Bijlage no. 10. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. 11010. HERZIEN ONTWERP voor de verordening op de winkelsluiting en wijziging der politieverordening op de openbare vermakelijkheden en plaatsen van vereeniging. (Bijlagen nos. 33 van 1912 en 4 en 7 van 1913). Aan den Gemeenteraad. De Commissie voor het ontwerpen van straf verordeningen heeft zich nader beraden over de, sinds de indiening bij bijlage 33 van 1912 tot 's Raads handelingen van de ontwerp-verordening op de winkelsluiting, bij den Raad ingekomen adressen en amendementen. In chronologische orde genomen zijn het de na volgende stukken a. een adres van 24 December 1912 van het bestuur der afd. Friesland van de Nederlandsche Ver eeniging van sigarenwinkeliers, waarbij verzocht wordt dat aan do in het ontworpen artikel 3, sub b en c, van de verplichte sluiting vrijgestelde in richtingen verboden wordt andere waren af te leveren of te verkoopen dan eet- en drinkwaren, welke ter plaatse worden gebruikt b. een adres van 8 Januari 1913 van het bestuur der R. K. Middenstandsvereoniging alhier, ver zoekende de aangeboden ontwerp-verordening niet aan te nomen dan met deze wijzigingen 1. aan de in artikel 1 genoemde dagen, waarop de verordening niet van toepassing zal zijn, toe te voegen de Donderdagen, don 31sten December, de week voorafgaande aan het Paasch- en die welko voorafgaat aan het Pinksterfeest, alsmede de maanden April en Mei 2. artikel 2 te lezenEen winkel wordt als geopend beschouwd, zoolang er waren aan het publiek worden verkocht c. amendementen der heeren Berghuis en Tulp (bijlage no. 4 van 1913) d. een adres met 11 lijsten, bevattende namen van 112 winkeliers, die zich vóór en 532, die zich tegen een bij verordening geregelde winkelsluiting- verklaren e. een adres van den voorzitter en den secretaris van de afdeeling- Leeuwarden van den Nationalen Bond van Handels- en Kantoorbedienden „Mercurius" en in die kwaliteiten optredende namens het be stuur van gemelde afdeeling, verzoekende de ont werp-verordening ongewijzigd aan te nemen amendement van den heer Mr. A. Burger (bijlage no. 7). Ten opzichte van hetgeen bij de amendementen voorgesteld het amendement van den heer Burger wordt ook door den heer Beekhuis ondersteund, blijkens de mededeeling van dezen laatste in de vergadering der Commissie of bij de adressen verzocht wordt, meent de Commissie het navolgende te moeten adviseeren. Artikel 1. De R. K. Middenstandsvereeniging en de heeren Berghuis c.s. wenschen het aantal dagen, waarvoor de sluiting niet zal gelden, uit te breiden. De Commissie, erkennende dat deze uitbreiding het stelsel der verordening niet aantast, heeft daarvoor in haar midden echter geen meerderheid kunnen krijgen. Over de opneming van den 31 December staakten de stemmen voor die der overigens ge- wenschte dagen was nog minder geneigdheid. Geoordeeld werd dat, al laat de Commissie de beslissing gaarne aan den Raad, de omstandigheden op die dagen niet van dien aard zijn dat dit ertoe moet nopen winkels meer dan op andere tijden ge opend te houden. Ten einde geleidelijk den maat regel in te voeren en dadelijk niet wellicht te zeer in te grijpen, is echter aanvankelijk opneming van den dag, aan den algemeenen marktdag voorafgaande, gewenscht, doch met 1 Januari 1914 dient over eenkomstig het amendement der heeren Berghuis c.s. deze vrijstelling te vervallen en de verordening op dit punt onverzwakt te gelden (nieuw lid artikel 10). Artikel 2. Evenzeer staakten de stemmen over de schrapping van de winkelbedienden uit artikel 2. Men was van oordeel dat hiermede de grondslag was gemoeid, waarop de verordening steunt, als toch nog na 9 uur winkelbedienden in den winkel en dus aan den arbeid konden worden gehouden. Daarenboven kon de handhaving der verordening moeilijkheden opleveren. Hetgeen hiertegenover in de toelichting tot het desbetreffende amendement van de heeren Berghuis c.s. wordt aangevoerd, kon de meerderheid der Commissie niet tot hunne meening overhalen, terwijl voor eene vexatoire toepassing van het voorschrift h. i. niet behoeft te worden gevreesd. Daarentegen acht men de toevoeging van het door de h.h. Berghuis c.s. voorgestelde nieuwe tweede lid eene verbetering, zoodat dit amendement door de Commissie wordt overgenomen. Artikel 3. Nader is overwogen dat, wanneer uit dit artikel vervallen wat in de Amsterdamsche verordening heeten„lokaliteiten die blijkens hare inrichting bestemd zijn voor het gebruik ter plaatse der aldaar verkochte eet- en drinkwaren", deze, als in de verordening niet wordt opgenomen tot hoe lang de sluiting van een winkel moet duren en in de toelichting tot het ontwerp is betoogd waarom dat hier niet noodzakelijk voorkomt b.v. om 12 uui weder zouden kunnen openen. Met de oorspronkelijk voorgestelde redactie kan de misstand, waarop in die toelichting werd gedoeld, dus niet worden onder vangen en het wordt daarom wenschelijk geoordeeld deze lokaliteiten te brengen onder de bepaling van het sluitingsuur in de verordening, regelende de politie op de openbare vermakelijkheden, plaatsen 109

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 55