Bijlage 30. Bijlage tot het verslag der handelingen van den MEMORIE VAN ANTWOORD op het sec tie-verslag omtrent de ontwerp- begrootingen voor het dienstjaar 1916 (Bijlagen nos. 1, 2 en 3 van 1916, en 28 van 1915). BEGRC)OTING GA8FABRIEK Bij de artikelgewijze behandeling dezer begroo ting in de afdeelingen is eene opmerking gemaakt omtrent den cokesverkoop door de fabriek. Men meende, bepaaldelijk in verband met de moeilijk heden, die dit en het vorig jaar de cokesovereen- komsten opleverden, die door de raadscommissie zijn afgesloten, dat de verkoop bij den Raad zou moeten berusten. In abstracto geredeneerd en volgens strenge be ginselen van gemeenterecht is deze redeneering zeker niet onjuist; de Raad aanvaardt voor den loop der zaken bovendien in dat geval ook de ver antwoordelijkheid. Maar hij vleie zich niet dat dan de mogelijkheid van bezwaren is ondervangen; in tegendeel Burgemeester en Wethouders gelooven dat zij juist grooter zal zijn. Daargelaten toch dat een groote vergadering, wier beraadslagingen pu bliek zijn, voor de behandeling van commerciëele aangelegenheden als de onderwerpelijke wellicht niet de meest aangewezene is, is eene kleine commis sie, die, als het noodig is, te allen tijde kan worden bijeengeroepen, veel geschikter tot het dadelijk ne men van maatregelen en besluiten die de omstan digheden eischen. Bovendien waren de moeilijkhe den, waarop in het verslag wordt gedoeld, niet te voorzien. Zij waren een gevolg van de abnormale om standigheden. Voorshands wenschen Burgemeester en Wethouders de bepaling in de betreffende ver ordening, dat de verkoop der bijproducten bij de commissie berust, dus bestendigd te zien. De vraag rijst alleen, en kan bij een eventueele wijziging der verordening onder de oogen worden gezien, of het niet meer overeenkomstig de wet is dezen verkoop aan het aan den Raad verantwoordelijk college van Burgemeester en Wethouders op te dragen. De-opmerking over de steeds toenemende schuld der gasfabriek is niet recht duidelijk. Deze bedroeg na de groote uitbreiding in 1908 op 1 Januari 1909 533.614.166, op 1 Januari 1915 492.843.16. Van de schuld, waarvan jaarlijks 21/2% wordt af gelost (art. 29 der bedrijfsverordening, Gem.blad 1910 no. 30)is aan hare geldschietster, de gemeente, mede jaarlijks rente verschuldigd. Deze rente is in de begrooting op 4% berekend op grond van het be paalde bij art. 19 II k dierzelfde verordening. Burgemeester en Wethouders hebben niet den indruk dat de jaarwedden der directeuren van de beide lichtfabrieken te laag zijn. Zij zijn echter gaar ne bereid naar de belooningen elders een onderzoek in te stellen. Men houde echter in het oog dat er verband moet blijven bestaan met de salarissen der overige hoofdambtenaren. van Leeuwarden, 1915. Bijl. no. 30. Ten aanzien van de stokers worde verwezen naar de behandeling van de vorige begrooting in den Raad (Handelingen 1914 blz. 214 en volg.) en naar het toen door den Voorzitter medegedeelde. Sinds is het overleg tusschen de commissie voor de lichtfabrieken en Burgemeester en Wethouders, waarop de burgemeester doelde, nog niet gevor derd. Het is onjuist dat soms voor Zondagsarbeid aan de fabriek niet de bij het werkliedenreglement be paalde .toeslag van 100% boven het gewone loon wordt gegeven. Alleen waar de Zondag tot den nor malen werktijd behoort, zooals b.v. bij het drie-ploe- genstelsel, en als plaatswerkers-invallers dienst doen ter vervanging van stokers, aan wie extra Zondags rust wordt verleend, is dit natuurlijk niet het ge val. De post van 300.voor telefoon onder art. Vla der lasten is aldus berekend: 2 abonnementen ad 45.elk, extra toestellen en bellen 77.inter communale gesprekken en telefoon-telegrammen 133.—. BEG ROOTING ELECTRICITE1TBE DRIJ F. De bezoldigingen der klerken van dit bedrijf heb ben, als deze begrooting bij den Raad aan de orde komt, reeds een punt van behandeling uitgemaakt. Daarop behoeft hier dus niet opnieuw te worden te ruggekomen. Bij het bedrijf bestaat geen acht-urige arbeids dag. Tijdelijk bestaat thans een regeling, die op een werkdag van 9 uren neerkomt. De uitslag van deze proefneming moet nog worden afgewacht. Zie voorts bijlage no. 33 van 1914 volgno. 177. De werkman op wien de in het verslag hierop volgende passage doelt is Juli 1912 in dienst geno men als tijdelijk stoker en kreeg spoedig daarop een ongeval, dat hem voor den dienst ongeschikt maak te. Met afwijking van de bepalingen van het regle ment voor tijdelijk personeel is hem door Burge meester en Wethouders toen tot het einde van zijn diensttijd en vervolgens tot het einde van zijn zie kenverlof een ziekengeld toegekend, dat met de Ongevallenrente het volle loon vormde. Daarna is hij, toen hij in zooverre hersteld was, in den rang en met het loon van stoker den 25 Juni 1914 voor licht werk wederom in dienst genomen en is be paald dat hij aan de gemeente de Ongevallenrente op 60 cent per week na moet uitkeeren. Burgemees ter en Wethouders zien niet in dat met deze rege ling niet alleszins de billijkheid is betracht. GEMEENTEBEGROOTING. Algemeene Beschouwingen. Een betere regeling voor de kennisneming van de stukken, die onder de oogen van den Raad moe ten komen, kan pas volledig worden getroffen, zoo- dra het z.g. „Blanke ruim" als wachtkamer voor hen die den Burgemeester wenschen te spreken en de „Vertrekkamer" als leeskamer voor den Raad kunnen worden ingericht. De stukken kunnen dan aldaar ter visie worden gelegd, zoodra de gedrukte 225

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1915 | | pagina 113