met d, e en f van art. 1 en die bedoeld in het laatste een maximum van 24 lesuren in de week, zonder lid van artikel 2, kunnen worden belast met een op eene verhooging van jaarwedde aanspraak te maximum van 24 lesuren in de week, zonder op kunnen maken, desnoods ook in andere vakken dan eene verhooging van jaarwedde aanspraak te kunnen die, waarvoor zij zijn benoemd. maken, desnoods ook in andere vakken dan die, waarvoor zij zijn benoemd. 103

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 52