152 153 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. In spoedeischende gevallen treedt hij, na overleg met den voorzitter der raadscommissie, handelend op. Art. 14. Hij is, daartoe uitgenoodigd, verplicht, de verga deringen der raadscommissie bij te wonen en de inlichtingen te verstrekken, welke van hem gevraagd worden. Art. 15. Hij ziet nauwkeurig toe op de electrische straat verlichting, zorgt, dat alle daartoe betrekkelijke toestellen in behoorlijken staat gehouden worden en de lichten, overeenkomstig den daarvoor door of vanwege Burgemeester en Wethouders aan hem verstrekten last, op de daarvoor gestelde uren worden ontstoken en gebluscht. Hij zorgt dat een plattegrond der gemeente wordt vervaardigd en geregeld bijgehouden, waarop alle kabels zijn aangebracht. Art. 16. Bij brand in de gemeente begeeft hij zich zoo noodig terstond derwaarts en neemt, met betrekking tot de afsluiting van den stroom als anderszins, onverwijld de noodige maatregelen. Art. 17. Ieder jaar maakt hij een inventaris op van alle onroerende en roerende goederen, op den laatsten werkdag der maand December tot het bedrijf be- hoorende, ingericht volgens het hem door Burge meester en Wethouders te verstrekken model. Hij vergelijkt dezen inventaris met het register voor in- en uitslag van magazijngoederen, door den boekhouder gehouden, en stelt hem, geteekend en met zijn opmerkingen voorzien, den boekhouder ter hand, om bij de rekening te worden overgelegd. Art. 18. Hij maakt jaarlijks in de maand Juni eene be grooting op voor het eerstvolgende dienstjaar en zendt deze met een memorie van toelichting aan de raadscommissie in. Art. 19. Hij zendt jaarlijks vóór 1 April aan de raads commissie in een verslag over den toestand van het bedrijf over het afgeloopen dienstjaar. Art. 20. Hij regelt de werkzaamheden van het bij het bedrijf dienstdoende vast en tijdelijk personeel. Hij ziet toe, dat allen hunne verplichtingen getrouw nakomen. Art. 21. Voor afwezigheid uit de gemeente van niet langer dan acht dagen behoeft hij verlof van den voor- Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl, ÏIO. IS. zitter der raadscommissie, van meer dan acht dagen, doch niet langer dan een maand, van Burgemeester en Wethouders, van langeren tijd van den Raad. Art. 22. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van den directeur, wordt door de raadscommissie aan Burgemeester en Wethouders een voorstel gedaan tot het nemen der noodige maatregelen, om de werkzaamheden geregeld te doen doorgaan. Art. 23. Deze instructie treedt in werking met den dag der uitgifte van het gemeenteblad waarin zij is geplaatst. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 77