Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. dag, hetzij door een luchtkoker met de buitenlucht in rechtstreeksche verbinding staat en niet recht streeks van een woonvertrek of winkel uit toegan kelijk is of daarmede gemeenschap heeft. Art. 47, le lid. Bij of in elke woning of eenig ander door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen gebouw moet een te hunnen genoegen aangebracht privaat met ton aanwezig zijn, dat voldoet aan de onder artikel 18 dezer verordening gestelde eischen. Art. 81. Deze verordening treedt in werking den 1 Juli 1907, met dien verstande, dat het voorschrift van artikel 47, voor zoover de in het privaat aanwezige ton aangaat, en artikel 50, wat de aanhaling van artikel 21, tweede lid, betreft, in werking treden op den 1 Mei 1908. Art. 20, 2e lid. Het is verboden regenwaterbakken aan te leggen onder of in woningen en anders dan op een afstand van ten minste 3 Meter van privaten, waterplaatsen, mesthoopen, riolen of dergelijke verwijderd. Art. 74, laatste lid. De eigenaar van een perceel is verplicht toe te laten, dat vanwege Burgemeester en Wethouders, op kosten der gemeente, een onderzoek wordt ingesteld naar den toestand der privaten, riolen en afwateringen en naar de deugdelijkheid van drink water. Art. 39. Het is verboden faecaliën te loozen op riolen en privaten te doen uitloopen anders dan in wisseltonnen. Burgemeester en Wethouders kunnen ten aanzien van afgelegen woningen vrijstelling van deze be paling verleenen, zoo noodig onder nader door hen te stellen voorwaarden. Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel wordt onder faecaliën urine niet verstaan. Artikel II. In artikel 20, tweede lid, en in artikel 74, laatste lid, wordt achter „riolen" ingevoegd „beerputten". Artikel III. Artikel 39 wordt gelezen als volgt Het is verboden faecaliën te loozen op riolen en privaten te doen uitloopen anders dan in wissel- tonnen of in beerputten met overstorting in ge meentelijke riolen of in een openbaar water, over eenkomstig het in artikel 39bis bepaalde. Privaten, die uitloopen in beerputten met over storting, moeten voorzien zijn van waterspoeling. Bij andere privaten is waterspoeling verboden. Burgemeester en Wethouders kunnen ten aanzien van afgelegen woningen vrijstelling van het in het eerste lid bepaalde verleenen, zoo noodig onder nader door hen te stellen voorwaarden. Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel wordt onder faecaliën urine niet verstaan. Artikel IV. Na artikel 39 wordt ingevoegd een nieuw artikel 39bis, luidende Het is verboden het regenwater in een beerput met overstorting te doen uitloopen. Burgemeester en Wethouders stellen bepalingen vast betreffende 144 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. no. 17 Art. 42, eerste lid. De artikelen 10, 11,13,14, 15, vierde en vijfde lid, 16, eerste, tweede en vierde lid, 17, 18, 21 tweede, derde, vierde en vijfde lid, 22, 23, 30, 31,33 tot en met 37, 40 en 50, laatste zinsnede, zijn van toepas sing bij het geheel of voor een gedeelte vernieuwen, de artikelen 2, 7, 8, 12, 16 derde lid, 21 eerste lid en 39 bij het geheel of ter beoordeeling van Burge meester en Wethouders daarmede gelijk te stellen gedeeltelijk vernieuwen van gebouwen. Art. 50, eerste lid. De artikelen 21, tweede lid, wat betreft de scheidsmuren, 24 tot en met 29, 32 en 38 zijn van toepassing op bestaande gebouwen. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd van het voldoen aan de eischen, in die artikelen gesteld, vrijstelling te verleenen. In dat geval gelden de door hen te stellen nadere eischen. a. inhoud en inrichting van de beerputten en de aan- en afvoerbuizen b. den afstand tusschen een beerput en een woning, regenbak of weiwaterput c. de buis voor den afvoer van gassen uit den beerput d. de inrichting voor waterspoeling. De aansluiting van den uitloop van den beerput aan een gemeentelijk riool of een openbaar water mag niet anders dan van gemeentewege geschieden tegen betaling der werkelijke kosten. De eigenaar van een perceel is verplicht toe te laten dat een beerput vanwege Burgemeester en Wethouders wordt geledigd. Lediging op andere wijze is verboden. Artikel V. In artikel 42, eerste lid, wordt in plaats van „en 39" gelezen 39 en 39bis. Artikel VI. In artikel 50, eerste lid, wordt in plaats van „en 38" gelezen 38, 39, tweede lid, en 39bis. Artikel VII. Deze verordening treedt in werking op een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen dag. Leeuwarden 19 De Raad voornoemd, 145

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 73