148
I
149
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913.
A. VERORDENING, regelende den rang
het getal, de bezoldiging en de
wijze van benoeming van de
ambtenaren van het gemeentelijk
electriciteitbedrijf.
Art. 1.
Bij het gemeentelijk electriciteitbedrijf kunnen,
ten behoeve zijner exploitatie, worden benoemd
a. een directeur
b. een boekhouder
c. een klerk-magazijnmeester, tevens belast met
de werkzaamheden van kassier
d. een chef-machinist
e. een chef-monteur.
Art. 2.
De directeur wordt benoemd door den Raad, die
vooraf eene aanbeveling ontvangt van drie personen,
door Burgemeester en Wethouders opgemaakt, de
vaste raadscommissie voor de gemeentelijke licht
fabrieken gehoord.
Hij kan door Burgemeester en Wethouders worden
geschorst en wordt door den Raad ontslagen, in
beide gevallen nadat deswege de raadscommissie is
gehoord.
Het aan hem op verzoek te verleenen ontslag
gaat niet eerder in dan drie maanden na den dag,
waarop de aanvrage om ontslag is ingekomen.
De boekhouder, de klerk-magazijnmeester, de chef
machinist en de chef-monteur worden door Burge
meester en Wethouders, de raadscommissie gehoord,
benoemd, geschorst en ontslagen.
Art. 3.
De jaarlijksche bezoldiging van de in artikel 1
genoemde ambtenaren bedraagt
voor den directeur van 2800.tot 3500.
voor den boekhouder 300.tot 600.het
juiste bedrag nader door Burgemeester en Wet
houders te bepalen in verband met den omvang
van het bedrijf, zoolang de boekhouder der ge
meentelijke gasfabriek met deze functie wordt belast.
De bezoldiging zal nader door den Raad worden
geregeld wanneer de function van boekhouder van
de gemeentelijke gasfabriek en van het gemeentelijk
electriciteitbedrijf gescheiden worden,
voor den klerk-magazijnmeester van 500.
tot f 800.
voor den chef-machinist van 1000.tot ƒ1300.
en vrije woning, vuur, licht en vrijstelling van de
betaling der belasting volgens de eerste twee
grondslagen der wet op de Personeele Belasting,
voor den chef-monteur van 800.—tot 1200.
Het juiste bedrag der bezoldiging wordt binnen
de in het vorig lid gestelde grenzen door Burge
meester en Wethouders bepaald, echter met dien
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. JBtjl. ÏIO. 18.
verstande, dat in den regel en in elk geval voor
zoover de ijver en de geschiktheid niet te wenschen
overlaten, telkens na drie jaar diensttijd verhooging
van wedde plaats vindt achtereenvolgens voor den
directeur met 200.en voor den klerk-magazijn
meester, den chef-machinist en den chef-monteur
met ten minste 75.
De verhooging van jaarwedde gaat als regel in
met een nieuw kalenderjaar.
Art. 4.
De directeur, de boekhouder, de klerk-magazijn
meester, de chef-machinist en de chef-monteur mogen
buiten goedkeuring van Burgemeester en Wethouders
geen andere openbare ambten of bedieningen be-
kleeden, noch eenig ander beroep of bedrijf aan
vaarden of waarnemen. Zij mogen noch onmiddellijk
noch middellijk betrokken zijn bij leveringen of
aannemingen ten behoeve der fabriek.
Art. 5.
De directeur ontvangt bij de aanvaarding zijner
betrekking een instructie, die door den Raad, de
boekhouder, de klerk-magazijnmeester, de chef
machinist en de chef-monteur eene, die door Burge
meester en Wethouders wordt vastgesteld.
Onverminderd de bepalingen dier instructie zijn
zij gehouden de nadere huishoudelijke voorschriften,
hun door Burgemeester en Wethouders te geven,
stiptelijk op te volgen.
Art. 6.
Ten kantore van het gemeentelijk electriciteit
bedrijf kunnen worden benoemd
een eerste klerk op een jaarlijksche bezoldiging
van 416.tot 624.
een tweede klerk op een jaarlijksche bezoldiging
van 130.tot 364.
De voorlaatste alinea van artikel 2 is voor hen
toepasselijk.
i i
Art. 7.
De benoeming, schorsing en het ontslag van het
in het vorige artikel vermelde personeel geschiedt
door Burgemeester en Wethouders.
Het ontvangt bij de aanvaarding zijner betrekking
eene instructie die door Burgemeester en Wethouders
wordt vastgesteld. De bepaling [van artikel 4 is
ook voor dit personeel toepasselijk.
Art. 8.
Deze verordening treedt in werking met den
eersten dag der maand, volgende op de uitgifte van
het gemeenteblad waarin zij is geplaatst.