■'iff:
«Ms
O
80
600
1.200
11.118
U'WlF i '-H!
33ÏS-i t
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915.
jb£
O
Hoofdstuk
IV.
Hoofdstuk
V,
45 Art. 6.
46
47
1.
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Overgebracht 40.764,99
Diverse andere ontvangsten 898,03
Totaal 41.663,02
Vergoeding der kosten van het rei
nigen der veemarktplaats met in
begrip van de benoodigde gereed
schappen 5.998,52
Totaal 47.661,54
De ontvangsten voor 1915 worden geraamd als
volgt:
Compost14.000,
Turl'strooiselmest12.000,
Ier en beer3.500,
Puin100,
Diverse vuilnis3.500,—
Ladingskosten150,
Diverse andere ontvangsten 850,
Samen 34.100,
Vergoeding der kosten van het
schoonmaken van de veemarkt. 6.000,
(Deze som stemt overeen met het
bedrag begrepen in de uitgaaf onder
volgno. 288).
Ontvangen
BEDRAG
in 1913.
Totaal 40.100,—
De ramingen zijn gebaseerd op de opbrengst van
.1913, terwijl gerekend is op mindere opbrengst
van verschillende meststoffen door oorlogstoe
stand.
Ontvangsten ter zake van de bank van leening
De rente der kapitalen aan de bank van lee-
ning verstrekt, zijn, ingevolge raadsbesluit van
28 November 1911, berekend naar 4 Op de
begrooting van de bank van leening is voor 1915
voor rente uitgetrokken .1.050,
Ontvangsten ter zake van de gemeentelijke pu- j
blieiteit
De aanplakborden zijn tot 1 Juli 1916 verpacht,
voor 388,
Totaal van het IVde hoofdstuk
HOOFDSTUK V.
U1TKEERINGEN, BIJDRAGEN EN SUBSID1ËN.
Uitkeering van het Rijk, volgens de artt. 19
der wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad no. 156),
zooals die is gewijzigd bij de wet van 3 Juni 1905
(Staatsblad no. 151), na aftrek van 31.620,-
volgens art. 9bis dier wet
Door Gedeputeerde Staten van Friesland is het
volgens art. 1 der boven aangehaalde wet voor
ieder inwoner uit te keeren bedrag voor deze ge
meente vastgesteld op 3,41.
Naar een getal van 38,366 inwoners (de bevol
king op 1 Jan. 1914) zou de uitkeering bedragen
eene som van 130.828.06. Met het oog op moge
lijke vermeerdering van het getal inwoners is een
som van 131.120.— geraamd; deze som dient-
echter te worden verminderd met de meerdere
rijksbijdrage in de kosten van het lager onderwijs
ad 31.620,vastgesteld bij beschikking van den
Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 27 De
cember .1905, no. 10778, le afdeeling A. Z. C.,
Over te brengen
192.692
858
388
193.938
06
GERAAMD BEDRAG
voor
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915. Bijl. no. 1.
1914.
210.592
446
45
51
97.608
77
97.608 77
1.050
388
212.03044
98.400
98.400
1915.
207.587
U
S
e
6C
O
026
48
49
1.050
388
209.025
50
51
52
026
99.500
99.500
53
Hoofdstuk
V.
Art. 2
54
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Overgebracht
waarom voor 1915 een bedrag van 99.500,op
de begrooting is uitgetrokken.
Uitkeering van het Rijk, volgens art. 10 dier
wet
Boven de uitkeering, bedoeld bij artt. 19 der
bovenvermelde wet, ontvangen de gemeenten van
het Rijk over elk jaar een uitkeering ten bedrage
van één vierde van de som der jaarwedden voor
den burgemeester en den secretaris vastgesteld.
Deze uitkeering gaat echter het bedrag van
600,— niet te boven.
Bijdrage van het Rijk. krachtens art. 48, le lid,
1°. der wet tot regeling van het lager onderwijs
Deze bijdrage zal over 1915 vermoedelijk bedra
gen 82.100,terwijl over 1913 te veel genoten
is 400,
Bijdrage van het Rijk, krachtens art. 48, le lid.
2". dier wet
In het onzekere of in 1915 schoolbouw zal plaats
vinden is het artikel voor „Memorie" aangebracht
Bijdrage van het Rijk, krachtens art. 49 dier
wetf
Over 1913 is voor het herhalingsonderwijs eene
bijdrage genoten van 1.066,80, hieronder was voor
de herhalingsschool (vervolgcursus van de school
der 4e klasse) die thans is opgeheven 190,80;
met het oog hierop is voor 1915 eene ronde som
van 875,geraamd.
Bijdragen van andere gemeenten in de kosten
van het lager onderwijs
Krachtens gemeenschappelijke regeling met ver
schillende gemeenten is over 1913 in de kosten
van liet lager onderwijs bijgedragen 778,12s.
Voor 1915 is eene ronde som van 1.200,ge
raamd, hierbij is gerekend op hoogere bijdragen
daar thans gemeenteschool no. 12 onder de rege
ling zal vallen en dit vroeger niet het geval was.
Subsidie van het Rijk in de kosten van het hooger
onderwijs
Het rijkssubsidie ten behoeve van het gymna
sium is berekend naar de volgende uitgaven:
Jaarwedden28.787,50
Leermiddelen630,
Brandstof en licht235,
Onderhoud van sehoolmeubels 55,
kachels 85,
gordijnen 35,—
Schoonhouden van de lokalen, meu
bels enz300,
Toelage aan curatoren100,
Uitgaven van den rector 60,—
Vergoeding voor vrije woning van
den concierge150,—
Totaal 30.437,50
Afgetrokken de vermoedelijke op
brengst van de schoolgelden 8.200,
Rest 22.237,50
Hiervan de helft ad 11.118,75, is als subsidie
op de begrooting uitgetrokken.
Vergelijk volgnos. 243, 244 en 245.
Bijdrage van het Rijk en de provincie in de
kosten van verpleging van arme krankzinnigen,
Over te brengen
Ontvangen
BEDRAG
in 1913.
97.608
600
77.757
1.066
778
11.036
5.058
193.905
77
73
125
205
63
GERAAMD BEDRAG
voor
1914.
98.400
600
79.500
memo
975
550
11.440
5.330
196.791:
ne
1915.
99.500
81.700
memo
875
4.720
199.713
ne
75
75