Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. 1°. hij, die vuur stookt anders dan in een stook plaats van ijzer of steen 2°. hij, die deze stookplaats gebruikt anders dan onder een schoorsteen, gemaakt volgens de voor schriften dezer verordening. De bepaling sub 2° lijdt uitzondering, waar in de localiteit of in eenig gedeelte daarvan geen schoorsteen aanwezig is, mits in zoodanig geval de zolder of het plafond van de localiteit, waar de stookplaats is aangebracht, ten minste twee meter daarboven is verheven. Art. 4. Hij, die brandstoffen of licht brandbare voorwer pen heeft, opslaat of doet opslaan binnen den af stand van 0.6 meter van een oven of stookplaats en binnen een afstand van 0.3 meter van een rook leiding, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijfen twintig gulden. II. Artikel 4 wordt gelezen als volgt Hij die brandstoffen of licht brandbare voorwer pen opslaat of uitstalt binnen den afstand van 60 cM. van een oven of stookplaats, 30 cM. van een rookleiding, 20 cM. van eenige lichtbron, behalve van electrisch gloeilicht en 5 cM. van electrisch gloei- licht, tenzij dit door een schutballon of schutkorf is omgeven, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Art. 7. Hij, die gedoofde kolen, van welken aard ook, gebrande boekweitdoppen of gebrand zaagsel ge borgen houdt in een toestel, anders dan voorzien van een deksel, deur of schuif, alles van steen of metaal, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijfentwintig gulden. Art. 14. Met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijfentwintig gulden wordt gestraft hij, die, tenzij in een inrichting, als is bedoeld in artikel 2, no. IV, der hinderwet, een hoeveelheid benzine, hetzij ten verkoop, hetzij tot eigen gebruik voorhanden heeft a. van meer dan vijftig liter b. van meer dan drie liter, anders dan, hetzij in metalen kannen of vaten, voorzien van een inrich ting die het ontploffen belet, hetzij in het reservoir van een twee- of meerwielig motorrijtnig. Art. 24. Met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geld boete van ten hoogste vijfentwintig gulden wordt gestraft de ondernemer, bestuurder of beheerder van een vereenigingslokaal, die dat lokaal voor het houden van openbare vermakelijkheden of van voor het publiek toegankelijke bijeenkomsten gebruikt of laat gebruiken, tenzij 1°. enz. 6°. de boven- en de zijlichten van het tooneel- decoratief benevens de voetlichten door middel van ijzergaas of ander metalen omhulsel zijn beschermd III. In artikel 7 wordt voor „smeulende" en voor „gebrand" „gebrande" gelezen .smeulend". IY. In artikel 14 wordt voor „vijftig" gelezen „zestig". In artikel 24, 6° wordt tusschen „voetlichten" en „door" ingelaschtbehalve voor zoover een en ander geen electrische gloeilampen zijn,". 186 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1913. Bijl. no. 21. 7°. houten vloeren of andere brandbare voor werpen door middel van eene bekleeding met plaat ijzer of zink zijn beveiligd tegen zich daaronder op korteren afstand dan 0.75 meter bevindende boven lichten 8°. enz. Art. 26. Hij, die in een vereenigingslokaal of in de bij een vereenigingslokaal behoorende woning petroleum of spiritus brandt, of in eenig licht- of kooktoestel voorhanden heeft, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijfentwintig gulden. Art. 33. Hij, die in een vereenigingslokaal met serpentines of andere licht brandbare voorwerpen werpt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijfentwintig gulden. Aan artikel 24, 7° wordt, na vervanging der komma punt door een komma, toegevoegd behalve voor zoover deze electrische gloeilampen zijn." VI. Uit artikel 26 vervallen de woorden „of in de bij een vereenigingslokaal behoorende woning". VII. Aan artikel 33 wordt een nieuw (tweede) lid toegevoegd, luidende Het in het vorige lid gestelde verbod is niet van toepassing wanneer het lokaal niet door kunstlicht of alleen door electrische gloeilampen is verlicht. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, 187

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1913 | | pagina 94