Uitgaven. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915. voorstellen kunnen worden rondgezonden. Voor spoedeisehende zaken zal echter wel steeds de ge legenheid moeten openblijven om op den laatsteu Zaterdag vóór de raadszitting nog stukken enz. aan te brengen. Ten aanzien van de noodzakelijkheid van de ver ruiming van wegen in de binnenstad voor het ver keer, ook door demping van grachten, zij verwezen naar de Algemeene beschouwingen bij de behande ling der begrooting voor 1914: Bijlage no. 46 van 1913 blz. 320, le kolom onderaan en Handelingen 1913 blz. 247, 250, 252 en 254. Als door het aanleg gen van trottoirs in dezen iets kan worden gedaan zullen Burgemeester en Wethouders zeker niet ach ter blijven. Een poging om te dien einde over de stoepen in de Peperstraat voor verkeersverbetering te kunnen beschikken is destijds op gebrek aan medewerking der eigenaren afgestuit. Het ontbre ken van sanctie op het verzoek om rechts te hou den, waar dat is gedaan, zooals b.v. op bruggen, heeft, voor zoover Burgemeester en Wethouders be kend is, niet tot moeilijkheden aanleiding gegeven. In het algemeen volgt het publiek dien regel vrij goed o]), ook daar waar geen uitnoodiging daartoe is gedaan, zoodat voorshands tot verder ingrijpen nog geen aanleiding schijnt te bestaan. De helling en de nauwe uitmonding van de St. Jaeobsstraat bij het Gouverneursplein en het daar aan voor het ryverkeer verbonden gevaar had reeds een punt van bespreking bij Burgemeester en Wet houders uitgemaakt. Op den voorgrond stond bij die behandeling dat de toestand niet van dien aard is dat de gemeente, door gedeeltelijke opoffering- van haar bezit ter plaatse, die uitmonding moet ver broeden van verbetering der helling kan, gelijk vanzelf spreekt zeker geen sprake zijn. Blijft over door het plaatsen van waarschuwingsborden het ijdend publiek tot voorzichtigheid aan te ma nen. Dit is op advies van den Algemeenen Ne- derlandsehen Wielrijdersboml echter nagelaten omdat dan het gemis van dergelijke borden el ders zorgeloosheid in de hand werkt, vreemdelin gen bij dergelijke punten gewoonlijk juist zeer om zichtig rijden en ingezetenen voldoende met den gevaarlijken toestand op de hoogte zijn, zoodat zul ke waarschuwingen niet den noodigen indruk ma ken. Gewezen wordt hier nog op het bepaalde bij artikel 15 der Motor- en Rijwielwet, waarbij het verboden is aan een bestuurder van een motorrij tuig- of rijwiel daarmede op zoodanige wyze of met zoodanige snelheid over een weg te rijden, dat de vrijheid of de veiligheid van het verkeer op dien weg wordt belemmerd of in gevaar gebracht. Mede zijn door Burgemeester en Wethouders reeds maatregelen getroffen dat in het plantsoen ter plaatse van de vroegere zweminrichting aan den Noordersingel het wielrijden wordt verboden. Besproken wordt verder het omstorten van een tuinmuur in de Bagijnesteeg op 25 September 1.1., welk ongeval helaas den dood van een kind ten ge volge heeft gehad. Burgemeester en Wethouders doen hier evenwel nadrukkelijk opmerken, dat van eenige nalatigheid bij het Woningtoezicht niet mag worden gesproken. Tegenover de bewering in het verslag dat zulk een ongeluk door een betere rege ling van het toezicht ware te voorkomen, stellen Burgemeester en Wethouders even categorisch de hunne, dat het daardoor niet is te voorkomen. Zou men willen dat het Woningtoezicht regelmatig alle muren aan de openbare straten der stad ging onderzoeken en daarmede elke zorg en verantwoor delijkheid van de eigenaren overdroeg op de ge meente? De plicht om tegen gevaarlijke bouwval ligheid hunner eigendommen te waken, daar tegen tijdig voorzorgen te nemen zoo noodig in overleg met den inspecteur van het Woningtoezicht, kan niet van de eigenaren worden ontnomen; op de ge meente rust die plicht niet. Wordt het Woningtoe zicht tijdig gewaarschuwd, wat in het onderhavige geval niet is geschied, of is het uit-anderen hoofde ingelicht, dan zal het niet nalaten den eigenaar de noodige voorzieningen voor te schrijven. Naar de verder in het verslag genoemde gevallen zal een onderzoek worden ingesteld. Censuur op bioscoopvoorstellingen. Met het voor schrift van art. 188 der Gemeentewet: „De burge meester waakt tegen liet doen van met de openbare orde of zedelijkheid strijdige vertooningen" is een voldoend preventief toezicht geschapen. Te zorgen dat ook voor verschillende categorieën van toe schouwers geschikte voorstellingen gegeven wor den ligt niet op den weg der gemeente. Er zal wor den onderzocht of op de ook elders reeds gevolgde wijze op dien regel voor kinderen een uitzondering ware te maken. Yolgno. 99. Ten aanzien van de vraag betreffende de benoe ming van een vierden wethouder worde verwezen naar bijlage 46 van 1913 onder volgno. 90 en blz. 254 der Handelingen 1913. De jaarwedde van de wethouders is betrekkelijk kort geleden, vastgesteld bij besluit van Gedepu teerde Staten van 22 Februari 1911, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 7 Maart d.a.v. Burgemeester en Wethouders laten het oordeel over een mogelijke verhooging echter geheel over aan den Baad. Yolgno. 103. De post van 200.— voor een verificateur der be drijven is niet nieuw. De betrekking is in het leven geroepen bij de laatste wijziging der verordening voor de ambtenaren ter secretarie (Gem.blad 1913 rio. 42). Ten gevolge van de uitbreiding der werkzaamhe den in den laatsten tijd, ook in verband met de mo bilisatie, is het personeel der secretarie op schier alle afdeelingen versterkt. Aan verdere uitbreiding- bestaat voorshands geen behoefte. Toch zal het blij ven voorkomen, dat af en toe 's avonds zal moeten worden doorgewerkt. Het werk der ambtenaren is niet te vergelijken met dat van werklieden en van betaling van overuren kan hier dus geen sprake 226 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915. Bijl. no. 30. zyn. Zoo verbetering in de bezoldiging noodzakelijk is, waarover Burgemeester en Wethouders alsnog zich hun oordeel voorbehouden, zal dit aan de orde kunnen komen bij behandeling van het onlangs tot den Baad gericht adres van de afdeeling Fries land van den Nederlandsehen Bond van Gemeente ambtenaren, dat in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies is gesteld en waarbij op verhooging der bezoldigingen wordt aangedron gen. 1 n alle geval zal een verhooging los moeten wor den gehouden van den buitengewonen arbeid, die van de secretarie in het oorlogsjaar dat achter ons ligt en, naar zich laat aanzien, ook nog over toe komende maanden zal moeten worden gevergd. Burgemeester en Wethouders brengen op deze plaats aan de krachtsinspanning en het verant woordelijkheidsgevoel der ambtenaren in deze moeilijke tijden gaarne alle hulde. Zij achten het evenwel beter nog niet vooruit te loopen op de vraag of deze bij terugkeer van meer normale om standigheden met een gratificatie zal moeten wor- den beloond. Gewezen worde hier op het besluit van Gedeputeerde Staten van Friesland van 22 Juli 1915, waarbij een post op de begrooting van de ge meente Wonseradeel, beoogende om voor enkele ge meente-ambtenaren dergelijke gratificatiën uit te trekken, niet is goedgekeurd, omdat in deze tijden van allen zonder extra belooning meer krachtsin spanning mag worden verlangd. Beroep van dat besluit schijnt thans bij de Kroon aanhangig. Yolgno. 108. Inderdaad komen af en toe wel bezwaren aan het licht als gevolg van het feit dat het gemeentedruk werk elders wordt uitgevoerd. Deze bezwaren tref fen echter meer den inwendigen dienst van het Stadhuis dan den Raad. Wat het te laat verschijnen van de Handelingen betreft, zoo er maar één lid is die wat laat is met de terugzending zijner copy en een dergelijke vertraging komt bijna geregeld voor dan moet het afdrukken der Handelingen noodwendig daarop wachten. Voor opzegging van het contract met de drukkerij Mercurius te Amster dam bestaat thans geen enkele reden; ook niet door het in het verslag aangevoerde feit dat de plaatse lijke drukkerijen thans het werk wel zouden kun nen leveren. Men raadplege verder over deze zaak de Handelingen van 26 Mei 1914 blz. 199 en volgg. Volgno. .112. De gemeentelijke bibliotheek, die onder beheer van de archivaris is gesteld, is voor ieder, dus ook voor raadsleden toegankelijk. Volgno. 119. Zie volgno. 116 in bijlage no. 33 van 1914 en Han delingen 1914, blz. 222 en volgg., alsmede bijlage no. 5 van 1915 en Handelingen 1915, blz. 18 en volgg. Volgno. 129. Burgemeester en Wethouders zullen nagaan of er termen zijn den Raad voor te stellen ook het 2e kiesdistrict voor de raadsverkiezingen, evenals het 3e, in stemdistricten te splitsen. Volgno. 152. Aanvangsuur van het werk der plantsoenarbei ders in den zomer en vrije Zaterdagmiddag voor de werklieden: zie bijlage no. 46 van 19.13 volgno. 142 en Handelingen blz. 257 en volg. van dat jaar. Ten aanzien van het adres van de Afdeeling Leeuwarden van den Algemeenen Nederlandschen Timmerliedenbond e.a. bij raadsbesluit van 22 Juni 1915 in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening gesteld, namen zij het navolgende be sluit: I. bij de uitvoering in eigen beheer door de ge meente van werken, behoorende tot het bouwbe drijf, aan de daarbij werkzaam zijnde werklieden, voorzoover zij niet onder het werklieden-reglement vallen, dezelfde rechten toe te kennen en dezelfde verplichtingen op te leggen als zijn opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst met metselaars en opperlieden, aangegaan te Leeuwarden op 19 April 1912, aangevuld op 9 Januari 1915, en in die met andere arbeiders in het bouwbedrijf aangegaan te Leeuwarden op 18 November 1911, aangevuld op 9 Januari 1915; II. in de bestekken van aanbesteding van wer ken en leverantiën, behoorende tot het bouwbedrijf, Avelke voor gemeenterekening zullen worden ver richt, den aannemer de verplichting op te leggen aan de bij de uitvoering dier werken en leverantiën in zijn dienst of onder zijne verantwoordelijkheid werkzaam zijnde arbeiders dezelfde rechten toe te kennen en dezelfde verplichtingen op te leggen als zijn opgenomen in de collectieve arbeidsovereen komst met metselaars en opperlieden aangegaan te Leeuwarden op 19 April 1912, aangevuld op 9 Ja nuari 1915, en in die met andere arbeiders in het bouwbedrijf aangegaan te Leeuwarden op .18 No vember 19.11, aangevuld op 9 Januari 1915, met dien verstande, dat, wanneer de in die overeenkom sten neergelegde bepalingen niet overeenstemmen met de algemeene voorwaarden voor de aanbeste ding van werken en leverantiën ten behoeve dei- gemeente Leeuwarden, van deze laatste voor elk geval afzonderlijk zal worden afgeweken. Volgno. 153. Onder dit no. wordt geklaagd over de onvoldoen de vervanging van de gaarders van drie bruggen Welke dat zijn wordt niet opgegeven, waardoor de vraag niet gemakkelijk is te beantwoorden. De ver vanging is als volgt geregeld: de gaarders van de 2e Kanaalbrug, le Kanaal- brug, Wirdumerpoortsbrug en Prins Hendrikbrug worden vervangen op Maandag, Dinsdag, Woens dag en Zaterdag van de eene week van 's morgens 5 of 6 uur tot 's middags 12 uur en de andere week op dezelfde dagen van 's namiddags 4 tot 's avonds 10 uur, terwijl zij alle Donderdagen van 's namid dags 4 tot 's avonds 10 en alle Vrijdagen van 's mor gens 6 uur tot 's avonds 6 uur hulp krijgen. Bovendien krijgen alle brugwachters (behalve 227

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1915 | | pagina 114