Bijlage no. 22.
189
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. 1913. Bijl. no. 22.
WIJZIGING der verordening op de vleesch-
keuring (invoer van Argen-
tijnsch vleesch).
Aan den Gemeenteraad.
De aandacht van de Commissie voor het ont
werpen van strafverordeningen is door haren
Voorzitter gevestigd op de omstandigheid dat de
verordening, die de politie op den invoer, vervoeg
verkoop en de keuring van vleesch regelt (gemeente
blad no. 9 van 1910), geheel in het midden laat in
hoever de handel in Argentijnsch (bevroren) vleesch
door haar wordt bestreken. Terwijl artikel 1 reeds
eiken in- of vervoer van versch vleesch bij nacht
verbiedt, mag van buiten de gemeente afkomstig
versch vleesch aldus artikel 2 zonder een
bewijs van goedkeuring van den veearts der
gemeente van herkomst bij dag niet worden inge
voerd of verhandeld. Artikel 12 geeft wel eene
definitie van vleesch maar niet van versch vleesch.
Het komt dus gewenscht voor, nopens Argentijnsch
vleesch afzonderlijke voorschriften te geven, waar
mede ten aanzien daarvan dan wordt uitgesloten
dat óf de rechter, zonder deze, artikel 2 zou toe
passelijk verklaren, óf de invoer enz. geheel on
geregeld zou zijn. Geen van beide is raadzaam.
Gelijk bekend, wordt bedoeld voedingsmiddel
in den laatsten tijd in groote hoeveelheden in
bevroren toestand hier te lande ingevoerd. Het
vleesch is na ontdooiing voor de consumptie geschikt
en is dan veelal van uitstekende hoedanigheid en
voedingswaardede prijs is door de veel lagere
grondwaarde en de uitgestrekte weiden, die voor
de veeteelt in Argentinië beschikbaar zijn, betrek-
kelijkerwijze laag (te Amsterdam 35 a 55 ct. pet-
pond), zoodat dit voedsel meer algemeen binnen
het bereik van den kleineren man komt te liggen.
Vele grootere gemeenten hebben dit aldus begrepen
en den invoer van het vleesch door afzonderlijke
voorschriften geregeld en ook het Rijk schaft,
volgens een bericht in de bladen, het vleesch voor
de kazerneménages aan.
De afzonderlijke regeling strekt om den invoer
uit Argentinië niet te binden aan bepalingen,
die oorspronkelijk uitsluitend voor inlandsch vleesch
zijn vastgesteld. Aanvankelijk heette het dan ook,
teneinde de vervoerkosten laag te houden, onmogelijk
om het vleesch te vervoeren met de ingewanden
er nog aan bevestigd, zooals voor een deugdelijke
vleeschkeuring vrijwel algemeen wordt vereischt.
Dit is intusschen wèl doenlijk gebleken. Amsterdam
en Rotterdam hebben beide den eisch, dat het
vleesch vóór de keuring nog van de ingewanden
voorzien moet zijn, ook voor het bevroren Argen
tijnsch vleesch behouden. Ook Harlingen heeft
dit voorschrift. Alleen Amsterdam heeft de keuring
in kleinere stukken (vierde deelen) dan voor
liet inlandsch vleesch geldt en buiten het abattoir-
mogelijk gemaakt.
Het vleesch wordt uit de haven van ontscheping
verder ons land ingevoerd. Als dezerzijds dus
wordt voorgeschreven dat het bij invoer in deze
gemeente voorzien moet zijn van een behoorlijk
bewijs van goedkeuring, dan zijn voor de volks
gezondheid de vereischte waarborgen gesteld, zoo als
behoorlijk bewijs van goedkeuring geldt een stuk
waaruit blijkt, dat het vleesch gekeurd is in een toe
stand als boven is omschreven, alzoo met de ingewan
den er nog aan verbonden en bepaald wordt dat de
keuring geschied is door een voldoend deskundig
persoon. Intusschen behoeft do verordening dit laatste
niet in onderdeelen te regelen, maar kan volstaan
worden met dit aan de uitvoering van Burgemeester
en Wethouders over te laten (art. II van het hier
navolgend ontwerp).
Wordt het vleesch hier ongekeurd ingevoerd,
dan geeft het ontwerp aan (h van art. I) op welke
wijze de keuring dan moet geschiedenhet wordt in
niet kleinere dan bij elkaar behoorende vierde deelen,
de inwendige organen er aan verbonden, naar een
nader door Burgemeester en Wethouders aan tc
wijzen plaats vervoerd ter keuring door den gemeente-
veearts.
De gezondheidscommissie vereenigt zich met de
hier aangegeven regeling. Deze is in het bijge
voegde ontwerp neergelegd, dat na de boven ge
geven uiteenzetting wel geen nadere toelichting
meer van noode heeft.
De Commissie voor het ontwerpen van strafver
ordeningen heeft de eer U in overweging te geven
dat ontwerp tot Uw besluit te verheffen.
Leeuwarden, 5 Juni 1913.
De Commissie voor het ontwerpen
van Strafverordeningen.
de Voorzitter.
J. PAT I.J N.