Bijlage no. 20.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913.
2e klasse, alsboven van ƒ9.60 tot 10.20, 10.80,
11.40 en 12.als maximum.
Be klasse, alsboven van 10.20 tot 10.80, 11.40,
12.en 12.60 als maximum.
4e klasse, alsboven van 10.80 tot ƒ11.40, 12,
f 12.60 en 13.20 als maximum.
5e klasse, alsboven van 11.40 tot 12.ƒ12.60,
13.20 en 13.80 als maximum.
6e klasse, alsboven van 12.tot 12.60, 13.20,
13.80 en 14.40 als maximum.
7e klasse, alsboven van 12.60 tot 13.20, 13.80,
14.40 en 15.als maximum.
8e klasse, alsboven van /'13.20 tot 13.80, 14.40,
15.en 15.60 als maximum.
9e klasse, alsboven van 13.80 tot 14.40, 15.
15.60 en 16.20 als maximum.
10e klasse, alsboven van 14.40 tot 15.15.60,
16.20 en 16.80 als maximum.
2. Het overeenkomende uurloon bedraagt
le klasse 15 cent, 16 cent, 17 cent, 18 cent, 19 cent.
2e
16
17
55
18
55
19
55
20
3e
17
18
55
19
r>
20
n
21
4e
18
19
Tl
20
•n
21
v
22
5e
19
20
55
21
55
22
55
23
6e
20
21
55
22
55
23
55
24
7e
21
22
55
23
55
24
26
8e
22
23
55
24
55
25
55
26
9e
23
24
55
25
«5
26
IÏ
27
10e
24
25
55
26
55
27
55
28
Artikel 48.
1. De in het vorig artikel bedoelde straffen
kunnen worden opgelegd ter zake van
1°. enz.
9°. verzuim van dienst zonder verlof tenzij
wegens gegronde redenen
10°. aansporing en uitlokking van een gemeente
werkman tot het plegen van bovengenoemde feiten.
2. enz.
2e klasse, alsboven van 10.80 tot 11.40, 12.
12.60 en 13.20 als maximum.
3e klasse, alsboven van /'ll.40 tot 12.ƒ12.60
13.20 en 13.80 als maximum.
4e klasse, alsboven van 12.— tot 12.60, 13.20,
13.80 en ƒ14.40 als maximum.
5e klasse, alsboven van ƒ12.60 tot 13.20, 13.80,
14.40 en 15.als maximum.
6e klasse, alsboven van 13.20 tot 13.80, 14.40,
15.— en 15.60 als maximum.
7e klasse, alsboven van 13.80 tot 14.40, 15.
15.60 en 16.20 als maximum.
8e klasse, alsboven van 14.40 tot 15.ƒ15.60,
16.20 en 16.80 als maximum.
2. Het overeenkomstige uurloon bedraagt
le klasse, 17 cent, 18 cent, 19 cent, 20 cent, 21 cent.
2e
18
55
19
54
20
55
21
55
22
3e
19
55
20
55
21
55
22
55
23
4e
20
55
21
55
22
55
23
55
24
5e
21
55
22
55
23
55
24
5?
25
6e
22
55
23
55
24
55
25
55
26
7e
23
55
24
55
25
55
26
55
27
8e
24
55
25
55
26
55
27
55
28
Artikel II.
In artikel 48 wordt tusschen 9° en 10° oen nieuw
zinsgedeelte ingevoegd, luidende als volgt
„9° bis. het vragen of aannemen van fooien."
Artikel III.
Deze verordening treedt den len Mei 1913 in
werking.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
156
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. no. 20.
ALGEHEELE HERZIENING DER VERORDENING
tot hat heffen van een hoofdelijken
omslag naar het inkomen.
Aan den Gemeenteraad.
Wij hebben de eer U vergezeld van eene memorie
van toelichting ter vaststelling aan te bieden eene
nieuwe verordening tot het heffen van een hoofde
lijken omslag naar het inkomen, met daarbij
behoorende verordening op de invordering.
De berekeningen, in verband daarmede gemaakt,
zijn gebaseerd op het primitief kohier van den
dienst 1912; deze berekeningen worden hierbij over
gelegd (niet gedrukt).
Wij achten het wensclielijk dat tevens de be
trekkelijke beschrijvingsbiljetten worden vastgesteld,
waarom wij de ontwerpen daarvoor aan U overleggen.
Model A is bestemd voor degenen, die in deze
gemeente hoofdverblijf hebben, model B voor hen,
die krachtens het bopaalde bij artikel 245, le lid,
2, 3 en 4 der Gemeentewet worden aangeslagen.
Bedoelde beschrijvingsbiljetten behoeven geene
nadere toelichtingdaarin toch zijn vrijwel alle
bepalingen der verordening betreffende het inkomen
en den aftrek in vragenvorm overgenomen, terwijl
de inhoud der artikelen, de invulling van het beschrij
vingsbiljet betreffende, als toelichting vooraf gaat.
Den 12 December 1911 werd in onze handen
om prae-advies gesteld het volgende voorstel van
den heer Boosman
„De Baad,
het noodzakelijk achtende de inkomens tot een
bedrag van 600.per jaar vrij te stellen van
belasting naar het inkomen, besluit eene commissie
te benoemen aan wie worde opgedragen
lo. te onderzoeken welke wijzigingen daardoor
gebracht dienen te worden in de verordening tot
Betaande verordening.
Art. 1.
Ten behoeve der gemeente wordt jaarlijks een
hoofdelijke omslag naar het inkomen geheven tot
een bedrag van ten hoogste 350.000. Dit bedrag
kan echter, tengevolge van het opmaken van sup-
pletoire kohieren, met ten hoogste 8 percent worden
overschreden.
Art. 2.
Jaarlijks bij de vaststelling van de begrooting
der inkomsten en uitgaven der gemeente voor het
volgend dienstjaar bepaalt de raad, hoeveel ten
honderd van het totaal bedrag der cijfers van aan
slag over dat dienstjaar tot het vinden van de
benoodigde som zal worden geheven.
het heffen van een hoofdelijken omslag naar het
inkomen, en
2o. daaromtrent zoodra doenlijk voorstellen aan
den Raad in te dienen".
Den 13 December werd daarop door ons mede
gedeeld dat op enkele andere punten dan in dit
voorstel genoemd wij ons voorstelden binnenkort
eene mogelijke wijziging der verordening van den
hoofdelijken omslag in overweging te nemen.
Tegelijkertijd kon dan de hier bedoelde verandering
tot een onderwerp van behandeling worden gemaakt,
waarvan het resultaat te zijner tijd aan den Raad
zou worden medegedeeld. De benoeming eener spe
ciale Raadscommissie werd daarom overbodig geacht.
Deze mededeeling werd den 9 Januari 1912 voor
kennisgeving aangenomen.
Den 14 Maart 1912 werd nog door den heer
Boosman een schrijven ingezonden om bij de her
ziening van de verordening tot heffing van een
hoofdelijken omslag niet alleen rekening te houden
met zijn motie van 12 December 1.1. doch ook met het
stelsel van verplichte aangifte door belastingschuldi
gen en aanstelling van een controleur der belastingen,
waarop besloten is de behandeling van dit schrijven
aan te houden en te voegen bij de betrekkelijke
stukken.
Met de overgelegde voorstellen is thans tevens
prae-advies uitgebracht op het aangehaalde voorstel.
Wij stellen U voor
a. vast te stellen de in ontwerp hierbij overge
legde besluiten
b. het voorstel van den heer Boosman, ingediend
den 12 December 1911, en diens nader schrijven d.d.
14 Maart 1912, voor kennisgeving aan te nemen.
Leeuwarden, den 21 Mei 1913.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende dat het wenschelijk is de bestaande
verordening tot hot heffen van een hoofdelijken
omslag te herzien
Gezien het voorstel van burgemeester en wet
houders
Gelet op het bepaalde bij de artikelen 240c, 243
en 245 der gemeentewet
Besluit
vast te stellen de navolgende
A. VERORDENING tot het heffen van een hoof
delijken omslag naar het inkomen.
Art. 1.
Ten behoeve der gemeente wordt jaarlijks een
hoofdelijke omslag naar het inkomen geheven tot
een bedrag van ten hoogste 450,000.Dit be
drag kan echter, tengevolge van het opmaken van
suppletoire kohieren, met ten hoogste 8 percent
worden overschreden.
Art. 2.
Jaarlijks bij de vaststelling van de begrooting
der inkomsten en uitgaven der gemeente voor het
volgend dienstjaar bepaalt de raad, hoeveel ten
honderd van het totaal bedrag der cijfers van aan
slag over dat dienstjaar tot het vinden van de
benoodigde som zal worden geheven.
157